Isamu en Akira kijken elkaar aan en grijnzen. Ze lopen naar me toe en beginnen met te kietelen. 'Nee' roep ik 'stop alsjeblieft!'
'Wat' vraagt Isamu.
'Genade' roep ik.
'Garnalen' vraagt Akira grijnzend.
'Nee bedankt' zegt Isamu grijnzend.
Ik begin op een gegeven moment te trillen. Ze stoppen met kietelen en gaan op de rand zitten. Ik grijp naar mijn buik en zeg ik lachend: 'au. Nu heb ik weer de slappe lach.'
De middag doen we allemaal spelletjes en 's avonds loop ik naar de eetzaal. Kenshin en Natana zijn er al. We eten in stilte. Na het eten zegt Kenshin: 'Kumiko. We moeten even naar Kana.
Ik kijk hem geschokt aan, 'waarom?'
'Je moet laten zien dat je sterker bent dan hem. Hij kan je niks meer doen nu.'
Ik knik, 'en alleen u gaat mee?'
'Ja, Akira, Isamu en Natana zullen buiten wachten.'
Ik knik en haal diep adem: 'goed.'
Ik sta op en we lopen achter hem aan naar de kamer van Kana. Kenshin klopt aan. 'Binnen' hoor ik de stem van Kana zeggen.
Kenshin opent de deur en laat me als eerste naar binnen lopen. Kana staat bij het raam. Half achter het gordijn. Ik zie dat hij een grijns op zijn gezicht krijg zodra hij mij ziet. Ik slik. Kenshin sluit de deur en gaat half achter me staan. Hij legt een hand op mijn schouder. Kana draait zich om. 'Kijk eens aan wie wakker is geworden.'
Ik bijt op mijn lip. Hij loopt naar me toe en zegt: 'al gedronken?'
'Ja' zeg ik.
'En' vroeg hij.
'En wat' vroeg ik.
'Wat dronk je?'
'Een hert' zeg ik.
Hij grijnst en kijkt zijn vader aan. 'Mag ik even onder vier ogen met haar praten vader' zegt hij.
Kenshin kijkt naar mij. Ik knik kort. Hij gaat weg. Ik kijk Kana aan. Hij grijnst en loopt om me heen. Ik kijk hem aan als hij me voor staat. 'Mond open' zegt hij.
'Wat' zeg ik verbaasd.
Hij rolt met zijn ogen en trekt me mee naar de spiegel. Hij gaat achter me staan en legt zijn duim op mijn linkerwang en zijn wijsvinger op mijn rechterwang. Hij duwt zodat mijn mond opengaat. Mijn hoekstanden zijn langer en scherper zie ik. Hij grijnst en zegt: 'perfecte tanden Kum.'
Ik trek me los en kijk hem aan. 'Waarom wil je dat weten?'
Hij grijnst en buigt naar me toe. Ik duw hem weg. 'Blij uit mijn buurt' sis ik.
Hij lacht en legt een hand op mijn wang. Ik schok. Zijn ogen versmallen even, 'waarom doe je dat?'
'Wat' vraag ik.
'Dat schokken' zegt hij 'je schokt altijd als ik je aanraak.'
'Je hebt net het antwoord zelf al gegeven' zeg ik.
Hij knijpt zijn ogen even samen. Ik trek me los, 'ik ga weer.'
Ik loop naar de deur maar hij staat opeens voor me. Ik snuif, 'Kana, aan de kant.'
Hij grijnst, 'nee. Weet je Kum ik vind je nog steeds heel leuk. Ik wil jou als mijn koningin.'
'En ik wil jou niet' sis ik. Ik duw hem weg en loop de gang op. Akira, Isamu en Kenshin staan tegen de muur geleund. Kana gaat grijnzend in de deuropening staan. 'Ik meen het Kum' zegt hij.
'Ik ook' sis ik. Ik ren weg. Naar mijn kamer. Ik val neer op bed. Waarom wil Kana mij? Hij haat me! Hij is niet verliefd op me! Hij wil me alleen omdat ik op zijn moeder lijk! Na een paar minuten komt Akira de kamer in. 'Alles goed Kumiko' vraagt hij.
Ik haal mijn schouders op, 'ik weet niet of je hij verteld heeft wat hij van me wil.'
'Jou als zijn koningin. Ik weet het.'
'Maar ik wil niet met hem trouwen.'
'Misschien heb ik dan goed nieuws voor je. Kana risceerde de veiligheid van het volk door jou te bijten terwijl hij niet wist wie de uitverkorene was. Anders had jij veel schade aan kunnen richten zonder dat je het eigenlijk zelf doorhad. Dus mijn vader wil mij tot kroonprins benoemen.'
'echt?'
Hij knikt, 'echt. en ehm... ik zou jou wel als mijn koningin willen.'
Ik kijk hem aan en zie dat hij het meent. Hij kust me voorzichtig. We beginnen steeds heftiger te kussen en hij trekt me mee naar zijn kamer.
JE LEEST
vampire's prey
VampirDe prins staat op en loopt naar me toe. Ik wil weglopen maar de twee andere pakken mijn armen beet. De prins staat nu voor me. Zijn rode ogen kijken mijn blauwe ogen doordringend aan. Hij grijnst waardoor ik zijn scherpe, puntige hoektanden zie. Mij...