II

390 22 5
                                    

Robbie POV:

Hoe vreedzaam mijn eerste impressie van het verblijf was, hoe snel ik erachter kwam dat achter de gesloten deuren veel meer plaatsvond. Mijn ouders mochten van mijn homoseksualiteit vinden wat ze willen, maar ik weet als geen ander dat ik hier niet thuis hoor. Ik ben niet gek. Ik ben niet gek.

De instelling is gevuld met de dieptepunten van de maatschappij. De uitzonderingen, die men liever niet op straat ziet lopen. Hier en daar lijkt er iemand te zijn die nog te redden valt, maar het is vooral een groep mensen waarvan de medemens heeft besloten dat er geen toekomst meer in zit. 

De eerste dagen in de instelling waren voornamelijk gevuld met eenzaamheid. Geen contact maken met mensen, afstand houden in zoverre mogelijk en me niet bemoeien met de dagelijkse gebeurtenissen. Ik kan me niet verlagen tot het niveau van sommige mensen hier. Ik kan niet zoals hen worden. Zoals de meeste dagen zit ik in dezelfde hoek in de huiskamer, waarvan iedereen ondertussen weet dat ze me met rust moeten laten. Een boek ligt op mijn schoot, al lees ik er geen woord van. In de verte zie ik Raoul naar me toe komen lopen.

Raoul, de enige in dit hele gehucht waarvan ik het vertrouwen heb dat hij zijn hart op de juiste plek heeft. De verpleger, die me de eerste dagen wegwijs heeft gemaakt en me heeft verteld dat ik echt niet gek ben, maar dat het wel echt nodig is om er samen aan te werken. Soms komt hij met me schaken, of vertelt hij trots over zijn gezin thuis. Als ik zelf een leven had mogen kiezen, had ik die van Raoul genomen. Hij lijkt alles te zijn wat mijn ouders hadden gewild dat ik was geworden.

"Robbie, ik kan me niet bedenken dat pagina 34 zo interessant is dat je er al twee dagen over doet." Achter hem aan loopt een jongen van mijn leeftijd. De handboeien rondom zijn polsen spreken boekdelen. "Dit is Milo. Milo vertelde me dat hij ook kan schaken, dus het leek me leuk als je een keer een goede tegenstander had." Ik heb hem vaker gezien, maar enkel zonder handboeien. Stilletjes knik ik en wijs ik dat hij kan gaan zitten. "Wat heb jij gedaan om ze boos te maken?" Vraag ik. Milo haalt zijn schouders op. "Takkewijf was irritant en heb d'r een mep verkocht." Legt hij nonchalant uit. "Een van de bewoners?" Ik ben vooral vol ongeloof dat hij dat zou doen. "Nee, een zuster. Ze wilde me weer extra pillen geven." En daarmee was het duidelijk wat Milo zijn probleem was.

Milo en ik hadden het niet veel over thuis of waarom we hier zaten. We hadden het vooral over de muziek die aan stond, wat we vonden van de andere bewoners en schaakten tegen elkaar. Toen hij vroeg of ik een vrouw had, begreep hij denk ik wel waarom ik hier zit. Hij heeft er verder niks meer van gezegd. Milo is onvoorspelbaar. Soms heeft hij de tijd van zijn leven en lijkt hij het zonnetje in huis te zijn, andere dagen kan iedereen die hem verkeerd aankijkt een klap verwachten. 

Alsof ik een asiel ben voor niet-helemaal-hopeloze gevallen, duurde het niet lang voordat Raoul de volgende jongen bij ons af kwam leveren. Koen. Met haar dat kleurrijker was dan alle meubels in de instelling bij elkaar opgeteld. Bij Koen duurde het lang voordat ik doorhad wat er mis met hem was. Hij was sociaal, redelijk vriendelijk richting de meeste mensen. Koen was geen slecht mens, hij had enkel soms moeite met de waarheid vertellen. 

En daarmee leek ons drietal gevestigd. Een groep vrienden, die door minder vrolijke omstandigheden bij elkaar zijn gekomen. Het was dan niet ideaal, maar voor nu was het goed genoeg. 

Asylum // MabbieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu