En ik wens iedereen een fijne kerstdag. Xxxx mairin
----------------------------------------------------
Ik loop al een tijdje door het bos. Mijn "vrienden" hadden een leuk spelletje bedacht. Ze hadden me alleen gelaten in het bos. Ook al weten ze dat ik super bang ben in het bos 's avonds. Dat kwam allemaal om één reden. Mijn ouders. Ik kijk om me heen. Geen enkel lichtje. Ik zucht diep en hoor dan geritsel. ik verstop me achter een boom. Er is een windvlaag en er staat opeens twee mannen. De één heeft zwart haar en groene ogen. De ander heeft bruin haar en grijze ogen. 'Ik rook echt iets' zegt de zwartharige.'Ja hoor Taro' zegt de bruinharige 'helemaal.'
'Houd je mond Hiroshi' zegt de zwartharige geëgerd 'mijn reukvermogen laat me niet in de steek.'
Ik verplaats mijn voet en breek een takje. Kut! Ik bijt op mijn lip in de hoop dat ze me niet gehoord hebben. 'Er zit iets achter die boom' hoor ik de bruinharige zeggen.
Dus wel. 'Joh' zegt de zwartharige.
Ik moet hier weg. En wel nu! Ik haal diep adem en ren weg. 'Hey' zegt de zwartharige 'ik zei het toch.'
Ze komen achter me aan. Opeens staan ze voor me. ik wil me omdraaien maar de bruinharige pakt mijn armen beet en trekt ze op mijn rug. De zwartharige grijnst, 'waar dacht jij heen te gaan mens?'
Ik haal mijn schouders op, 'niet met jullie mee.'
De zwartharige lacht en pakt mijn kin beet. 'Nou ik dacht van wel' zegt hij.
Zijn huid is koud. Maar mijn huid is ook koud. Het is ook een koude nacht. Ik wil me los trekken maar de bruinharige bind mijn handen achter mijn rug vast. 'Aan jou de eer Taro' zegt hij.
De zwartharige pakt me beet en gooit me over zijn schouder. Ik begin tegen te stribbelen. 'Geef op' zegt de zwartharige 'we laten je niet gaan. Onze prins heeft dringen een mens nodig.'
Ik slik en probeer nog harder los te komen. Hij pakt me nog steviger beet en begint te lopen. De bruinharige loopt mee. 'Denk je dat hij haar kiest' vraagt de bruinharige.
'weet ik wel zeker' zegt de zwartharige 'kijk naar haar haar.'
'wat is er met mijn haar' sis ik.
Hij lacht, 'afluisteren is niet netjes mens.'
'En meisjes ontvoeren ook niet vamp.'
Ze blijven stilstaan. De zwartharige pakt me beet en houd me voor zich. Mijn voeten raken net de grond niet. Ik kijk hem recht aan. 'Hoe weet je dat' sist hij.
'Dat jullie vamps zijn' vraag ik.
Hij snuift, 'wat anders?'
'Koude huid, scherpe tanden. Ik weet genoeg.'
Hij knijpt zijn ogen even samen. 'Wat is je naam' sist hij 'mens.'
'Dat boeit niet' zeg ik 'straks zal ik toch niet meer leven.'
Hij gooit me weer over zijn schouder en ze lopen door. ik probeer nog steeds los te komen. 'Waarom probeer je dat' vraagt hij 'mens.'
'Omdat ik niet dood wil vamp.'
Hij lacht, 'tja... daar kan ik niks aan doen.'
'Ja dat kun je wel. je kunt me laten gaan.'
We komen bij een mega kasteel. Hij loopt door de poort heen. 'Eerst opsluiten' vraagt de bruinharige.
De zwartharige grinnikt, 'echt niet. Hij wou nu bloed. Let's go.'
Hij loopt naar een grote deur. er komt een man aanlopen. 'Sire' zeggen de twee tegelijk.
'Taro' zegt hij 'mee.'
De zwartharige zet me neer, 'en zij Sire?'
'Soldaten' roept de man. Er komen twee soldaten aanlopen. 'Breng haar naar mijn zoon' zegt hij.
daarna loopt hij weg. De zwartharige loopt achter hem aan. Ik kan mijn handen los wringen. De soldaten pakken me snel beet en trekken me mee door. Er staan drie tronen aan het einde van de zaal. Ze staan op een plateau. Eén van de tronen staat hoger dan de andere twee. Op de rechtertroon zit een bleke jongen. Hij grijnst zodra hij mij ziet. 'Prins' zeggen de twee soldaten.
Ze buigen. Mij laten ze ook buigen. 'Heeft Taro haar gevangen' vraagt de jongen, de prins dus blijkbaar.
De twee knikken, 'ja. Uw vader vroeg ons om haar naar u toe te brengen.'
'Aha' zegt hij 'fijn dat ik weer vers bloed heb.'
Ik slik.
JE LEEST
vampire's prey
VampireDe prins staat op en loopt naar me toe. Ik wil weglopen maar de twee andere pakken mijn armen beet. De prins staat nu voor me. Zijn rode ogen kijken mijn blauwe ogen doordringend aan. Hij grijnst waardoor ik zijn scherpe, puntige hoektanden zie. Mij...