XVI

299 19 2
                                    

Matthy POV:

Ik weet niet hoe laat het is, welke dag het is, hoelang ik hier al zit. De enkele verlichting in de cel is een klein lampje in het midden van de kamer. Er is niemand meer geweest. Een keer om een maaltijd te brengen, maar aan het hongergevoel is te merken dat het ondertussen alweer even is geweest. Zo nu en dan wordt er door het luikje een klein bekertje met pillen naar me toe geschoven. Ik zie niet wie ze komt brengen, enkel dat ze er dan liggen. En braaf slik ik ze keer op keer weer. Als er een ding voor is waar de isolatie goed voor is, is dat het je aan het nadenken zet. Constant nadenken over wat je hebt gedaan, hoe je er hier uit komt.

De stem in mijn hoofd in ondertussen meer een fluistering ergens op de achtergrond. De medicijnen doen dan wel hun ding, maar het heeft ook mijn andere gedachten weggeschoven. Alsof ik een joint heb gerookt die ik net wat eerder had moeten uitdrukken. Alsof ik een borrel teveel op heb en enkel levenloos kan liggen. Ik doe mijn best om er tegen te vechten, maar ik kom er niet boven. Ik kan stoppen met de pillen slikken, maar de angst dat ze erachter komen is te groot.

Mijn ogen moeten wennen aan het licht wanneer de deur open gaat. Een zaklamp schijnt fel naar binnen. "Matthy?" De stem moet ik plaatsen. Geen Matthyas, geen meneer het Lam, Matthy. "Robbie?" Ben ik dan nu echt gek geworden? Dat ik hem ben gaan hallucineren? "Je bent wakker, gelukkig." En zo stapt hij langzaam de cel binnen. "Kom je me ophalen? Gaan we naar huis?" Ik heb geen controle over wat ik zeg of doe, enkel nu in de positieve zin. Robbie schudt zijn hoofd en gaat tegenover me op de grond zitten. "We zijn hier om te praten." 

Praten. Praten met Robbie doe ik graag. Met zijn lieve zachte G, zijn grapjes. "Ik heb je dossier gezien." Ergens zou ik angst moeten voelen, maar alle emoties blijven onderdrukt. "Wat heb je gelezen?" Misschien valt het mee. Misschien heeft hij nog een oké beeld van mij. "Dat het een stuk erger is dan je hebt laten lijken, Matt. En wat je met Milo hebt gedaan... Weet je wat Raoul deed? Die waarschuwde me voor je. Omdat ik weet dat je iemand hebt vermoord, of bijna vermoord, en het in ieder geval niet de eerste keer is." Hij blijft, maar praten en praten, ik probeer een touw aan zijn woorden vast te knopen, maar mijn hoofd draait en het wordt een grote mengelmoes. "Rob..." Over de grond kruip ik iets dichter naar hem toe. "Ik zou jou nooit pijn doen, dat zweer ik. Weet je hoe erg die man was? Hij.. hij deed dingen... ik had geen keus." In een wanhoopspoging wil ik zijn handen pakken, maar hij trekt ze snel weg.

"Geen smoesjes nu. Ik wil de waarheid. Ik wil weten wat er mis met jou is, volgens jou." Wat er mis met mij is, is een redelijk lange lijst. Maar acceptatie is toch ook een ding? "Ik heb altijd al problemen gehad. Paniekaanvallen, stress. Ik kan niet zo goed met de meeste mensen. Zo ben ik gewoon." Iets waar ze geen diagnose voor hadden toen ik een kind was, enkel dat ik een beetje anders ben. "En ik loog niet toen ik zei dat het gebeurde toen we een avond uit waren. Hij bleef me maar lastig vallen. Ik zei dat hij me met rust moest laten, maar hij kwam maar terug. En toen werd hij agressief en had ik geen keuze meer. Maar dat zeggen ze niet, want het is zoveel makkelijker om mij de schuld te geven." Mijn gezicht begint nat te worden van de tranen.

"En ik weet dat ik niet perfect ben en dat ik problemen heb, maar ik ben niet zoals ze denken. Zo... gevaarlijk. Wat met Milo gebeurde was een ongeluk, maar ik zou dat met de medicijnen nooit meer doen." Door het weinige licht kan ik moeilijk volgen welke blik Robbie heeft. Hij zegt weinig. Het is vooral ik die vertel en hij die luistert. "Ik kan je niet laten gaan, Robbie. Niet nu ik je eindelijk heb." 

Het blijft even stil. Hij reageert niet en ik heb niets weer om te zeggen. "Ik geef je nog een kans. Maar als ik erachter kom dat je echt zo erg ben als dat ze zeggen dat je bent, is het klaar." 

Asylum // MabbieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu