24. Honderd procent eerlijk

518 38 31
                                    

We blijven beide een lange tijd stil en in eerste instantie blijf ik uit ongemakkelijkheid met mijn ogen open liggen. Ik weet namelijk niet of het de bedoeling is nog verder te praten, zo meteen te gaan ontbijten of in deze houding te gaan slapen. Ik hoop op dat laatste en na een tijdje besluit ik gewoon dat dat is wat we gaan doen. 

Ik heb geen idee hoe laat het is, maar als het goed is gaat mijn wekker rond half negen af. Mochten we ons wel verslapen en dus rond negen niet op kantoor zijn, dan zullen ze ons vast wel wakker bellen. Daar vertrouw ik op. Dus al vredig sluit ik mijn ogen, klaar om weg te dompelen. 

Maar net op dat moment bedankt Matthy mij, hij bedankt mij voor het feit dat hij mocht blijven slapen. Met moeite til ik mijn mondhoeken op en al zuchtend sla ik mijn rechterarm om hem heen. Ik hoor hem glimlachen en dat doet mij direct goed. De glimlach op mijn gezicht wordt sterker en er gaat gelijk een goed gevoel door mijn lichaam heen. Ik omarm hem daarom steviger, terwijl ik een keer diep in- en uitadem. 

Matthy en ik blijven dicht tegen elkaar aan liggen op de bank. Zijn warmte voelt vertrouwd en geruststellend, als een veilige haven in deze vroege ochtend. We hebben totaal geen haast om op te staan en dat wil ik nog graag zo houden. Het enige wat namelijk telt, is dit moment samen, gewikkeld in elkaars armen.

Mijn handen glijden over zijn rug en voelen hoe de spieren onder zijn huid zich ontspannen. Hij staat op het punt om in slaap te vallen en eerlijk gezegd kan ik nu ook wel weer slapen. Ik heb mijn ogen al een lange tijd gesloten in de hoop nog een paar uurtjes langer te kunnen slapen. Ik val echter niet in slaap en de tijd voelt langzamer te gaan dan een naaktslak die de straat oversteekt. Meestal haalt 'ie de overkant niet. Ik adem eens diep in en uit, terwijl ik mijn rechterhand van zijn rug afhaal en over mijn gezicht wrijf. Matthy slaapt ook nog niet, want hij tilt plots zijn hoofd op en kruipt ietwat omhoog. Hij legt zijn linkerwang op mijn rechterschouder met zijn neus tegen mijn keel aan. Hij drukt vervolgens zijn lippen tegen mijn keel aan en ik voel direct die plek warmer worden door zijn aanwezigheid.

Ik maak onbewust een aantal standaard ochtendgeluiden die hem uitnodigend in de oren klinken. Genoeg om zijn hoofd opnieuw op te tillen, mijn kin voorzichtig vast te pakken en naar zich toe te draaien. 

Onze lippen ontmoeten elkaar en de kus zit vol met verlangen en passie. Zijn tong vindt de mijne en we verkennen elkaars mond met een intensiteit die de temperatuur doet stijgen. We kreunen zacht tegen elkaars lippen, wetende dat we beide worden meegesleept door onze verlangens. Het vuur tussen ons brandt helderder met elke aanraking.

Matthy's ademhaling versnelt terwijl ik mijn handen over zijn lichaam laat dwalen, de contouren van zijn spieren volgend. Zijn aanraking is als een zinderende vonk die mijn huid doet tintelen van genot. Ik wil niets liever dan nog dichter bij hem zijn, onze lichamen één laten worden. De klok tikt onopgemerkt verder terwijl we ons verliezen in elkaar. Na die droom van vannacht had ik dit juist niet durven dromen.

Ik sla mijn linkerarm over zijn schouders heen en laat die hand in zijn haren glijden, terwijl ik met mijn rechterhand nog altijd over zijn onderrug streel. Ik draai ons een kwartslag om, zodat we beide op onze zij komen te liggen; ik op mijn rechterzij en hij op zijn linker. Matthy begint te glimlachen, waardoor ik automatisch ook begin te glimlachen. We zoenen dan nog een tijdje, totdat hij zijn hoofd naar achteren toetrekt en daarmee de zoen verbreekt. Ik open mijn ogen en kijk direct recht in de zijne. Hij houdt zijn handen in mijn nek en deels op mijn keel, terwijl hij met zijn vingertoppen langzaam op en neer streelt. Ik schraap kort mijn keel en doe een poging tot comfortabel te gaan liggen, terwijl ik probeer te balanceren om er niet ineens af te vallen. 

"Weet je wat je wilt? En zeg ni-," ik laat hem zijn woorden vergeten door mijn mond zowat op de zijne te liggen. Ik wil hem het zwijgen opleggen met een kus, maar iets houdt mij tegen. Ik weet dat we dit gesprek moeten hebben en dat ik er dit keer niet meer onderuit kom. Mijn mondhoeken gaan omlaag en met een bijna verdrietige blik kijk ik hem. Hij begint mij echter bijna te kussen, maar doet het niet. Hij weet zich te herpakken: "zeg niet ja, als het antwoord nee is, oké? Ik kan wachten."

Jij en ik werken welWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu