*Ik stuur je het adres alleen als je er geen politie bijhaalt.*
*Zal ik niet doen.* Ik meen het echt. Ik wil niets liever dan Victoria in mijn armen kunnen sluiten. Even later krijg ik het adres toegestuurd. Ik zet mijn gps aan en loop de route. Het is lopend een kwartier hier vandaan maar ik ren.
Zodra ik aankom zie ik een soort hut. Het staat middenin het bos. Langzaam loop ik naar binnen. Ruben staat in de kleine hal te wachten.
'Daar ben je' zegt hij.
'Waar is ze?' vraag ik.
'Daar.' Hij wijst naar een deur. Ik wil erheen lopen maar hij houdt me tegen. 'Ik haal haar wel voor je.' Hij loopt de kamer in en komt even later terug met Victoria. Hij duwt haar voor me neer. Meteen hurk ik voor haar neer. Haar hoofd is voorovergebogen. Ik leg mijn hand onder haar kin en duw haar hoofd omhoog. Haar ogen zijn rood van het huilen. Opgedroogd bloed siert haar gezicht.
'Victoria...' stamel ik. Ik ben sprakeloos. Het doet me pijn om haar zo te zien. Opeens hoor ik stemmen. Ter bescherming sla ik mijn armen om Victoria heen.
'Politie, op de grond, nu!' Een zucht van opluchting verlaat mijn mond. Ook al heb ik ze niet gebeld, ik ben toch wel blij dat ze er zijn. Ik hoor Victoria snikken. Troostend wrijf ik over haar rug tot ik een hand op mijn schouder voel. Met een ruk kijk ik op, recht in het gezicht van mijn vader. Hij glimlacht naar me. Ik glimlach terug.
'Kom, we gaan' zegt hij. Ik knik en help Victoria overeind. Meteen wordt ze uit mijn armen getrokken door een aantal agenten.
'Doe eens rustig!' zeg ik geïrriteerd. Ze zetten haar in een politieauto. Mijn vader legt zijn hand op mijn schouder en leidt me naar buiten.
'Je zal wel moeten getuigen' zegt hij. Ik knik.
'Heb jij trouwens geregeld dat de politie kwam?' vraag ik. Mijn vader knikt.
'Ik kon gemakkelijk zijn mobiel opsporen. Zo slim is hij nu ook weer niet.' Ik sla mezelf voor mijn hoofd. Waarom heb ik niet daaraan gedacht?
Een paar uur later mag Victoria eindelijk mee naar huis. Na de politie en het ziekenhuis was ze het wel zat. Gelukkig heeft Ruben haar niet verkracht maar hij heeft haar wel mishandeld. Victoria staart uit het raam van de auto. Ik weet niet wat ik moet doen. Ik weet niet of ik haar aan mag raken. Ze heeft amper een woord tegen me gezegd. Mijn vader stopt de auto voor Victoria's huis. Victoria bedankt hem en stapt uit. Ik doe hetzelfde en loop met haar mee. Voor de deur stopt ze en draait ze zich om naar mij.
'Zou je willen blijven vannacht?' vraagt ze zacht.
'Ja, natuurlijk.' Ik draai me om en gebaar naar mijn vader. Hij knikt begrijpend. Victoria belt aan en binnen een paar seconden vliegt de deur open en staat Jenna in de deuropening.
'Waarom heb je niks van je laten horen?' vraagt ze terwijl ze haar armen om Victoria heen slaat. 'Ik was zo ongerust. Ik wist niet eens waar je was tot de politie me belde om te zeggen dat je daar was. Maar ze zeiden dat je aan Brandon en zijn vader genoeg had. Laat me alsjeblieft nooit meer zo schrikken.' Ze laat haar weer los en loopt voor ons uit naar de woonkamer. We nemen allemaal plaats.
'Dus Ruben kon zich weer niet gedragen?' vraagt Jenna. 'Wat heeft hij allemaal gedaan?'
'Hij heeft me geslagen' mompelt Victoria.
'Heeft hij ook aan je gezeten?' Ze schudt haar hoofd.
'Dat zou hij alleen doen als ik niet luisterde.' Een gevoel van opluchting gaat door me heen. Hij heeft tenminste niet met zijn vuile poten aan haar gezeten. Jenna knikt begrijpend en kijkt dan mij aan.
'Bedankt dat je haar hebt gered' zegt ze.
'Geen probleem. Ik vond het ook vreselijk toen ik erachter kwam dat ze daar zat.'
'Ik ga naar boven' zegt Victoria terwijl ze opstaat. 'Ga je mee?' vraagt ze aan mij. Ik knik en loop achter haar aan naar boven. We belanden in haar kamer.
'Ik ga even douchen.' Victoria loopt de badkamer in. Ik ga op haar bed zitten en kijk de kamer rond. Het is een typische meidenkamer, grote kledingkast, kaptafel met make up, en vooral, roze decoratie. Mijn blik valt op een foto op haar bureau. Ik sta op en pak de foto op. Er staan twee volwassenen en een meisje op. Dat meisje is sowieso Victoria en die volwassenen zijn vast haar ouders. Ze lijkt erg veel op haar moeder. Ik leg de foto weer weg en pak een andere. Hier staan Victoria en ik op. Ik geef haar een kus op haar wang en zij lacht. Glimlachend kijk ik ernaar.
'Wat doe je?' Ik draai me om en zie Victoria in de deuropening staan.
'Naar deze foto kijken' zeg ik terwijl ik de foto omhoog hou. Ze loopt naar me toe en glimlacht als ze de foto ziet. Vervolgens trekt ze hem voorzichtig uit mijn handen en legt ze hem terug op haar bureau.
'Nog bedankt' zegt ze. 'Voor dat je me bij Ruben weghaalde.'
'Geen probleem.'
'En ik vind het heel lief van je dat je je geheim bekend heb gemaakt voor mij.'
'Moest ik je dan daar maar laten zitten?' vraag ik. Victoria kijkt me aan en voor ik het weet heeft ze een zachte kus op mijn lippen gedrukt. Een glimlach vormt zich op mijn gezicht.
'Sorry dat ik bijna niks tegen je zei de laatste tijd' verontschuldigt ze zich.
'Geeft niets. Ik begrijp het volkomen.' Ik pak haar hand vast. Meteen schiet haar blik naar onze handen. Kort glimlacht ze.
'Kom.' Ik trek haar mee op bed.
'Zullen we gewoon in bed gaan liggen?' stelt ze voor. Ik knik en sta weer op.
'Dan trek ik even mijn kleren uit' zeg ik. Ik kleed me uit tot mijn boxer en kruip dan bij haar in bed.
'Wat deed Ruben eigenlijk bij je?' vraag ik. 'En niet alleen zeggen dat hij je sloeg.'
'Hij bond me vast aan een stoel' mompelt ze. 'En toen praatte hij over jou, dat je wel van me moest houden toen je je geheim bekend maakte.'
'Ik hou ook van je' zeg ik. 'Deed hij nog meer?'
'Nee, niet echt.'
'Oke, mooi.' Ze nestelt zich tegen me aan.
'Ik ben bang dat hij terugkomt' fluistert ze.
'Hij zit vast' stel ik haar gerust. 'Hij kan je niks meer doen.'
'En Dean dan?' vraagt ze. 'Hij zat ook in het complot.'
'Hij is ook opgepakt.'
'Oke.' Ik sla mijn armen stevig om haar heen en druk haar tegen me aan. 'Je ruikt lekker' mompelt ze.
'Dat is mooi' lach ik. Ze glimlacht. Ik plaats een kus op haar voorhoofd.
'Hoe zit het tussen ons?' vraag ik na een tijdje stilte.
JE LEEST
Who I am
RomansaHet was niets anders dan een normale dag voor Victoria. Elke dag was het hetzelfde liedje. Maar deze keer was het anders. Ze merkte dat deze dag anders was toen hij zijn koffie over haar heen morste. Zijn oceaanblauwe ogen keken haar doordringend aa...