XVIII

312 22 3
                                    

haha alsof ik niets anders doe op de zaterdagavond (jokes ga zo borrelen hihi). deze is een beetje chaotisch maar vanaf nu word t logisch!!

Matthy POV:

"Je hebt het voor ene keer niet verpest. Voor de eerste keer in je leven is je plan zo gegaan als je had gehoopt. Ik wit wel dat je kon luisteren. Nu kan je het niet verder verpesten. Laat hun het verder voor je regelen." Ondanks de medicatie en mijn vele pogingen blijft hij dominant in mijn achterhoofd. Commanderend, sturend. Ik weet niet wat het einddoel is, wat zijn plan is. Het enige wat ik kan doen is volgen. Alsof ik in de bijrijdersstoel zit en het enige wat ik kan doen vertrouwen op de bestuurder is.

Alhoewel, ik weet waar hij heen wil. Wraak. Net zoals op die duister dacht wil hij wraak op degene die hem, die ons, verkeerd hebben gedaan. En helaas is er maar weinig dat we kunnen doen zolang ik opgesloten in deze hel ben en is er niets anders te doen dan om te wachten op een kans. "Doe nog even normaal. Dan krijgen we waar je hart het meeste naar verlangt."

En Robbie is die kans. Robbie is mijn ticket naar buiten, naar rechtvaardigheid. Ergens in mijn onderbuik voel ik de vlinders als ik hem zie, in mijn hart week ik dat hij te goed voor me is. Zelfs wanneer de stem in mijn hoofd stil is, ben ik niet goed genoeg. Liefde is niet voldoende om een relatie te laten werken. Het ergste is dat hij een kans maakt om naar buiten te komen. Hij kan genezen, herstellen van zijn ziekte. Maar als een anker dat een schip geboeid houdt op zijn plek, trek ik hem de fout weer in.

Gelukkig duurt mijn verblijf in de isolatie niet veel langer. Ik kan je niet vertellen hoeveel tijd er is verstreken en wat er in de tussentijd is gebeurd, maar het was kort genoeg dat ik me niet meer voel alsof ik compleet gek wordt. Sinds Robbie zijn boek ben ik wat gekalmeerd, wat hoopvoller. En op een dag gaat de deur weer open. En daar staat mijn verlosser in de opening. "Matthyas." De toon in Raoul zijn stem is veranderd. Er lijkt weinig over te zijn van de lieve, zachte, maar vooral ook beïnvloedbare Raoul. Hij is verhard, zakelijk. "Opstaan, dan kan je weer terug." Met het laatste beetje kracht dat er in mijn benen zit sta ik op. "Heb ik iets gedaan?" Is hij boos? Wat heb ik verkeerd gedaan? "Naast het in elkaar slaan van een patiënt en een risico vormen voor de veiligheid van de anderen? Niets nieuws." 

Ik stel geen vragen meer terug. Aan zijn toon is duidelijk te merken dat hij niet wacht op een weerwoord en dat wat ik ook zeg, het zijn mening niet gaat veranderen. Jammer, ik mocht hem wel. Hij voelde vertrouwd, welkom. Ik kan enkel hopen dat hij geen obstakel blijkt te worden, want dan zal het enkel voor hem slechter uitpakken. Met mijn handen nog geboeid voor me word ik terug de woonruimte in begeleid. "Wanneer je hebt bewezen dat je bij de anderen kan zijn zonder een gevaar te vormen, maken we je los." Het is vernederend. De zaal binnen lopen alsof ik een gevangene ben. Alhoewel, ik ben dat ergens ook wel. Gevangen in deze hel en in mijn hoofd.

Lichtelijk onzeker loop ik naar Robbie, Koen en Milo. Ik twijfel of ze echt op me wachten. Voornamelijk Milo. Zijn gezicht lijkt wel redelijk hersteld te zijn. "Mag ik erbij komen zitten?" Onmiddellijk verplaatst Robbie. "Natuurlijk, kom erbij. We hadden het net ergens over." Vluchtig kijkt hij om zich heen. "Ik weet hoe we hieruit komen." Fluistert hij. "Is hij toch nog ergens goed voor." De stem in mijn hoofd moet zich uiteraard weer bemoeien met de situatie. Aan Milo zijn gezicht zie ik dat hij minder blij is om me weer te zien. "Ik wilde hem overtuigen om jou hier weg te laten rotten, maar hij wil niet luisteren. Ik wil graag zeggen, hij is de enige hier die je vertrouwd." Koen knikt onmiddellijk. "Als je het voor ons verpest, zorg ik er zelf voor dat je hier niet meer levend uit komt, hoor." Ja, hij wel, met zijn kipfiletarmpjes. Die kan ik zelf hebben.

"Maar je hebt dus een plan?" Vraag ik stilletjes aan Robbie. "Ja, ik weet hoe we aan sleutels komen. Morgennacht gaan we naar Raoul zijn kantoor, stelen we onze dossiers, vluchten we hieruit. Ik heb in de buurt nog wel ergens waar we kunnen blijven tot we een verder plan hebben. Dan kunnen we echt samen zijn, zonder dat iemand het fout vindt." Oh, lieve Robbie. Als jij eens wist dat ik van plan was met jullie zodra ik hieruit ben, sluit je je zonder twijfel aan bij Koen en Milo.



Asylum // MabbieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu