vonken

45 8 2
                                    

Grens van wit-Rusland, 5 jaar geleden

'We gaan ons niet verlagen tot het niveau van beesten.' Zei Yuri tegen Pjotr. Ronald knikte instemmend. Ze zaten met zijn drieën rond een kampvuur. De sneeuw dwarrelde nu rustig naar beneden, maar ze wisten alle drie dat dat slechts een pauze betekende tussen de sneeuwstormen door. 'Wat stel jij dan voor? Verhongeren?' Vroeg Pjotr pissig aan Yuri. Yuri schudde zijn hoofd en kaatste iets terug, iets wat niet in Ronalds Russische woordenkennis voorkwam. Waarschijnlijk een scheldwoord. Pjotr draaide zich om naar Ronald. 'Ronald, zeg jij er iets van.' Zei hij. Ronald keek van Pjotr naar Yuri. 'Ik ben mens, geen beest.' Zei hij in gebrekkig Russisch. 'We gaan geen kampen van andere groepen overvallen.' Yuri knikte instemmend. Pjotr stond op en liep mokkend weg naar zijn slaapzak. 'Hij draait wel bij.' zei Yuri. Ik ken Pjotr. Hij lijkt nors, maar van binnen weet hij wel wat goed is.'

China, 2021

'Waar kom je eigenlijk vandaan, Ronald?' Vroeg Haytham terwijl ze op straat liepen. 'Nederland.' Zei Ronald. Hij wierp een blik in een steegje en zag een zombie staan. Het hoofd van de zombie draaide mee terwijl Ronald hem in de ogen keek en voorbij liep. 'En jij?' Vroeg Ronald aan Haytham, terwijl hij iets sneller begon te lopen. 'Londen, mijn jongen. Engeland! Ik ben hier na toe verhuist om te werken bij een nieuw technisch bedrijf, en hier ontmoette ik Mei-Lin.'
'Ben je wel eens iemand verloren?' Vroeg Ronald.
Haytham liet een kort, vreugdeloos lachje horen. 'Wat een vraag. Natuurlijk ben ik mensen verloren.' Zei hij. 'Iedereen is mensen verloren.' Ronald knikte. 'We zijn er trouwens bijna.' Zei Haytham. Even later kwamen ze aan bij een enorm treinstation. Er lag een plein voor en het dak en de zijkanten van het station bestonden uit gebroken glasplaten. Ze liepen naar binnen, Ronald hield zijn shotgun paraat. Op 3 zombies na was het gelukkig verlaten binnen. Ronald stopte zijn shotgun weg, pakte zijn machete uit zijn riem en liep op de zombies af. Hij duwde de eerste achteruit en hakte in een krachtige beweging het hoofd eraf. Daarna draaide hij zich om en stak de machete door het hoofd van de tweede. 'Kijk uit, achter je!' Riep Haytham. Zonder te kijken trapte Ronald zijn been naar achter, terwijl hij zijn machete nog loswrikte uit de schedel van de zombie. Hij voelde dat hij iets zacht raakte. De zombie achter hem viel achterover. Ronald wrikte nog met 1 hand de machete los, terwijl hij met zijn andere hand de shotgun uit zijn riem pakte, op het hoofd van de zombie richtte en schoot. De schedel van de zombie die op de grond lag spatte uit elkaar. De knal galmde door het treinstation heen en er vielen een paar glasscherven naar beneden. 'Nou, dat was dat.' Zei Ronald terwijl hij zijn wapens weer terugstopte in zijn riem. Haytham leek niet geschokt door Ronalds optreden. Integendeel. Hij liep een van de lijken en draaide hem om. Er stak een pistool in de riem van het lijk. 'Dit was een van de politie.' Zei hij, en hij haalde het pistool uit de riem. 'Nu in elk geval niet meer.' Zei Ronald, en hij sprong van het perron af op de rails. 'Er staat een trein verderop!' Riep hij naar Haytham. Haytham zette zijn bolhoed recht en kwam achter Ronald aan, die intussen naar de trein aan het rennen was. Het was een goederentrein. En ongeopend, zo te zien. Toen hij bij de eerste wagon aangekomen was keek hij naar het logo wat op de deur stond. 'Samsung.' Zei hij, terwijl Haytham hijgend tot stilstand kwam achter hem. Hij trok de grendel voor de stalen deuren weg en met een knarsend geluid opende hij de wagon. Hij lag vol met computeronderdelen. 'Hier hebben we dus helemaal niks aan.' Zei Ronald kwaad. Hij liep naar de volgende wagon. Hij trok de vastgeroeste grendel weg en opende de deuren. Ronald gaf een kreet van blijdschap. Haytham kwam naar hem toe lopen. 'Blikjes soep!' Riep Ronald. De hele wagon was gevuld met blikjes soep, die in plastic opgestapeld waren op pellets. Ronald pakte een blikje, stak met zijn machete een gat in de bovenkant en dronk het leeg. 'Tomatensoep.' Zei hij tussen de slokken door. 'Met balletjes.' Haytham pakte ook een blikje en bekeek het rustig. 'Het is al een halfjaar overdatum.' Zei hij rustig. Ronald liet een boer en smeet het lege blikje weg. 'Boeie, het is ingeblikt. Het zal heus wel meevallen.' Haytham moest toegeven dat hij gelijk had. Hij pakte een paar blikjes en vulde zijn jaszakken ermee. 'We moeten deze lading eigenlijk zien te verplaatsen.' Zei Haytham. Ronald knikte. 'Maar dat zal opvallen. Laten we eerst de andere wagons maar bekijken.' Ronald vulde zijn rugzak met blikjes en stapte daarna uit de wagon naar de volgende. Die was gevuld met kinderspeelgoed. De vierde wagon was leeg, en de vijfde zat vol tuingereedschap. Toen ze alle wagons hadden doorzocht liepen ze terug naar de lading soep die ze hadden gevonden. 'Hoe kan het eigenlijk dat deze spullen nog niet ontdekt zijn?' Vroeg Ronald aan Haytham. 'Blijkbaar heeft hier nog nooit iemand gezocht.' Antwoordde Haytham. Ronald wou net gaan zitten om nog een blik soep te openen, toen er geweerschoten in de verte klonken. 'Waar kwam dat vandaan?' Vroeg Ronald die meteen opstond. 'Het kwam uit de buurt van... thuis!' Zei Haytham, die op het perron klom en begon te rennen. 'Haytham, wacht!' Riep Ronald. Haytham stopte. 'Mei-Lin kan in gevaar zijn!' Riep Haytham. Ronald rende naar hem toe. 'We moeten niks overhaast doen. Het kan een valstrik zijn.' Haytham draaide zich weer om en liep verder. 'Een val of niet, ik riskeer niet het leven van mijn vrouw.' Zei hij. Ze liepen inmiddels weer op het plein voor het station. 'Haytham, luister.' Begon Ronald. 'Ik...' Haytham bleef staan. 'Stil.' Zei hij. Er klonk het geronk van een motor. 'Een auto.' Zei Ronald. Het geluid kwam dichterbij. 'Terug het station in.' Zei Ronald. 'Nu.' Haytham en Ronald liepen achteruit. Plots kwam er een legerjeep aangescheurd uit een van de straten, en draaide met een scherpe bocht het plein op, richting Ronald en Haytham. 'RENNEN!' schreeuwde Ronald, en ze draaiden zich om en renden terug richting het station. Iemand stak zijn hoofd door het dakraam van de jeep en schoot een flare in de lucht. Het hele plein werd verlicht door een rode gloed. De jeep kwam razendsnel dichterbij. Half struikelend kwamen Ronald en Haytham bij de ingang aan en renden naar binnen. De Jeep stopte en er stapten 4 mannen uit. Haytham en Ronald kropen onder een van de afvalcontainers die binnen stonden. De mannen riepen wat in het chinees en liepen naar binnen. Hun voetstappen galmden door de hal. Ronald hield zijn hand voor zijn mond zodat ze hem niet hoorden ademen. Zijn hart klopte zijn zijn keel. 'We hebben uw vrouw ondervraagd, we weten dat jullie met 2 personen zijn. Kom tevoorschijn en de vrouw wordt gespaard. Ronald keek voorzichtig opzij en zag de wanhoop in de ogen van Haytham. 'Dit is jullie laatste kans. Kom tevoorschijn of de vrouw zal sterven.' Het bleef even helemaal stil. 'Goed dan.' Zei de man. Hij gebaarde naar de andere 3 dat ze terug naar de jeep moesten. 'NEE!' Schreeuwde Haytham, en hij kroop onder de afvalcontainer vandaan. De Chinese man draaide zich glimlachend om. 'Dus toch.' Zei hij zelfvoldaan. 'Waar is de ander?' Vroeg hij.
'Er is geen ander.' Zei Haytham hijgend. 'Ik ben alleen. Waar is mijn vrouw?' De Chinese man schudde zijn hoofd en liep naar Haytham toe. 'Er is een ander. Vertel waar de jongen is, en je vrouw blijft gespaard.' Haytham keek paniekerig om zich heen. 'Ik ben alleen!' Zei hij in een niet al te overtuigende poging om eerlijk te klinken. Intussen had Ronald zijn shotgun uit zijn riem gehaald. Hij trok hem langzaam omhoog en richtte vanonder de afvalcontainer op de benen van de Chinese man. Zijn vinger spande zich om de trekker. 'Hij is weg.' Zei Haytham in een poging om tijd te rekken. 'Hij was hier wel, maar hij is weggevlucht. Ik denk dat hij...' Een luide knal klonk door het station en de knieën van de Chinese man spatten uit elkaar. Krijsend viel hij op de grond en de 3 overgebleven mannen hieven als 1 man hun wapens tegelijk op en begonnen om zich heen te schieten. Haytham dook weg en viel van de richel op de treinrails. Ronald rolde onder de container weg en schoot op de een van de andere mannen. Die vloog achterover terwijl hij nog schoot, en een kogelregen doorboorde het glazen dak boven hun. De glasscherven kletterden naar beneden en de overgebleven 2 mannen weerden hun ogen af. Dat gaf Ronald de kans om achter een zitplek voor passagiers te schuilen. Hij herlaadde zijn shotgun en keek voorzichtig om het hoekje. Hij mikte op de derde man en schoot. De man draaide zich net om, dus de kogels raakten niet zijn borstkas maar schoten wel zijn linkerwang aan flarden. Hij viel op de grond met zijn handen tegen zijn bloedende gezicht aangedrukt. De laatste man wist nu waar Ronald zat, en rende schreeuwend en schietend op de plek af waar Ronald dekking gezocht had. De kogels vlogen Ronald om de oren en hij dook weg. Klik,klik,klik. Klonk het. Ronald wist dat de man aan het herladen was. Hij pakte een glasscherf van de grond en rende op de man af. Die keek op en probeerde zich nog af te weren, maar Ronald sprong al tegen hem aan en duwde de  glasscherf diep in de zijkant van de hals van de man. Met grote ogen keek de man in Ronalds ogen, totdat ze glazig werden en wegrolden in hun kassen. Ronald liet de man los en veegde zijn handen af aan zijn broek. Haytham liep intussen naar de man wiens knieën kapotgeschoten waren. 'WAAR IS MIJN VROUW!' riep hij, en hij schudde de man heen en weer. De man gorgelde even en spuugde wat bloed uit. 'Je vrouw brandt in de hel.' Zei hij, en hij grijnsde erbij. Haytham liet de man los en liep achteruit. 'Net als jij.' Zei Ronald, en hij sloeg met zijn machete op de keel van de man. Hij pakte de automatische wapens op en hing ze om zijn schouder. 'Mei-Lin kan niet dood zijn. Hij loog.' Zei Haytham zwak. 'We gaan haar zoeken.' Zei Ronald sussend. 'Maar eerst moeten we hier weg. Er komt waarschijnlijk versterking aan.' Haytham slikte en knikte toen. Ze liepen in stevig tempo naar de jeep die op het plein stond. Ronald ging achter het stuur zitten. 'Kun je rijden?'  Vroeg Haytham. 'Redelijk.' Zei Ronald, en hij drukte een willekeurig pendaal in. De auto schoot achteruit. 'Oke, koppeling, versnelling, remmen. Ik weet het weer.' Zei Ronald, en hij reed weer vooruit. 'Ik hoop het voor je!' Riep Haytham. Ze reden het plein af, de straat op. Achter hen klonk gepiep van banden. Ronald zag in de spiegel 2 felle koplampen achter hun opdoemen. 'Gezelschap!' Riep hij naar Haytham, en hij gaf een van de wapens die hij had opgepakt aan Haytham. 'Wat moet ik hiermee!' Riep Haytham terug. 'Schieten natuurlijk!' Antwoordde Ronald, terwijl hij een scherpe bocht naar rechts maakte. 'Oke, oke.' Zei Haytham, die zichzelf tot rust probeerde te bemanen. Hij stak zijn hoofd uit het dakraam. De wind vloog hem in het gezicht en zijn bolhoed vloog af. Hij richtte zijn wapen op de auto achter hun en schoot. Helaas had hij niet gerekend op de terugslag van het wapen, en het geweer vloog uit zijn handen. 'Shit!' Riep hij, en hij trok zijn hoofd weer terug in de jeep. 'Dit meen je toch niet!' Riep Ronald gestresst, terwijl hij om een paar gaten in de weg zigzagde. 'Ga jij maar rijden, ik schiet wel!' Riep hij, en hij kroop achter het stuur weg. Haytham klom moeizaam over Ronald heen en ging achter het stuur zitten. Ronald klom uit het dakraam van de jeep en schoot op de banden van de auto achter hen. De voorband knapte en de auto slingerde, maar wist op de weg te blijven. De jeep van Ronald en Haytham maakte opeens een onmenselijk scherpe bocht naar links, en heel even voelde het alsof de jeep zou kantelen. Ronald viel er bijna uit. 'Sorry!' Klonk de gedempte stem van Haytham onder hem. 'Ronald richtte nog eens, dit keer op de andere band. Hij schoot. Alle kogels kaatsten net voor de band af op de straat. 'Kut!' Zei Ronald. Er zat maar een ding op. 'Hou het stuur recht!' Riep hij naar Haytham. Hij klom op het dak van de jeep en kroop overeind. Intussen schoten de mannen van de auto achter ze terug op Ronald. Ronald dook weg en de kogels misten, maar hij viel wel bijna van de jeep. Hij klom weer overeind en sprong van de jeep af. Met een enorme knal belandde hij op de motorkap van de auto achter hun. De auto slingerde heen en weer, maar Ronald wist zich vast te houden aan de ruitenwissers. Hij pakte zijn wapen uit zijn riem en schoot door het raam heen. Het raam knapte en de bestuurder werd vol geraakt door de kogels. De auto slingerde en kantelde toen. Hij schoof nog iets van 25 meter door, en Ronald wist er net op tijd van af te vallen. Met een vonkenregen en een vreselijk gepiep schoof de auto door de straat. Ronald rolde over het asfalt en schaafde zijn benen en armen open. Haytham trapte verderop op de rem en stapte uit. 'RONALD!' Riep hij. Ronald kwam kreunend overeind. Haytham kwam op hem afgerend en ondersteunde hem. Intussen vloog de gekantelde auto in brand. 'Dat was idioot.' Zei Haytham. Ronald hinkelde naar de jeep en ging achterin zitten. Haytham trapte het gaspendaal weer in en stoof weer vooruit. Achter hun klonk de ontploffing van de benzinetank van de gecrashte auto. Hobbelend reed de Jeep verder over de weg. 'Nee, nee, nee.' Zei Haytham zacht. Een oranje gloed verscheen in de verte. 'Nee! Nee!' Zei Haytham. Zijn huis verscheen om de hoek. Het stond in brand. De vlammen likten aan de dakpannen en de balken kraakten. 'MEI-LIN!!' schreeuwde Haytham. Hij remde de auto, stapte uit en sprintte naar het brandende huis. 'MEI-LIN!!' schreeuwde hij weer. Ronald kwam strompelend de auto uit. Haytham was op zijn knieën gevallen en huilde. 'Mei-Lin...'

Road To VengeanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu