Hoofdstuk 21.

23 3 0
                                    

Alex en ik willen zo vlug mogelijk actie te ondernemen, hoe bang we ook zijn. Dit kan niet meer verder.

Wanneer ik naar de les stap vind ik in mijn pennenzak nog een briefje.

"Kom naar steenweg 316C."

Ook werd er vermeld niemand anders mee te nemen,  anders dreigt er gevaar. Wanneer ik thuiskom, vertel ik mam dat ik naar Elena ben.

Ik neem mijn gsm en typ het adres in.

Eens aangekomen beland ik in een leeg, donker steegje. Ik voel een zacht windje langs mijn gezicht.

Ik hoorde opeens verschillende, fluisterende stemmen. Ééntje herkende ik uit duizend.

"Ga weg Hemera."
"Aaron waar ben je?", schreeuwde ik.

Aaron's stel stierf weg en miek plaats voor een veel luidere en zwaardere stem.

"Ik heb lang naar je uitgekeken."

"Wie ben je?"

"Ik ben je vader, Hemera, je echte. Mijn naam is Satan."

"S-s-s-satan?"

"Ja goed gehoord, Hemera."

"Hoe kan dat? Betekend dat dat u een god bent?"

"Hemera, je moeder was een Merphie ( een mens ), ik ben een Alemphie ( een god ). Dat wil zeggen dat jij en Aaron Smerphie's zijn ( halfgoden ). Een mens kan een bevalling van een Smerphie niet overleven. Het spijt me."

"W-w-wat?" ,Ik snak naar adem.

"Ik zou je graag meenemen naar je thuis, de onderwereld."

"Wacht, je zei dat Aaron ook een Smerphie is?"

"Ja, en hij liet de briefjes achter in mijn naam."

Ik ren weg en hoop dat ik morgen wakker word en alles een nachtmerrie was. Dit word te veel. Ik kan het niet meer aan.

Net voor ik insla in mijn straat, rijd een auto op mij af.

Dark ParadiseWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu