vampire's prey

()(25)()

De rest van het feest is het gezellig. De vader van Kenshin en Ryoichi haat mensen dus ook. Hij heet Vladimir. Amorina is zijn vrouw. Zij heeft Kenshin geleerd om mensen niet te haten en hen te zien als hulp. Amorina is aardig tegen mij terwijl Vladimir amper iets zegt tegen me. Het maakt me niet uit. Kana, Yoshiro en Taro zien we het hele feest niet. Aan het einde van het feest worden Akira en Kiyoko geroepen. Kiyoko zal weggaan. Net als de grootouders. Zodra Akira weg is voel ik iets achter me. Ik kijk om. Taro staat achter me en pakt me beet. Ik probeer los te komen. Isamu draait zich om en slaat Taro. Die laat me los en pakt Isamu beet. Hij houd hem iets omhoog. 'Doe het nog eens' sist hij.

'Kum weg' sist Isamu.

Ik ren weg. Tussen sommige vamps door. Ik ren ergens de hoek om en blijf hijgend staan. Ik heb een mega slechte conditie. Ik weet zeker dat Kana me weg probeerde te krijgen bij Akira en isamu. Hij moest hier wel achter zitten! Maar om me te bijten in de ruimte bij Kenshin in de buurt. Ik voel hoe een koude hand op mijn arm word gelegd en op mijn mond. Ik verstijf. 'Komiku' fluistert Akira in mijn oor, 'ik wil je helpen. Niet gaan tegenstribbelen alsjeblieft.'

Ik knik. Gelukkig komt Akira me helpen! Hij trekt me langzaam mee. Opeens verschijnt Kana. 'Broertje' zegt hij 'geef haar aan mij.'

'Waarom zou ik?'

'Omdat ze van mij is.'

Ik trek de hand van Akira weg. 'Hoezo dat' vraag ik.

Hij kijkt mij aan, 'omdat ik je als eerste zeg. Daarmee claimde ik jou, Kumiko.'

'En wat als jullie vader me wil?'

Kana pakt mijn arm en trekt me naar zich toe. 'Hij krijgt je niet' zegt hij 'ik krijg je. Alles van jou.'

'A-alles?'

'Alles' zegt hij grijnzend. Hij wil me meetrekken maar Akira duwt hem harder weg. 'Jij doet haar niks!'

'Ik doe met haar wat ik wil!'

Opeens staat Taro naast Kana. Hij pakt me beet. 'Taro' roept Akira 'laat haar los!'

'Nee' zegt Kana 'zij is van mij.'

'Nooit' zegt Akira.

Taro trekt me mee. Ver weg van de twee ruziënde broers. Hij neemt me mee naar de kamer van Kana. Hij duwt me op mijn knieën en zegt: 'en nu wachtten op de prins.'

Ik sta op, 'laat me gaan.'

Hij grinnikt, pakt me beet en fluistert in mijn oor: 'nee. Jij behoort aan de prins toe uitverkorene.'

De deur word opengegooid en Kana komt binnen. Hij grijnst, 'nu ben je van mij.'

Taro duwt me naar Kana toe. Die pakt me stevig beet. 'Taro' zegt Kana 'zorg dat Akira hier wegblijft.'

Taro loopt weg. Ik kijk Kana aan. Zijn ogen zijn rood. Bloedrood. Hij duwt me op het bed en strijkt de lokken voor mijn nek meteen aan de kant. Ik probeer hem van me af te duwen maar hij pakt mijn polsen en duwt die boven mijn hoofd. 'Nu ben jij van mij' zegt hij.

Hij bijt in mijn nek. Ik voel hoe warme vloeistof langs mijn nek loopt. Ik begin steeds zwaarder te ademen en ik begin dubbel te zien. Dan wordt Kana van me afgetrokken en hoor ik Kenshin roepen: 'Akira. Bijt haar!'

'Maar vader' hoor ik Akira zeggen.

'Nu' roept Kenshin.

'Sorry' hoor ik Akira fluisteren.

Dan voel ik weer tanden in mijn nek. En daarna vallen mijn ogen dicht.