vampire's prey

()(34)()

De volgende dag krijg ik de hele dag les van Kenshin. Ik moet rustig, geformuleerd en goed articulerend spreken. Ik vertel ze dat ik weinig zal zeggen. Ik wordt mooi aangekleed en daarna gaan we naar een hele mooie zitkamer. De muren zijn mooi beschilderd en de kroonluchters zijn van goud. Kenshin en Akira zijn er al. Akira staat op en loop naar me toe, 'je ziet er geweldig uit.'

Ik glimlach, 'dank je Akir. Jij ook.'

Akira ziet er nog beter uit in pak. Maar dan zien alle jongens er beter uit. Zelfs de lelijkste jongens. En als ze nou ook nog wat aan hun gedrag doen was het helemaal geweldig! We gingen zitten. Na een tijdje kwamen er drie mannen en een vrouw binnen met een wachter. Ze bogen. 'Sire' zeiden ze tegelijk. Kenshin, ik en Akira stonden op. Ik bleef de hand van Akira vasthouden. Ze bespreken wat en Kenshin wijst erop dat er niet in geknipt mag worden waardoor het lijkt alsof we andere dingen zeggen. De vrouw zeg dat ze het nooit zouden doen maar ik zie aan Kenshin dat hij wel beter weet. Dan begint het interview. Ik zit naast Akira op de bank. Kenshin zit in de stoel naast de bank en de vrouw zit met haar rug naar de camera. 'Prins Akira, miss Kumiko en koning Kenshin' zegt ze 'als eerste wil ik zeggen dat het een eer is om jullie vragen te mogen stellen.'

Kenshin knikt kort net als Akira. Ik glimlach een beetje. 'Dus dan begin ik maar met vragen stellen' zegt ze 'aller eerst, prins Akira. Ik heb vernomen van een collega dat u de datum niet weet wanneer de relatie van u en miss Kumiko begon. Klopt dat?'

'Eerst wel' zegt Akira 'maar dat heb ik ondertussen uitgerekend. Achtentwintig december tweeduizend vijftien hebben wij een relatie gekregen.'

Ze glimlacht, 'dat heeft u samen besloten?'

'Natuurlijk' zeggen Akira en ik tegelijk.

Ze glimlacht, 'miss Kumiko. Hoe bent u hier gekomen?'

'Ik liep 's avonds door het bos toen voormalig hoofdjager Taro me mee nam hierheen. Hij bracht me naar voormalig kroonprins Kana. Net toen voormalig kroonprins Kana me wilde bijten kwam koning Kenshin binnen met de mededeling dat ik de uitverkorene was.'

'En sinds hoelang bent u een vampier?'

'Ze is gebeten op vijfentwintig december tweeduizend vijftien' zegt Kenshin 'en ze werd weer wakker op achtentwintig december tweeduizend vijftien.'

Ze glimlachte, 'en u gaf voormalig kroonprins Kana straf.'

'Natuurlijk deed ik dat' zegt Kenshin 'hij nam een te groot risico. Zoals iedere vamp hoort te weten kon ze niet gebeten worden door een normale vampier het moest de andere uitverkorene zijn anders zou zij één van de prinsen vermoorden.'

De vrouw glimlacht, 'dank u voor uw herhaling Sire. Was het zelf alweer een beetje kwijt.'

De rest van het interview gaat vooral over Akira en mij. Na het interview tilt Akira me naar zijn kamer. Hij legt me op bed en kust me. Ik gniffel, 'Akir.'

Hij grinnikt, 'wat is er Kum?'

Hij begint me een beetje te kietelen. 'Nee' roep ik lachend, 'stop Akira.'

Hij grijnst en kust me. Hij trekt me een stukje omhoog en trekt de rits een stukje naar beneden. 'Akir' zeg ik 'wat wil jij doen?'

'Wat ik wil doen' zegt hij grijnzend 'dat weet jij heel goed.'

Hij trekt de jurk uit en gooit die aan de kant. Ik pak een kussen en druk die tegen me aan. Hij zucht en leunt over me heen, 'kom op Kum. Ik heb je nu al twee keer zo gezien.'

'Het hoeft dus geen derde keer' zeg ik.

Hij pakt het kussen beet en trekt mijn armen weg. Hij gooit het kussen weg en kust net boven mijn sleutelbeen. Daarna bijt hij zacht in mijn nek. Ook weer Kana mij beet. Ik bijt op mijn lip. Hij kijkt mij aan, 'gevoelig plekje hé?'

Ik knik. Hij glimlacht, 'dat komt omdat degene waarop je verliefd bent je het laatste heeft gebeten. Wolven hebben dat ook, het heet een mark. En alleen ik kan jou zo laten voelen.'

Ik kijk hem aan. Zijn ogen schijnen een beetje. 'Wat is er met je ogen' vraag ik.

Hij kijkt naar de spiegel en kijkt mij weer aan. 'Het is niets' zegt hij 'dit gebeurt gewoon soms bij vamps. Als ze opgewonden raken en dat een tijdje moesten onderdrukken.'

Ik knik, 'schijnen mijn ogen ook?'

Hij grijnst en zegt: 'kijk zelf maar.'

Hij gaat op bed naast me liggen. Ik sta op en loop naar de spiegel. Mijn ogen gloeien ook. Ik kijk hem aan. hij grijnst, 'kom hier. anders zal dat zo blijven.'

Ik loop naar hem toe en ga op zijn buik zitten. Ik buig over hem heen en hij kust me. Die nacht is mijn derde nacht.