XVII

309 22 3
                                    

Robbie POV:

Soms wil je iets in je hart, waarvan je met je gezonde verstand ook wel kan bedenken dat er betere keuzes zijn. Het laatste biertje van de avond, waarvan je weet dat je de hoofdpijn later moet voelen. Maar net zoals het biertje, is er iets aan Matthy dat me maar aan blijft trekken. Zijn emoties, zijn wanhoop, het geeft me het gevoel van vertrouwen. Misschien is hij echt niet zoals Raoul hem heeft omschreven en zit er potentie in. Een laatste kans, beloof ik mezelf. Een laatste kans en als hij die verpest dan is dit allemaal net zo snel voorbij als dat het begonnen is. 

Het laatste beetje afstand tussen ons overbrug ik. Met mijn hand achter zijn hoofd trek ik hem dichter naar me toe. Zijn lippen smaken zout van zijn tranen, maar lang kan ik me er niet druk om maken. Ik wil hem voelen, op welke manier hij dat dan ook voor me mogelijk maakt. In mijn hoofd ben ik niet meer bezig met het risico, de gevaren. Voor mij is het enkel Matthy, alsof hij me heeft betoverd met een of ander toverdrankje. De zachte vloer en muren van de isolatiecel blijken niet enkel goed te zijn om je veilig te houden, maar liggen ook prima. Ik duw Matthy op zijn rug op de grond en ga zonder iets te zeggen op zijn schoot zitten. De paar seconden die het duurt om de grond te gaan liggen maken Matthy zijn ongeduld duidelijk, want hij trekt me snel weer dichter naar hem toe om hem weer te kussen.

Op ieder ander moment had ik zonder twijfel meer gewild. En met het gevaarte dat ik van Matthy voel, ben ik vrij zeker dat hij het ook zou willen. Maar het risico is hier te groot. Gesnapt worden in een isoleercel is al erg genoeg, maar als ze ons vinden terwijl we seks hebben betekend een veel grotere staf. "Matt... Niet hier." Met tegenzin duw ik zijn hand weg, die bijna zijn weg in mijn broek gevonden heeft. Gelukkig haalt hij ook direct zijn hand weg. In het donker is de teleurstelling te zien, maar hij luistert wel. "Je moet weg. Ik ben hopelijk snel weer terug, dan kunnen we dit vervolgen." "Daar hou ik je aan." Ik geef hem een laatste kus voordat ik dan toch weer de kamer verlaat.

Gelukkig weet ik mijn kamer weer te vinden zonder al te veel moeilijkheden. Maar zodra ik in mijn bed lig, val ik nog lang niet in slaap. Ik heb nog steeds de sleutels van de bewaker en een missie. Ik ga hier niet herstellen, ik ben niet te genezen en nog een sessie elektroshocktherapie wordt waarschijnlijk mijn dood. En Matthy begrijpen ze niet, dat moet haast wel. Dat ze hem zo slecht neer weten te zetten, terwijl hij voor mij zo lief is. Ja, ik moet ons hieruit krijgen, maar hoe weet ik nog niet. 

De volgende ochtend verspil ik geen tijd in het bij elkaar roepen van Milo en Koen. Tijdens onze dienst in de bakkerij trek ik ze mee een hoek in. Ik verwacht dat we ongeveer twee minuten zullen hebben voordat iemand ons gaat missen en dat is voor nu voldoende tijd om ze bij te praten. "Ik heb een plan." Begin ik. "Ik heb een manier gevonden om ons hieruit te krijgen. Wij met zijn vieren. Lang gaan ze toch niet naar ons zoeken als we hier eenmaal weg zijn. We moeten gewoon een paar weken onder de radar blijven en daar is alles mee geregeld." De verbazing op hun gezichten is niet te missen. "Je gaat ons hieruit krijgen? Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?" Koen vertrouwd het duidelijk nog niet helemaal. "Ik kan jullie niet te veel vertellen, maar zodra het moment daar is, laat ik het jullie weten." 

Asylum // MabbieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu