20. Beschoten

738 30 0
                                    

'WOLFS' schreeuw ik en ik laat me naast Wolfs op de grond vallen. Hij beweegt niet en uit een wond op zijn schouder, vlak boven zijn hart, stroomt het bloed naar buiten op de grond. 'VERDOMME, wordt wakker' zeg ik en ik geef een zachte klap op zijn wang. Geen reactie, 'Wolfs, Wolfs, kan je me horen' vraag ik hem en ik geef hem nog een klap op zijn wang. Weer geen reactie. Dang voor wat er komen gaat druk ik twee vingers tegen zijn keel, zoekend naar een hartslag blijf ik zitten. Onder mijn vinger blijft het stil. Niets wijst erop dat Wolfs' hart nog klopt. Geen hartslag. Ik zak ineen op zijn borst en ik laat mijn tranen lopen. 'Verdomme, Wolfs' snik ik. Ik strijk met mijn hand door zijn grijze haar, en ik laat mijn hand steeds verder naar beneden glijden, tot het op de wond ligt. Zijn bloed stroomt nog wel, dus mijn hand zit binnen één minuut onder het bloed. Carmen is ondertussen zachtjes de deur uitgelopen, maar die krijg ik nog wel. Ik zal haar persoonlijk oppakken voor wat ze Wolfs heeft aangedaan. Ik lig zo bij Wolfs tot ik sirenes hoor. Door het raam weerspiegelen de blauw zwaailichten op de muur. De collega's zijn gearriveerd. Ik neem de moeite niet om op te staan. Er stroomt nog steeds bloed naar buiten en ondertussen zie ik er uit alsof ik op Wolfs heb geschoten. Dan valt het kwartje. Wolfs' bloed stoomt nog steeds, dat kan niet als zijn hart niet klopt. Shit, al die tijd leeft Wolfs dus nog en ik lig te wachten tot Wolfs leegbloed. Snel sprint ik naar het raam, buiten zie ik de collega's staan. Wapens getrokken en kogelvrije vesten aan. Ze sluipen richting de deur van de flat benden. Ik gooi het raam open. 'HIERBOVEN, ER IS IEMAND NEERGESCHOTEN, EEN COLLEGA' schreeuw ik door het raam. Ik neem niet de moeite om te wachten tot ik een reactie krijg. Snel ren ik naar de keuken waar ik een witte theedoek uit het kastje onder de gootsteen gris. Snel ren ik terug naar Wolfs en voorzichtig druk ik de doek op zijn schotwond. Ik druk de doek er tegenaan, de enige manier om het bloed een beetje te stoppen. Wolfs reageert door ineen te krimpen, want ik kan me voorstellen dat het pijn doet. Ik slaak een kreetje, hij leeft echt nog! Er wordt op de voordeur gebonsd, die nog open staat omdat Carmen de moeite niet heeft genomen om hem dicht te trekken. 'POLITIE' klinkt er. 'Hij is open!' roep ik terug. Er klinkt gepiep in de gang, een teken dat de deur wordt opengedaan. Voorzichtig schuifelen er een aantal voeten door de gang, richting woonkamer. Ik druk weer op Wolfs' wond. Nu slaakt hij een kreet van pijn. De theedoek, die eerst wit was, is nu bloed rood. Wolfs' bloed. Door de schreeuw komen de collega's nu de woonkamer ingestormd. Wapens getrokken. Ik kijk even op. Recht in de ogen van Marion. 'Eva!' zegt ze en ze rent op mij af, de collega's die waarschuwend roepen dat ze op afstand moet blijven. 'Shit, het is Wolfs' zegt ze wanneer ze naast me staat. De collega's hebben het ook gehoord. Ze rennen nu ook naar Wolfs en mij toen en een collega trekt mij omhoog. 'Tegen de muur!' schreeuwt ze. Het is Merel. Dan dringt het tot me door. Ik zit helemaal onder het bloed. Ze denken dat ik het heb gedaan! 'Nee Merel, ik heb...' zeg ik maar ze onderbreekt me. 'Je bent aangehouden op verdenking van poging tot moord' zegt ze. voor ik het weet heeft ze handboeien om mijn polsen gedaan en wordt ik naar buiten afgevoerd. 'WOLFS' roep ik voordat ze me de woonkamer uit begeleid. Ik kijk achterom naar Wolfs. Voordat Merel mijn hoofd weer weggedraaid vang ik een glimp op van Wolfs. Zijn ogen volgen mij. Dan ben ik de hoek om en is Wolfs uit zicht.





Een goed begin ( Goed Begin #1)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu