Hoofdstuk 8

354 19 0
                                    

POV WOLFS
Ik loop door de supermarkt en denk opeens Eva te zien. "Eva wat doe jij nou weer hier?" Vraag ik aan haar. Ik kijk in haar ogen en zie dat ze verdrietig is. "Ik ben terug gegaan naar Amsterdam vanochtend. Ik zei tegen hem dat ik moest werken. Ik weet het gewoon niet meer." Geeft ze eerlijk toe. "Eva zullen we anders wat leuks gaan doen? Hoef je er even niet meer aan te denken." Ik kijk haar vragend aan. Ze knikt ja. "Haal je me over een uurtje op? Dan kan ik nog even boodschappen doen?" Vraagt ze aan me. Ik stem in en ga afrekenen en rij weg.

POV EVA
Ik reken af en loop naar de auto. En denk aan Wolfs. Wat lief dat hij zo aan me denkt. En wat ben ik gemeen. Ik zeg Frank aan voor Wolfs. Ik ben echt geen goede vriendin. Ik moet de relatie echt beëindigen. Ik pak thuis de boodschappen uit en ga nog even douchen. De bel gaar dus ik doe open. Het is Floris. Ik krijg gelijk weer de kriebels in mijn buik. Hij ziet er weer geweldig uit. Ik stap in zijn auto. "Wat gaan we eigelijk doen?" Vraag ik nieuwsgierig aan Floris. "Ik neem je mee naar het strand. Daar ga ik altijd naar toe als ik het niet meer weet." Zegt hij tegen me. Wat vind ik hem toch lief, hij heeft echt het beste met me voor. Op het strand aangekomen gaan we op de duinen zitten, met uitzicht op de zee. Floris is stil. Hij zit alleen maar naast me. Hij heeft wel gelijk. Dit geeft me rust. Ik weet wat ik moet doen. Ik moet het uitmaken met Frank. Waarom is het zo moeilijk. Samen lopen we naar het restaurant toe en gaan we wat eten. Onderweg naar huis gaat de telefoon. "Het is Frank." Zeg ik geschrokken tegen Floris. "Neem maar op Eef." Zegt hij. "Hee Frank wat is er?" Probeer ik zo lief mogelijk te zeggen. "Je was opeens weg. Weetje zeker dat het je werk is waarom je weg moest?" Vraagt hij. Ookal lief ik beledigd hij me wel met deze woorden. "Natuurlijk ik ben nu nog aan het werk hoezo?" Vraag ik. "Er is iets anders aan je Eefke. Ik voel het. Wil je het niet meer?" Vraagt hij snikkend. Nu word ik boos. Hij weet dat ik geen Eefke genoemd wil worden. Zo noemde me vader me ook altijd. " noem me geen Eefke je weet dat ik dat haat. Woensdag ben ik vrij dan kom ik naar je toe. Dan praten we verder. Ik moet nu echt weer gaan werken." Zeg ik boos terwijl ik ophang. "Eva rustig maar." Zegt Floris terwijl hij zijn hand op mijn been legt. Ik krijg er de kriebels van. Hij zet me thuis af. "Wil je nog binnen komen?" Vraag ik aan Floris. Hij stemt in en we lopen samen naar binnen. Daar geef ik hem een biertje en voor mezelf pak ik een chocomel. Ik ben zo blij met hem als collega. Hij zorgt echt goed voor me. We kijken samen naar de film taken. Ik voel me ogen steeds kleiner worden. Ik val in slaap tegen zijn schouder aan.

Eva in opleiding.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu