Hoofdstuk 3

171 15 6
                                    

Mijn zus had goed nieuws voor mij. Ze vertelde me dat mijn straf er bijna op zat omdat ik haar niet echt vermoord had. Ze hadden haar wel in het ziekenhuis opgenomen. Haar toestand was echter snel gebeterd en het had niet lang geduurd voor ze terug naar huis mocht. Ik begon te beseffen dat dit bij mij ook niet lang zou duren. Ik moest nog een maand in het internaat blijven en dan mocht ik ook definitief naar huis. Tot mijn grote verbazing mocht ik Kerstmis en Nieuwjaar wel met mijn familie vieren. Dat privilege had ik te danken aan mijn zus. Zij wilde dat ik thuis was en mee kon vieren met de rest van het gezin. Ik was haar enorm dankbaar. Naast die dankbaarheid voelde ik ook een enorme blijdschap. Ik was blij dat ik eindelijk naar huis mocht. Ik had niet verwacht dat mijn zus de gebeurtenissen zo licht op zou vatten. Eigenlijk had ik niet eens verwacht dat ze de gebeurtenissen uberhaupt nog op een manier kon opvatten. Ik was er de hele tijd zeker van geweest dat ze dood was en dat ik haar nooit meer terug zou zien. Ik begon te huilen van vreugde en ze hielp mij om mijn koffer in te pakken. De ochtend erna ging ze mij samen met mijn ouders komen ophalen. Ik ging de kerstvakantie dus thuis doorbrengen zoals elk jaar. Ik zuchtte en keek naar mijn zus. De zon scheen op haar gezicht en het leek alsof ik een pagina van het boek des levens had omgeslagen. Het nieuwe hoofdstuk begon.

En toen kwam zijWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu