8. Druk

1K 37 4
                                    

Het schuin geschreven stukje is een flashback!!  

Samen met Marion, Floris en Merel, zo heet de 'onbekende' politieagente dus, hebben we de getuige gehoord. Helaas waren het geen bruikbare getuigen. Het enigste wat ze ons konden vertellen was dat het meisje Rixt van der Woude heet. Dar waren wij ondertussen ook achter gekomen, want Rixt had haar tasje inclusief papieren bij zich. Ook haar telefoon zat in haar tas en deze wordt onderzocht op mogelijke aanwijzingen. De zaak is voor de recherche, en dat zijn wij helaas niet. Floris was achteraf nog naar mij toegekomen, om zijn excuses aan te bieden voor het feit dat Carmen zo was opgedoken. Ik had alleen maar gezegd dat dat niet nodig was, en toen zijn Marion en ik in de auto gestapt en naar het bureau terug gereden. Toen we in de auto zaten, nam Marion mij nieuwsgierig op. 'Wat was dat, tussen jou en Wolfs?', vroeg ze me. 'Irritatie, heel erg veel irritatie', zei ik tegen haar, en ik reed door.

Ik heb in mijn eentje de weg terug gevonden, van het Café naar het bureau. Eigenlijk was het gewoon pure mazzel, want ik reed er bijna langs. Net op tijd sloeg ik af omdat ik het busstation herkende. Marion was daar trots op, dat zag ik aan haar. Ik ken Marion pas twee dagen, maar ik mag haar absoluut nu al. Floris is een ander verhaal. Ik mag hem wel, maar na ons afspraakje kom ik hem liever even niet meer onder ogen. Dezelfde dag nog komt Floris naar mij toe. 'Eva, kan ik even met je praten', vraagt hij mij. 'Ik heb het druk, Floris. Marion en ik gaan zo weer de straat op.' kaats ik terug, nog steeds een beetje teleurgesteld in Floris. Floris kijkt bedroeft en gelijk voel ik me schuldig. 'Misschien heb ik nog wel vijf minuten' geef ik toe, en gelijk kijkt Floris weer blij. Hij loost me een halletje in vlak bij de kantoortuin. 'Het spijt me van de vorige keer, dat Carmen zo kwam binnenvallen. Ze is mijn vriendin, al 5 ja....' ik kap hem af. 'Floris, je hoeft je niet te verontschuldigen. Het had tenslotte niets te betekenen, toch?' Floris kijkt ongemakkelijk. 'Nee... Nee het had niets te betekenen' stottert hij. 'Dus dan hoef je je ook niet te verontschuldigen, Wolfs.' Ik vind Wolfs beter bij hem passen dan Floris, dus besluit ik om hem vanaf nu Wolfs te noemen. Wolfs is veel stoerder dan Floris. 'Maar zou je, eeeh, misschien dan nog een keer iets willen gaan drinken, gewoon, als vrienden' vraagt hij mij. 'Ja, dat lijkt me leuk' glimlach ik, en Wolfs loopt tevreden de kantoortuin in.


'Ben je er klaar voor?' Vraagt Marion aan mij wanneer we klaar zijn met werken. Ik heb haar zo ongeveer verteld dat ik Wolfs leuk vind. Het glipte er uit. Ondertussen loop ik alweer 2 maanden stage. Ondanks dat Marion 14 jaar ouder is dan dat ik ben, zijn we erg close met elkaar. Niet op de manier van elke keer afspreken, want ik zie haar al elke dag op het bureau, maar op de manier van elkaar zo ongeveer alles vertellen. Marion is tot nu toe de enigste 'buitenstaander' die ik verteld heb over wat er allemaal in mijn jeugd gebeurd is. Ook dat floepte er ongeveer uit.

We hadden een zaak, een meisje van ongeveer 15 die huilend en onder het bloed en de blauwe plekken op straat was gevonden. De vrouw die het meisje had gevonden had de politie gebeld en Marion en ik zijn er naartoe gegaan. Toen ik het meisje zo zag zitten wist ik al genoeg, ik had er zelf ook vaak genoeg op die manier bijgezeten. In die tijd was er niemand die de politie belde, want ik liet het niemand weten. Daar heb ik enorme spijt van gehad. Ik ben naar haar toe gelopen en op ooghoogte voor haar geknield. 'Hallo, ik ben Eva van Dongen, wie ben jij' had ik haar gevraagd. 'Ik.....ik ben R-robin' had het meisje gestotterd met tranen in haar ogen, die later op haar wangen naar beneden liepen. 'Hoi Robin, wat is er gebeurd? Waarom huil je?' Vroeg ik. Ik begon expres niet over de wonden en de blauwe plekken, want dan zou ze niets meer loslaten. Marion keek zwijgend van een afstandje toe. Ook zei had door dat ze me dit beter in mijn eentje kon laten afhandelen. 'Ik ben gevallen' zei Robin stoer. 'Ik ben ook heel erg vaak gevallen, maar ik heb nooit zulke wondjes en blauwe plekken gehad' zei ik. 'Ik ben echt gevallen hoor' hield ze koppig vol, maar ze zei het zacht en aarzelend. 'Robin het is nog niet te laat om hier aangifte van te doen, ik heb het nooit gedaan, en daar heb ik heel erg veel spijt van. Jij kan het nog wel doen.' Ik brak. Ik slikte het brok in mijn keel weg en probeerde om de tranen terug te knipperen. Marion zag het en klopte aanmoedigend op mijn schouder. 'Robin, ik vraag het je, je kunt het nu nog doen. Jou aangifte zal geldig zijn, en diegene die je dit heeft aangedaan zal daarvoor veroordeeld worden' zei ik met een gebroken stem. 'Hij doet het elke avond bij mij, mijn zusje minder vaak, gelukkig' begon Robin afwezig te vertellen "s avonds komt hij naar mij toe, en dan verkracht hij me. Hij zegt dat ik er niets over mag zeggen, anders doet hij mijn zusje wat aan, en dat wil ik niet.' De tranen gleden weer over haar wangen en ik trok haar naar me toe en knuffelde haar stevig. 'Het gaat allemaal goed komen, meis. Als jij aangifte doet, dan gaat hij de gevangenis in.' 'Ik kan geen aangifte doen, dan doet hij Nien wat aan' zei Robin geschrokken. Ik nam aan dat Nien haar zusje is. 'Als jij aangifte doet, dan gaat hij de gevangenis in. Dan kan hij jou en je zusje nooit meer wat aandoen.' Robin klaarde een beetje op. 'Meen je dat?' Vroeg ze ongelovend. 'Ja, dat meen ik' zei ik en we begeleide Robin naar de politieauto.

'Zie ik er zo wel leuk uit? Ik wil er niet uitzien als een halve gare.' Zeg ik tegen Marion waardoor ze in de lach schiet en begint te knorren. Ook ik schiet in de lach, en al snel rollen de tranen over onze wangen. Marion is met mij mee gelopen maar de kleedkamer, waar ik me heb omgekleed voor 'een vriendschappelijke' avond met Wolfs. Wolfs is nog steeds met Carmen, en ik ga daar nogsteeds niet tussen zitten. Carmen kent mij, en ik ken Carmen. Ze is een soort van vriendin van mij geworden. We doen geen dingen samen, maar ik spreek haar wel eens. 'Wolfs zal niet weten wat hij ziet' lacht Marion, met tranen op haar wangen. In tegenstelling tot mij, heeft Marion een enorme hekel aan Carmen. 'Het komt wel goed Mar, het is alleen maar wat drinken hoor.' 'Eef, ik wil gewoon dat je rustig aandoet, ik vertrouw die Carmen gewoon niet' zegt Marion met een ernstig gezicht. 'Ik ben volwassen, ik red me wel, maar bedankt voor je bezorgdheid' zeg ik, en ik meen het ook.


Een goed begin ( Goed Begin #1)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu