9 - Victoria

8.7K 440 16
                                    

'Zullen we weer verder lopen?' stel ik voor nadat ik mijn tranen heb weggeveegd. Brandon knikt en staat op. Hij pakt mijn hand en trekt me overeind. Wanneer we verder lopen laat zijn hand de mijne niet los en ik vind het goed zo. Brandon is niet als hém. Ik vertrouw Brandon helemaal. In de verte hoor ik muziek.

'Zullen we kijken?' stelt Brandon voor die het blijkbaar ook heeft gehoord. Ik knik en we lopen in de richting van het geluid. Er staat een bandje te spelen. Veel mensen staan erbij te dansen.

'Feestjes midden op de dag' lacht Brandon. 'Dat is nieuw.' Ik haal mijn schouders op.

'Ik vind het wel leuk.'

'Zullen we dansen dan?' stelt hij voor. Ik knik. Op een gegeven moment komt er een rustiger liedje. Brandon slaat zijn armen rond mijn middel en drukt me tegen zich aan. Ik sla mijn armen rond zijn nek en glimlach naar hem. Hij glimlacht terug en kijkt me doordringend aan. Zijn oceaanblauwe ogen doorboren de mijne. Langzaam komt zijn gezicht dichterbij. Wanneer zijn lippen de mijne raken glimlach ik voor ik meega in zijn kus. Brandon verplaatst zijn hand naar mijn wang en strijkt er zacht met zijn duim overheen. Hij begint te glimlachen waardoor ik ook moet glimlachen. Ik trek terug en kijk hem aan. Zijn glimlach zit nog steeds op zijn gezicht.

'Hoe laat is het?' vraag ik.

'En dat vraag je je nu af?' lacht hij.

'Nou en.' Brandon laat me met één arm los en pakt zijn mobiel.

'Het is bijna half vijf.'

'Zo laat al?' zucht ik.

'De tijd gaat snel als je het leuk hebt.'

'Dat kun je wel zeggen, ja' mompel ik. Brandon stopt zijn mobiel weer in zijn zak en slaat zijn arm weer om me heen. Ik sla ook mijn armen om hem heen en druk mezelf tegen hem aan. Hij houdt me iets steviger vast. Ik kan niet geloven dat we net hebben gezoend. Of nou ja, een poging tot. We moesten allebei glimlachen dus lukt het niet.

'Victoria, zullen we naar het hotel gaan?' vraagt Brandon.

'Is goed.' Hij laat me los en pakt mijn hand vast. Zo lopen we naar de bushalte.

'We kunnen ook een keer lopend' stelt Brandon voor. 'Het is maar tien minuten.'

'Oke.' Terwijl we naar het hotel lopen staat er een koude wind. Kippenvel verspreidt zich over mijn armen. Brandon trekt zijn vest uit en geeft hem aan me.

'Hier' glimlacht hij.

'Dank je' zeg ik terwijl ik hem aantrek. 'Ik had iets anders moeten aantrekken.'

'Ach, je ziet er wel leuk uit' zegt Brandon. Ik glimlach naar hem. Hij pakt mijn hand weer vast en we lopen verder.

Als we bij het hotel aankomen wil ik zijn vest weer uittrekken maar hij houdt me tegen.

'Hou maar aan. Ik heb het toch niet koud.' Ik knik en we lopen naar binnen. In het restaurant loop ik achter Brandon aan. Hij loopt richting een vrij tafeltje en schuift een stoel naar achter.

'Ga maar zitten' zegt hij. Ik ga zitten.

'Dank je.' Daarna neemt hij zelf ook plaats. Ik pak de menukaart.

'Er is zoveel' zucht ik. 'Ik weet niet wat ik moet kiezen.' Brandon lacht.

'Moet ik voor je kiezen?' vraagt hij.

'Oke.' Hij pakt de kaart van me over en leest alle gerechten aandachtig.

'Ik weet het' zegt hij.

'Mooi.



Who I amWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu