11 - Victoria

9.2K 442 119
                                    

'Victoria.' Ik word door elkaar geschud. Vermoeid open ik mijn ogen.

'Wat?' mompel ik.

'Het is bijna negen uur' zegt Brandon. 

'Oh.' Ik krabbel overeind en sta op. 

'Ik breng je wel thuis.' Brandon staat ook op. We lopen de kamer uit en stappen in de lift. Brandon pakt mijn hand vast. Ik leun tegen hem aan.

'We gaan wel met de bus' zegt Brandon als de deuren opengaan. 

'Goed idee' mompel ik terwijl we de lift uitlopen. Eenmaal buiten ontstaat de kippenvel opnieuw op mijn huid. Ik verberg mijn handen in het vest dat ik aanheb. Brandon slaat zijn arm om me heen en trekt me mee naar de bushalte.

'Waarom is het zo koud?' zucht ik. 

'Ik ben er om je op te warmen' glimlacht Brandon. Hij slaat ook zijn andere arm om me heen en drukt me tegen zich aan. Ik verberg mijn gezicht in zijn shirt. Zijn aftershave dringt mijn neus binnen. Ik krijg een glimlach op mijn gezicht.

'De bus is er.' Ik laat hem los en loop voor hem uit de bus in. We checken in en lopen de bus door. Plotseling blijf ik versteend staan waardoor Brandon tegen me aanbotst.

'Wat is er?' vraagt hij.

'R...Ruben' krijg ik er stotterend uit.

'Ruben?'

'Dat is hém.' Brandons blik verandert van vragend naar bezorgd. De bus begint te rijden waardoor ik naar voren schiet. Brandon weet me nog net op tijd vast te pakken.

'Kom.' Hij trekt me mee op een lege stoel. Ik beland op zijn schoot. Zijn grote hand glijdt in de mijne en zijn andere hand legt hij om mijn middel.

'Niet naar hem kijken' fluistert hij. 'Gewoon negeren. Hij is je aandacht niet waard.'

'Hij heeft mijn leven verpest' mompel ik. Brandon legt zijn hand onder mijn kin en laat me hem aankijken.

'Luister' begint hij. 'Hij heeft niet je hele leven verpest. Je hebt je hele leven nog voor je liggen. Zeg niet dat dat is verpest door een of andere klootzak die zijn handen niet thuis kon houden. Je eerdere jaren zijn vreselijk voor je geweest, dat weet ik. Maar je moet je er niet aan vastklampen. Op een moment moet je het laten gaan en verdergaan met je leven. En ik weet zeker dat je dat kan. Je bent een sterk meisje met een heftig verleden, en dat heb je allemaal overleefd. Ik ben trots op je en dat mag je weten ook. Ik heb nog nooit iemand ontmoet met zo'n verhaal als dat van jouw. Ik bewonder aan je dat je er zo goed mee om gaat, dat je erover praat. Onthoud dat je altijd met me kan praten, over alles.' Ik glimlach naar hem en druk een korte kus op zijn lippen.

'Dank je.' Hij glimlacht terug en kijkt dan langs me heen. Ik weet precies waar hij naar kijkt. Het is niet een waar maar een wie? En die wie is Ruben. Ik probeer mezelf te verstoppen in het te grote vest van Brandon dat ik aanheb om te voorkomen dat Ruben me ziet. Het laatste wat ik wil is dat hij mijn leven weer overhoop komt gooien. 

'Brandon, staar hem niet zo aan' zeg ik zacht. Meteen wendt hij zijn blik af.

'Sorry' verontschuldigt hij zich. 'Ik heb echt de neiging om hem in elkaar te slaan.' 

'Brandon, als ik rustig moet zijn, moet jij dat ook zijn.' 

'Je hebt gelijk.' Ik leg mijn hoofd tegen zijn schouder en speel met zijn vingers. Brandon legt zijn hoofd tegen het mijne en drukt me dichter tegen zich aan. De halte wordt omgeroepen.

'We moeten eruit' zeg ik terwijl ik opsta. Brandon staat ook op en loopt vlak achter me aan de bus uit. Als we buiten staan pakt Brandon mijn hand weer vast en lopen we richting mijn huis. 

Who I amWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu