'Waarom zou ik dat zeggen 'zei Liv.
'O dat hoef ik niet per se te weten' zei hij 'mannen haar handen.'
Hij bekeek haar handen en zag het teken. 'Ah Liv ' zei hij.
Liv keek hem met grote ogen aan 'hoe weet je mijn naam?'
'Ik werk voor de graaf' zei hij 'ik heet Lucius.'
'Wat' zei ze 'de graaf werkt niet met mensen ik ben de enige mens in zijn kasteel.'
'Ach het zal' zei hij.
Achter zich hoorde ze gekreun. John stond op Liv werd bij haar vlecht gepakt en naar de man met het litteken toegetrokken. 'Grijp hem' zei hij.
Zijn mannen renden op John af en begonnen hem te slaan. Liv probeerde te gillen maar Lucius deed een hand voor haar mond. Hij fluisterde in haar oor 'laat hen maar hij zal snel genoeg merken dat hij niets kan uithalen tegenover mijn mannen.'
Niet heel veel later lagen de mannen van Lucius uitgeput op de grond. John richtte zich op Lucius. 'Laat haar gaan' zei hij.
'Dat zal niet gaan' zei hij 'haar baas wil haar spreken.'
'Liv is dat waar' vroeg hij.
'Liv zeg het hem' zei Lucius.
Lucius deed zijn hand voor haar mond weg. 'Ja dat klopt' zei Liv 'ik... laat maar... John ga naar huis.'
'Oké' zei John.
John liep terug naar de stad. Liv werd door Lucius meegenomen naar het kasteel. Toen ze daar aankwamen stond de graaf hen al op te wachten. Liv keek hem niet aan. Hij tilde haar kin op zodat hij haar aan kon kijken. 'Dank je Lucius voor het terugbrengen van mijn weg naar het koningschap.'
'Voor u doe ik alles heer' zei Lucius.
'Waar was ze ' vroeg de graaf.
'Ze was op weg naar huis' zei Lucius 'met een man.'
De graaf keek op 'weet je dat zeker?'
'Eh ja' zei Lucius.
'Loop even mee' zei de graaf tegen Lucius.
'Kan ik gaan' vroeg Liv zacht.
'Nee' zei de graaf 'ik wil nog even met jou praten.'
Lucius liep achter de graaf aan. De graaf duwde Liv voor zich uit.
'Wil je een beetje doorlopen mijn roos' zei de graaf.
Liv sprong twee treden tegelijk op. Ze gingen naar de werkkamer van de graaf. De graaf duwde Liv naar Lucius 'hou haar even vast' zei hij.
Lucius pakte haar bij haar arm. 'Waarom noemt hij je eigenlijk: "mijn roos".'
Liv zuchtte.
De graaf liep naar een kast en pakte er een briefje uit. Terwijl hij dat deed zei hij: 'Omdat Liv erg mooi is maar ze kan ook goed vechten, schermen en boogschieten.'
Liv herkende het papier, daarop tekende ze haar visioenen. Hij liep naar Lucius toe en vroeg: 'Is dit die man?'
'Ja' zei Lucius.
Liv wilde op het papier kijken maar hij trok het snel weg.
'Lucius je kan gaan' zei de graaf.
Lucius liep de kamer uit. Liv en de graaf bleven achter. Hij keek Liv aan. 'Het spijt me' zei ze.
'Dat is maar goed ook.'

JE LEEST
Visioen
FantasyLiv is 18 jaar. haar baas ,graaf Carkos, wil de macht in het land. als hij hoort over een meisje met gave visioen moet hij haar hebben. hij laat Liv ontvoeren als ze 3 is. hij verteld haar niets over haar echte ouders. haar ouders mogen niet achter...