- 4 -

119 3 0
                                    

Liv werd wakker in haar eigen kamer. Ze lag op haar bed. Ze ging rechtop zitten maar toen begon haar hoofd heel erg te bonken. 'Au' zei ze.

'Ah je bent wakker' zei iemand.

Ze keek richting het geluid. Ze zag dat de graaf voor het raam naar buiten stond te kijken. Hij draaide zich naar haar toe. 'Wat is er gebeurd' vroeg Liv.

'Nou je was bij de reuzen toen werd je heel boos omdat de koning die jongen bewusteloos had geslagen. Je maakte een draaikolk om je heen en ik kwam....'

'Hoe kwam u daar en welke jongen' vroeg Liv.

'Die jongen heette John' zei hij 'en ik heb ontdekt dat ik kan verdwijnen en ergens anders kan verschijnen.'

'Oké' zei Liv.

'Maar kleed je nu aan' zei de graaf 'er wachten mensen op ons.'

'Wie' vroeg Liv.

'Dat merk je zo wel, Lucius wacht op de gang op je.'

Hij liep de kamer uit. Liv stond op een liep naar haar kast toe. Toen ze die open deed hingen er allemaal zwarte en paarse jurken in. Die had de graaf waarschijnlijk opgehangen voor haar. Ze haatte die donkere kleuren maar hij zou haar geen andere geven als ze dat vroeg. Ze was ongehoorzaam geweest aan hem. Ze had toch met John afgesproken ook al had de graaf dat verboden.

Ze pakte een paarse jurk hij had lange mauwen en een lange rok. Liv deed hem aan en liep naar buiten. Lucius stond tegen de muur geleund recht tegenover haar deur en hij was een dolk aan het slijpen.. Hij keek haar aan. 'Loop maar met mij mee' zei hij.

Hij pakte haar arm en duwde haar voor zich uit. Ze liepen naar de werkkamer van de graaf. Toen ze binnenkwamen zag Liv dat vrouwe Aganti en vrouwe Agatia op het bureau van de graaf zaten. Ook koning Kolus was er. Hij stond bij het raam. Hij keek om en zei: 'Ah, je leeft dus nog.'

Liv zei: 'ja, zoals je ziet wel. Maar niet door jou toedoen.'

De graaf kwam binnen. 'Is Resus er al' vroeg hij.

'Hij loopt nu naar de poort met de gevangene' zei Kolus.

'Welke gevangene' vroeg Liv.

Vrouwe Aganti zei: 'dat weet je nog niet maar het is....'

'Hou je mond' zei de graaf.

'Dat is nog een verrassing.'

'Mijn roos ik moet nu iets doen wat je waarschijnlijk niet leuk gaat vinden.'

'Wat' vroeg Liv.

De graaf liep naar haar toe hij deed een doek voor haar mond. Lucius bond haar handen achter haar rug vast. Lucius duwde haar daarna naar de hoek daar was een haak en daaraan vast zat een stuk touw vast Lucius bond dat nog een keer om haar polsen. Lucius ging op zijn knie voor haar zitten en grijnsde. Liv keek kwaad naar hem. Lucius stond op en ging voor haar staan net als de graaf. Er werd geklopt op de deur ging open Liv zag dat Resus binnenkwam toen iemand met een zak over zijn hoofd en toen nog twee mannen die bij de reuzen hoorden. Degene met de zak over zijn hoofd werd in het midden van de kamer gezet. De zak werd van zijn hoofd afgehaald. Het was John. Hij keek om zich heen zodra hij Lucius zag staan fronste hij. 'Welkom' zei de graaf, 'welkom in mijn kasteel.'

'Wat doe ik hier' vroeg John.

'Jij loopt me in de weg bij het bereiken van het koningschap.'

'Hoe doe ik dat dan' zei John.

'Door mijn roos verliefd te maken.'

'Wie is "uw roos".'

VisioenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu