Hoofdstuk 29

124 10 3
                                    

hallo allemaal, wat ben ik een afschuwelijk mens die alles vergeet als ze vakantie heeft. Jammer genoeg heb ik de eerste schooldag weer achter de rug en heb dus tijd om weer aan mijn verhaal te schrijven ;0. Dus nogmaals sorry en hier het nieuwe hoofdstuk!
Xxx Pannekoekeef

Als de telefoon in het kantoortje ringelend afgaat en Jerry zuchtend naar binnen loopt om hem op te nemen helpt iedereen tot de tafel is afgeruimd en verspreid zich over de ruimte. Mensen zitten te kletsen, spelletjes te spelen of te stoeien (jongens...). Na een tijdje komt Jerry met een lijkbleek gezicht naar buiten gestormd half schreeuwend en snikkend. Als hij midden in de ruimte plotseling doodstil blijft staan kijken we hem met groten ogen aan.  Half stotterend probeert Jerry het uit te leggen, maar we begrijpen hem niet, dus hij word alleen maar zenuwachtiger. Nadat hij een paar slokjes water heeft genomen en treurig op de bank is geploft kan hij ons het duidelijk maken. "Ik zorg al een tijdje voor een oude mevrouw van wiens kleindochter bij mij in een stuk heeft gespeeld en ik wist dat ze ziek was alleen nu is het uitgelopen tot een longontsteking en staat ze op het punt om te overlijden".

Een paar mensen wensen hem sterkte toe en we geven hem ook een groepsknuffel. "Ik heb aan haar familie en haarzelf beloofd dat ik er zal zijn als het slechter gaat". "Ik moet naar naar toe!" schreeuwt hij plotseling. "Ik zal een vriend van mij bellen of hij het kamp kan overnemen, ik moet weg". Druk bellend pakt hij zijn spullen in en doet het in de taxi die is besteld. Vlak voor hij instapt draait hij zich naar ons om en zegt: "Mijn vriend kan pas vanavond komen, hij weet de weg tot aan het huisje dus jullie hoeven hem niet hier op te wachten, verder blijven jullie dus een paar uurtjes alleen, gedraagt je". Hij kijkt ons allemaal nog een keer vaderlijk aan en verdwijnt dan in de taxi die meteen optrekt. Gezamenlijk lopen we terug naar het huisje en blijven binnen in een begrafenis stemming elkaar een beetje afwachtend aanstaren. Na een tijdje gaan we als vanzelf uit elkaar en doet iedereen waar die zin in heeft. Louise en ik besluiten om naar buiten te gaan en lopen samen door het bos. Als we een mooi plekje zien en er zijn neer geploft ontspannen we een beetje. "Echt vervelend voor Jerry" begint Louise, maar ik heb geen zin om te praten het incident brengt me terug naar de verbannen herinneringen.

Een tijdje waren we in onze eigen gedachten tot dat Louise naar me toe boog en haar telefoon in mijn zicht duwde. Ik keek recht naar een foto met twee lachende meiden, een blondine en een brunette, wij. Zonder iets te zeggen schoof ze naar de volgende foto. Deze foto was gemaakt op de kermis en ik lachte recht de camera in met een grote suikerspin half voor mijn gezicht. De laatste foto kan ik me nog goed herinneren, hij was gemaakt toen ik nog in het ziekenhuis lag en Louise pas weer naar een paar dagen zag. We staan er lachend en knuffelend op. "Rosie wat is verband tussen al deze foto's?". Ik dacht na en kwam op het antwoord "Ik was oprecht blij". "Inderdaad, ga al je herinneringen na met mij en je ziet dat we in die herinneringen allebei oprecht blij waren". Ik geef haar een glimlachje terwijl er tranen in mijn ogen staan. "Wat ik wil zeggen" gaat Louise verder "Is dat ik er altijd er voor je zal zijn om je blij te maken, maar ook om je te helpen door je verdrietigheid ook al weet ik niet waar het over gaat". Ik wist dat ze doelde op de herinneringen die me nu telkens achtervolgde. Nu was ik de gene die me naar de ander toe boog en ik trok haar in een dikke knuffel trok. Toen mijn hoofd op haar schouders lag begonnen de tranen te stromen en murmelde ik tegen haar: "En ik zal precies hetzelfde voor jou doen". Ze stond op en trok me mee omhoog "Kom we gaan een eindje wandelen dan kom je tot rust". Ik hou zoveel van mijn vriendin.

"Lou welke kip nuggets kant wil je op ik kan elk moment of op mijn bek gaan of mijn hoofd stoten". Ik had het nog niet gezegd of ik liep met mijn hoofd tegen een laag overhangende tak aan. "Auw!, Fudge!". Louise draaide zich om een liet haar befaamde oogrol zien. "Stel je niet aan, ik zag iets glinsteren daar en wil kijken wat het is". Mopperend liep ik verder achter haar aan. Ik had vaker de ontdekkingstochten met Louise gemaakt, ze was zo nieuwsgierig als ik weet niet wat. "Kijk dit is nou wat ik zocht al die tijd!". Met een ruk kijk ik voor me. Een klein schattig meertje strekt zich voor ons uit en het schittert in de middagzon. Tevreden loopt Louise naar de waterkant en steekt haar teen in het water. "Precies goed". "Precies goed voor wat?" vraag ik achterdochtig. "Om te zwemmen" zegt ze op een 'duh' toon. "Lou ik help je er even aan te herinneren, maar we hebben geen zwemkleding aan of mee". Ze draait zich zuchtend naar me om. "Je kan ook gewoon in je ondergoed zwemmen hoor". "Ben je gek geworden of zo!" schreeuw ik uit terwijl ik mijn hand op haar voorhoofd leg. "Straks komt er iemand aan!". Ze zucht nog een keer en slaat mijn hand weg. "Kijk waar we doorheen moesten om hier te komen, er komt niemand". Ze wacht niet op mijn antwoord en doet haar shirt en korte broek uit. Nog een keer kijkt ze me vragend aan en rent dan het water in. Zuchtend en in discussie met mezelf kijk ik hoe ze verkoeling in het water zoekt en zwicht dan. Als ik rillend in mijn ondergoed bij de waterkant sta aarzel ik een paar seconden en ren dan ook het water in. Het water is heerlijk en verkoelend. We dartelen in het water rond, zwemmen en proberen elkaar onder water te krijgen. Als we na een tijdje op een platte rots in de zon liggen op te drogen hoor ik een geluid achter me. Ik ga rechtop zitten en kijk achter ons naar de bosjes. De waarheid dringt tot me door als ik maar een al te bekende stem hoor: "Ah kijk we hebben gezelschap van twee prachtige dames!"

toneel liefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu