zilveren kogel

51 9 2
                                    

Warschau, 12 Februari, 2016

Kuchend kwam Ronald weer een beetje bij bewustzijn. hij duwde een stuk beton van hem weg, en zag toen dat zijn been helemaal openlag. 'Amy...' hoestte hij. 'Amy? gaat het?' hij probeerde op te staan, maar het lukte niet. hij draaide zijn hoofd naar rechts. er lag een bloederig verbrand lichaam naast hem. 'nee....' zei Ronald zacht. hij kroop met veel inspanning en pijn naar het lichaam toe. hij zette zijn handen op het lijk om het om te draaien, maar hij wist al wie het was. hun laatste omhelzing had Ronald gered. Amy's lichaam had Ronald beschermt tegen de explosie. maar Ronald moest het zeker weten. hij draaide het lichaam om en keek in het gezicht wat ooit het gezicht van Amy was geweest. en hij schreeuwde.

Liberton, 25 mei, 2021

Lachend zaten ze in de kroeg waar Ronald eerder die week de barman een trauma had bezorgd. Ronald en Rock, tegenover elkaar aan een tafeltje. de barman stond vanachter de bar naar ze te kijken met een mengeling van wantrouwen en angst. 'waar heb je al die tijd gezeten, kerel?' vroeg Rock. Ronald leunde achterover en nam een slok van zijn bier. het spul was zelfgestookt en bitter als de hel, maar het maakte hem niks uit. 'ach, overal en nergens.' zei hij. Rock wuifde zijn antwoord weg. 'nee serieus. in welk dorp?' Ronald zette zijn beker neer en keek hem aan. geen enkele. niet elk dorp is zoals dit. en ik weet niet eens hoeveel het er in totaal zijn. ik heb in totaal nog maar van 6 veilige dorpen gehoord, verspreidt door Nederland. wie weet zijn het wel de enige 6 veilige plekken op aarde.' Rock schudde zijn hoofd. 'dus je wilt zeggen dat geen enkel ander land een paar ontwikkelde gebieden bevat? geen landen waarin je veilige dorpen of steden vind? kletskoek.' hij keek Ronald diep in de ogen aan. 'weet je wat ik denk?' begon hij. 'ik denk dat heel Australië een veilig oord is geworden waar ze aan het begin van de uitbraak alle belangrijke mensen hebben heengebracht.' Ronald staarde Rock even doodstil aan. toen begonnen ze allebei te bulderen van het lachen. 'hoor hem nou!' schaterde Ronald, terwijl de tranen over zijn wangen liepen. 'een veilige plek!' Rock lachte mee, maar werd daarna weer serieus. 'maar ik meen het. wie zegt dat bijvoorbeeld Engeland geen enorm veilig opvangkamp is? of misschien wel een deel van duitsland? of Mexico? niemand weet het.'
'wat probeer je nou eigenlijk te zeggen.' grinnikte Ronald.
'ik bedoel, wij zouden eigenlijk op reis moeten gaan, vind je niet? de wereld rond. een veilige stad zoeken. misschien hebben ze in Amerika wel helemaal geen last van de Apocalyps.' 
Ronald veegde zijn mond af met zijn mouw en ging voorover zitten. 'Rock, ik heb 5 jaar door Niemandsland gezworven. ik heb dingen gezien die ik niemand toe zou wensen. dit is de eerste veilige plek waar ik ben geweest sinds jouw dorp. er is geen veiligere plek dan waar we nu zijn. de hele wereld is kapot, en het zou me niks verbazen als Nederland zowat de enige plek is waar overlevers dorpen hebben gebouwd. ' Ronald merkte dat Rock's glimlach bevroor toen hij het dorp van Rock noemde. 'het spijt me.' zei hij gauw verontschuldigend. 'hoe is het afgelopen?' 
Rock haalde zijn schouders op. 'een klein groepje van ons overleefde de aanval. maar een voor een stierf iedereen aan de kou, of door de wolven. uiteindelijk was ik de enige overlever. na maandenlang reizen kwam ik een andere groep tegen, die op weg waren naar Nederland om te kijken of hun familie nog leefde. zo kwam ik hier terecht.'
Ronald zei niks. 
'er gaan verhalen rond, Ronald. mensen zeggen dat je bent gebeten en het hebt overleefd. en dat Samuel...' hij stopte even. 'is het waar?'
Ronald knikte.
'en nu wil je wraak? denk je dat je je dan beter voelt?'
Ronald sloeg zijn handen op de tafel. 'die rat, die verrader.' siste hij. 'hij heeft me alles ontnomen. hij heeft Rob vermoord, wist je dat? daar kwamen we later achter. hij heeft Spike voor niks laten sterven. hij heeft Takari vermoord. allemachtig, hij heeft de hele kans op de redding van de mensheid kapot gemaakt! en Amy.....' hij zweeg even. 
'wraak brengt haar niet terug, Ronald. je schiet er niks mee op als je hem vermoord...' zei Rock.
'ik was niet van plan hem te vermoorden.' zei Ronald. hij keek Rock in de ogen aan. Rock schrok van de woede in de ogen van Ronald die opeens donker stonden. 'ik breek zijn hele leven af, en maak alles kapot waar hij om geeft. en als ik weet dat hij net zoveel heeft geleden als ik, voer ik hem aan de bijters.' 
Rock zuchtte. maar voordat hij er iets tegenin kon brengen, kwam de barman bij ze aan tafel staan. 'wat moet je?' vroeg Ronald geïrriteerd. 'sorry voor de onderbreking, meneer Redson, maar er was vanmiddag iemand die naar uw naam vroeg.' Ronald keek op. 'naar mijn naam? wie mag dat dan wel niet geweest zijn?' de barman keek enkel naar de grond. 'hij zei dat hij bij de poort op je zou wachten, meneer.' 
'wie was het? hoe zag hij eruit?' vroeg Ronald.
'ik weet zijn naam niet, meneer Redson. maar hij had littekens. veel littekens. over zijn hele gezicht. en hij miste een van zijn ogen.'
'littekens? wat voor littekens?'
'brandwonden, meneer.'
Ronald leunde achterover in zijn stoel. dat kon niet waar zijn. nee, dat was onmogelijk. 
Rock begreep er niks van. 'wie is het, Ronald?' Ronald schudde zijn hoofd. iemand die al lang dood hoort te zijn. hij stond op en gooide wat kegels op de tafel. 'voor het bier. ik trakteerde.' zei hij. 'ik spreek je later nog wel, Rock.' en hij verliet het Café. Rock keek hem verbaasd na. de barman haalde zijn schouders op. 'nou, in elk geval heeft hij me niet weer geprobeerd in elkaar te slaan.'

Ronald liep niet naar de poort, maar ging naar de winkel van meneer Smith. toen hij binnenstapte keek meneer Smith hem opgewekt aan. 'ik wist wel dat je die gevechten zou winnen!' zei hij lachend. 'ik heb op je ingezet!' Ronald wees naar de shotgun aan de muur. 'is die nog te koop?' vroeg hij. 
'zeker, zeker.' zei meneer Smith. hij haalde hem van de muur, pakte wat munitie en legde het op de toonbank.
'een dubbeloops shotgun, met 30 kogels. dat zijn dan 4000 kegels.' zei hij. Ronald haalde een zakje uit zijn manteljas en gooide het op de toonbank. meneer Smith deed het zakje open en hield het ondersteboven. er rolde een lading aan gouden blokjes uit. 'dat moet genoeg zijn.' zei Ronald. Meneer Smith telde even en knikte. 'weet je Ronald,' zei hij, en hij pakte een groot kapmes uit de vitrine, 'nadat ik op jou heb ingezet heb ik genoeg kegels verdiend om zowat met pensioen te gaan. ik weet niet of ik je ooit nog terugzie, dus neem deze aan als bedankje van mij.' hij gaf het kapmes aan Ronald. Ronald nam het aan. 'dankje, meneer Smith.' zei hij. 'als ik je niet meer terugzie, ik wens je het allerbeste.' meneer Smith knikte glimlachend. 'insgelijks jongen, insgelijks.' Ronald knikte even en verliet toen de winkel. met zijn kapmes in zijn riem en de shotgun om zijn schouder liep hij de straat af. een paar jonge kinderen in de speeltuin waar hij langs kwam keken hem met open mond aan toen hij langs kwam. toen hij bij de poort kwam, zag hij iemand staan. hij versnelde zijn looppas en kwam achter degene staan. hij wist wie het was. 'ben je hier om me te vermoorden?' sprak hij uitdagend. 'want dat mag je gerust proberen.' de jongeman grinnikte even en draaide zich langzaam om. hij had een kap op, net als Ronald, maar daaronder was zijn gezicht duidelijk zichtbaar. rood, grijs en verschroeid. om zijn linkeroog had hij een ooglapje. Ronald schrok ervan, het was nog erger dan eerst. 'niet best he? maar ik kom niet om je te vermoorden, Ronald Redson. ik kom voor je hulp.' zei Caine.

Road To VengeanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu