Hoofdstuk 6

235 16 3
                                    

Eva pov

Sanne heeft haar ogen dichtgedaan nadat ik schone kleren bij haar heb aangedaan. Ik til Sanne voorzichtig op en leg haar onder de dekens neer. Zelf ga ik naast haar liggen boven de dekens. Ik sla mijn arm om Sanne heen en trek haar dicht tegen me aan. Ze blijft doorslapen. Ze is doodmoe, uitgeput. Wolfs komt even later in de deuropening staan. Hij kijkt naar ons met een kleine, bezorgde glimlach op zijn gezicht.

'Wolfs... Wist e dat Jake nog leeft? Hij en Alex hebben haar net hier verkracht.' Als ik eraan terugdenk krijg ik weer tranen in mijn ogen. Hoe moest het voor Sanne wel niet geweest zijn? Verschrikkelijk waarschijnlijk.

'Niet te geloven. Vandaar dat ze zo moe is.' Wolfs loopt naar mij toe en geeft me een kus op mijn mond. Hij kijkt naar Sanne die heen en weer woelt in het bed.

'Ze is zo sterk, Wolfs. Ik vind het nog steeds moeilijk te geloven dat ze bijna een paar jaar na haar geboorte bijna iedere dag is verkracht en gekleineerd.' Ik aai voorzichtig over Sanne's blonde haren.

'Ik weet wel van wie ze het heeft. Van haar lieve oudere zus die nu heel beschermend naast haar ligt,' zegt Wolfs met een ondeugende glimlach op zijn gezicht.

'Heeft ze nog een zus dan?' Ik kijk hem ondeugend aan.

'Ik had het over jou, Eef.' Wolfs komt naast mij op bed zitten.

'Nee!' Sanne word met een harde gil wakker. Ze ziet dat ik nog naast haar lig en zucht diep. Ik trek haar dicht tegen mij aan en zet haar op mijn schoot. Sanne speelt wat met mijn losse haren.

'Zullen we naar beneden gaan?' vraag ik aan Sanne en ze knikt. Ik hou Sanne zo vast dat ik haar kan optillen en niet veel later lopen we naar beneden. Lola en Nienke zijn net thuisgekomen en zijn vrolijk met Lilly aan het spelen. 

'Mag ik misschien wat drinken?'  vraagt Sanne zacht en ze kijkt nieuwsgierig naar Esmee en Marion die nog op de bank zitten.

'Natuurlijk mag dat,' zeg ik en met Sanne in mijn armen loop ik naar de keuken. Eenmaal in de keuken zet ik Sanne op de grond. 

'Wat wil je?' vraag ik en Sanne denkt even na.

'Thee,' antwoord ze zacht met een lieve glimlach, maar die verdwijnt al snel als ze Jake en Alex voor het raam ziet staan.

'Wolfs... Oh nee he...'  Nu zie ik Jake en Alex ook staan. Sanne begint zachtjes te huilen als de deurbel gaat.

'Wolfs! Jake en Alex staan voor de deur!' Ik kijk naar Sanne die als verstijfd aan de grond genageld staat. Ik kniel voor haar neer en ze slaat haar armen om mijn nek en ik til haar op. Sanne legt haar hoofd tegen mijn schouder aan en ik wrijf zachtjes over haar rug om haar te kalmeren. Ze begint weer te huilen als Wolfs de deur opendoet.

'Wegwezen hier. Nu!' hoor ik Wolfs zeggen. Jake duwt Wolfs opzij en loopt naar binnen.

'Ga naar Marion, alsjeblieft.' Ik zet Sanne op de grond en ze rent zo snel als ze kan naar Marion. Marion tilt haar op en zet haar op haar schoot. Even stribbelt Sanne tegen, maar als ze merkt dat Marion haar geen pijn zal doen word ze wat rustiger.

'Wat doe je hier?!' Ik zet mijn handen in mijn zij en kijk Jake kwaad aan.

'Ik kom mijn dochters opzoeken,' antwoord Alex die mij van achteren vastpakt. 

'Dat heb je al gedaan! Je maakt Sanne's leven helemaal kapot!' Ik probeer me los te rukken uit Alex' sterke handen, maar dat lukt niet. Hij is te sterk.

'Jij maakt haar leven kapot! Ze haat je, dat heeft dat kreng net zelf gezegd toen ze met ons naar bed ging. Ze vond het trouwens erg lekker.' Ik hoor Alex lachen. Ik kijk naar Sanne die nog steeds aan het huilen is. Ze schud zachtjes haar hoofd ten teken dat Alex liegt. Hij liegt altijd. Dat weet ik. En dat weet Sanne ook.

'Wat wil je...' vraag ik en Alex' greep om mijn armen versterkt.

'Jou of dat krengetje daar.' Alex kijkt naar Sanne die haar gezicht heeft begraven in Marion's t-shirt. Marion kijkt mij aan terwijl ze zachtjes over Sanne's rug wrijft. Sanne word niet rustiger. Ze lijkt het niet eens te merken.

'Neem mij maar. Sanne hoeft dit niet nog een keer mee te maken.' Alex duwt mij vooruit door de deur. Wolfs kijkt mij verslagen aan.

'Let op Sanne, alsjeblieft!' roep ik nog voordat Alex mij in zijn auto duwt. Jake stapt ook in. Ik zie dat Wolfs aan het bellen is. Hij kijkt naar het nummerbord van de auto en geeft dat door aan degene aan de telefoon. Waarschijnlijk is dat Mechels. Ik heb nu toch weer een beetje hoop gekregen.

'Denk maar niet dat we ons laten volgen. Je ziet ze voorlopig niet meer terug.' 

TerugkeerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu