- 6 -

82 2 1
                                    

Ze werd vroeg in de ochtend wakker. Ze kreeg een visioen ze tekende het op een papiertje. Ze zag twee graven die de graaf wilden gaan vermoorden. Ze deed een ochtendjas aan en liep stil de gang op. Ze liep naar de kamer van de graaf die was drie deuren verderop. Ze klopte aan ze hoorde wat gestommel, de deur ging open de graaf verscheen hij had een lange en wijde broek aan en een zwart shirt. 'Mijn roos wat is er?'

'Ik had een visioen' zei Liv.

Ze gaf hem het briefje. 'Dank je' zei hij.

Hij bekeek het papiertje even en liep toen langs haar heen naar een paar deuren naast hem. Hij klopte aan, de deur ging open en Lucius verscheen. De graaf zei :'Je moet graaf Zarzon en graaf Carsons oppakken. Zij willen mij vermoorden.'

Lucius knikte en liep weg door de gang. De graaf zei: 'mijn roos je kunt weer gaan slapen, maar als je een visioen hebt kom hem alsjeblieft brengen.'

Liv knikte en liep weer naar haar kamer. Ze wist dat ze toch niet meer in slaap zou vallen dus ging ze bij het raam staan en keek naar buiten. De zon kwam al op heel ver achter de bomen. Ze keek naar de tuin naar het kabbelende beekje en de rode en witte rozen. Liv kreeg nog 3 visioenen en er werden 5 graven opgepakt die graaf Carkos wilden vermoorden. De zon was nu al een uur op. Er werd geklopt. Liv draaide zich om. 'Binnen' zei ze.

De graaf kwam binnen en daarna een meisje met een rode jurk in haar armen. 'Mijn roos zou je dit willen dragen bij de kroning?'

Liv knikte. Het meisje legde de jurk op het bed. De graaf en het meisje liepen de kamer uit. Liv deed eerst haar normale jurk aan en liep naar de keuken daar pakte ze wat fruit at het op. Ze liep weer terug naar de kamer en deed de jurk aan. De jurk had een wijde rok en nog twee rokken daaronder zodat hij wat boller werd. De jurk had ook lange mouwen die in een punt eindigden het had een laag uitgesneden hals. Ze liep de gang op daar kwam ze Lucius tegen. 'Mooie jurk' zei hij.

'Dank je' zei Liv 'van de graaf gekregen.'

'Oh, dat herinnerd me eraan' zei Lucius 'ik moest je komen halen. De graaf wil je spreken.'

Liv knikte. 'Ik zie je over twee uur' zei hij 'dan wordt de graaf koning.'

Hij liep langs haar door de gang. Liv liep naar de kamer van de graaf. Ze klopte aan. 'Binnen' hoorde ze zeggen.

Ze liep de kamer binnen, 'u wou me spreken' zei ze.

'Klopt' zei de graaf 'als John zo voor me gaat werken wil ik dat je niet met zijn plannen om te ontsnappen mee doet.'

'Dat zal ik niet doen' zei Liv maar ze hield haar vingers achter haar rug gekruist.

De graaf knikte, 'trouwens die jurk staat je prachtig.'

'Dank u' zei Liv.

Er werd weer geklopt. 'Binnen' zei de graaf.

John kwam binnen gevolgd door twee mannen van Lucius en ook Resus kwam binnen. 'Liv!'

'John!'

De graaf maakte snel van zijn arm een miststrook en tilde Liv op zodat ze niet naar John kon rennen. Liv zuchtte. De graaf keek John aan. 'Dus jij wil voor mij werken' vroeg hij.

'Ja' zei John 'ik wil wel eens voor een koning werken.'

'Beloof je dat je me niet zal aanvallen of samen met Liv proberen te ontsnappen?'

'Dat beloof ik' zei John.

'Dan ben je aangenomen' zei de graaf en stak zijn hand naar John uit.

VisioenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu