18. Verklaringen

722 30 0
                                    

Een aardige Chinese vrouw geeft ons een tafeltje bij het raam. Wolfs schuift mijn stoel naar achter en snel ga ik zitten. Wanneer Wolfs tegenover me zit lacht hij naar me. 'Weet je, Eef' vraagt hij. 'Hmm?' antwoord ik. 'Ik ben zo gelukkig met een vrouw als jij' zegt hij liefdevol. Ik bloos. Normaal was ik helemaal niet iemand die veel bloosde, maar nu lijk ik wel een soetsappige suikerspin. Wolfs heeft me veranderd, zachter gemaakt. 'Wat wilt u bestellen?' vraagt de serveerster. 'Doe maar twee bami' zegt Wolfs voordat ik kan reageren. 'Oké, komt er aan' zegt de serveerster en ze loopt de keuken in.

De hele avond hebben we het enorm gezellig. Bij de Chinees hebben ze Whiskey, en Wolfs drinkt het weg alsof het water is. 'Eef, ik hauw van jauw' zegt hij met dubbele tong. 'Ik ook van jou' zeg ik, want ik weet dat hij het morgen al vergeten is. 'Kom, tijd om naar huis te gaan' zeg ik tegen hem. Snel betaal ik de rekening, ondanks dat Wolfs zou betalen, weet ik dat hij daar nu niet meer voor in staat is, en ik ga niet in zijn portemonnee zitten. Zo goed als ik kan strompel ik met Wolfs aan mijn schouder naar huis. Mijn pols, die nog steeds in het gips zit, werkt ook niet mee. De weg naar huis zou maar vijf minuten moeten duren, maar na vijftien minuten steek ik eindelijk de sleutel in het slot. Met een zucht draai ik de deur open en begeleid ik Wolfs naar de bank, waar ik hem op laat neerploffen. Wolfs houdt mijn hand vast en voor ik weg kan lopen om een glas water te pakken wordt ik door Wolfs terug getrokken. Ik val boven op hem en hij begint me wild te zoenen. Ik ga helemaal op in de kus. Met een bons valt er iets op de grond, en nog geen seconde later begint het apparaat te trillen op de grond. Wolfs' mobiel. Hij negeert het ding, maar de naam Carmen die oplicht op het scherm kan ik niet negeren. Ik maak me los van hem en sta op. Dit was toch wel een slecht idee.

Wanneer ik terug de woonkamer inloop ligt Wolfs al te slapen. Ik kijk naar de klok, half 1. Carmen zal wel enorm ongerust op Wolfs zijn. Alsof ze het gehoord heeft begint de telefoon weer te trillen. Wolfs wordt er niet wakker van. Ik pak de nog trillende telefoon op en besluiteloos sta ik ermee in mijn handen. De telefoon stopt met trillen. Ik zucht. Wanneer de telefoon weer begint te trillen pak ik hem op. 'WOLFS WAAR HANG JE VERDOMME UIT' schreeuwt Carmen door de telefoon. 'Eeh, Car, met Eva' zeg ik. 'Eva?' vraagt ze. 'Ja, Eva' zeg ik. 'Eva, wat doe jij met Wolfs zijn telefoon?' 'Hij ligt op de bank te slapen. We zijn uit eten geweest nadat hij mijn pols heeft gebroken' zeg ik. 'Eeeeh, wat?' vraagt ze verbaasd. 'Ja, zoals ik het zeg. Hij stond voor mijn deur en ik liep tegen hem op en toen viel ik en brak ik mijn pols' 'Eeh oke dan, ik kom Wolfs halen' zegt ze en ze hangt op. Shit, dit was geen goed idee.




Een goed begin ( Goed Begin #1)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu