Het Grotere Goed

54 7 5
                                    

'Uit de weg.' Zei Jian kwaad, terwijl hij de trap op liep. De bewakers gingen haastig aan de kant. 'Nummer 24 is ontsnapt, Meneer.' Zei een van de bewakers. Jian wreef over zijn kin. 'Nummer 24...' mompelde hij. 'Takari, men...' begon de bewaker. Jian sloeg hem in zijn gezicht. 'Ik weet ook wel wie nummer 24 is, imbeciel!' Hij liep rood aan van woede. De bewaker strompelde achteruit en wreef geschrokken over zijn wang. 'Sorry meneer, sorry!' Jian snoof en liep verder. 'Ik wil die meid spreken die jullie ondervragen.' Zei hij.
'Ze heeft ons nog niks verteld over de locatie van de rebellen, meneer.' Zei de andere bewaker die achter Jian liep. Bij de bovenste verdieping aangekomen liepen ze een afgesloten kamer in. Bhadra zat aan een leren tandartstoel vastgebonden met riemen. Haar kleren waren aan flarden gescheurt en zaten stroomkabels met klemmetjes aan haar vast. 'Maak die kabels los.' Zei Jian kortaf. De bewaker maakte de klemmetjes los en schoof het karretje waar de accu opstond weg. 'Verlaat de kamer. Ik wil alleen met haar zijn.' De bewakers twijfelden even, maar liepen toen achteruit de kamer uit. 'Oh, Bhadra.' Zei Jian, terwijl hij langzaam langs haar stoel liep. Zijn vingers gingen over haar gezicht en ze opende langzaam haar ogen. 'Bhadra, bhadra, bhadra toch...'

Er had zich een flinke menigte op de straat verzameld. Generaal Crow stond op een houten kist met een luidspreker in zijn hand, terwijl 2 soldaten achter hem stonden. Een groep burgers stond om hem heen. 'Ze was een van ons! Van ons! En ze hebben haar van ons afgepakt!' Riep hij door de megafoon in zijn hand. Er klonk boos gemompel in de menigte. 'Beste mensen, ik weet dat we allemaal onze meningsverschillen hebben gehad. Maar denk eens terug aan de tijd voordat Jian deze stad heeft opgebouwd. We waren verdwaald! We hadden geen uitzicht! We hebben allemaal mensen verloren. Mensen kwijtgeraakt aan de Eters, of aan andere overlevers.' Er knikten een paar mensen in de menigte. 'Maar toen kwam onze leider Jian, en uit de as van het puin van Peking, bouwde hij een nieuwe stad! Een veilige plek! Voor iedereen van ons! Denk eens hoe het zou zijn als je nu nog buiten de muren leefde?' Het bleef even stil. Generaal Crow keek de menigte rond. 'En nu komen rebellen ons leven afpakken! Mensen van ons vermoorden! Lindsay was een goed mens!' Schreeuwde hij door de megafoon. Iemand in de groep sloeg haar handen voor haar gezicht en begon te huilen. Een ander sloeg een arm om haar heen. 'Jian heeft geprobeerd met deze rebellen te praten, een oplossing te vinden. Hij heeft ze goed behandeld, maar dit krijgen we als dank! Ik vraag nu, vrienden, LATEN WIJ OVER ONS HEEN LOPEN?' als één man hief de menigte zijn vuist op. 'NEE!' klonk het in koor. 'LATEN WIJ ONZE VRIENDEN VERMOORDEN EN ONZE STAD VERWOESTEN?'
-'NEE!'
'WEL DAN, KAMERADEN, VERZAMEL JE WAPENS! WANT HET IS OORLOG TEGEN DE REBELLEN!' Schreeuwde Generaal Crow, rood aangelopen, terwijl er speekselvlokken uit zijn mond vlogen. De menigte schreeuwde en hieven hun vuisten. 'DOOD AAN DE REBELLEN! DOOD AAN DE REBELLEN!' galmde het door de straten.

Er sijpelden rookslierten onder de motorkap weg. Ronald gaf er een klap tegenaan. 'Dit ding brengt ons niet verder.' Zei hij. Takari stapte ook uit en leunde op de motorkap. 'Kut.' Zei hij, toen hij besefte dat die gloeiend heet was. Ronald grinnikte. 'We hebben heel wat verhalen uit te wisselen, jij en ik.' Zei hij. Takari veegde zijn hand af aan zijn broek. 'Mee eens. Maar dat komt later. We zitten in tijdsgebrek.' Zei hij. Ronald keek hem aan. 'Hoezo?' Vroeg hij. 'Drones.' Antwoordde Takari. 'Voordat ze me te pakken kregen was ik op een missie voor Minghzi. Een bedrijf in Peking ontwikkelde drones, en aan mij was de taak om die drones naar de Yings te brengen. Maar Jian's soldaten kregen me te pakken. Sindsdien hebben ze aan de drones gewerkt, en zodra ze klaar zijn voor gebruik maken de rebellen geen schijn van kans meer.' Ronald wreef over zijn gezicht. 'Oke, snel naar Mingzhi dus.' Hij dacht even na.
Moet je hem niet wat vertellen?
Ronald keek om. Amy stond aan de andere kant van motorkap. Ronald schudde zijn hoofd.
Je bent hier met Caine. En Caine wil hem vermoorden. Ik denk dat Takari wel het recht heeft om dat te weten.
'Takari, er is iets wat je moet weten.' Zei Ronald. Takari schudde zijn hoofd. 'Dat komt later. Eerst moeten we bij Mingzhi komen.' Ergens was Ronald opgelucht dat hij dat zei.
Uitstel van executie. Zei Amy, en ze verdween. 'Naar het westen dus.' Zei Ronald. 'Hoe komen we daar het snelst?'
'Daar kan ik wel mee helpen.' Klonk een bekende stem. Ronald en Takari keken tegelijk achterom, met hun wapens in de aanslag. Haytham deed zijn handen omhoog. 'Rustig maar.' Zei hij.' Ronald blaaste opgelucht zijn adem uit en liet zijn wapen zakken. 'Haytham. Ik dacht dat ik je kwijt was in de tunnels.' Haytham trok zijn bolhoed recht. 'Ik ben 40 jaar ouder dan jij, en ik zal dansen op je graf, jongeman.' Ronald grinnikte. 'Takari, dit is Haytham. Hij heeft mijn leven ooit gered. Haytham, dit is Takari. Hij heeft mijn leven ooit gered. Haytham schudde zijn hoofd. 'Je hebt er blijkbaar talent voor om jezelf in de nesten te werken.' Takari tikte ongeduldig met zijn hand op de motorkap. 'We kunnen later bijpraten. We moeten naar de basis van de Yings, voordat die drones klaar zijn. Ergens achter hun klonk een raar krassend geluid, en een zombie kwam op hun af kruipen. Zijn benen hingen aan een sliertje vel achter hem. Het trio negeerde hem. Takari pakte een kaart. 'Hier, we kunnen het best in een rechte lijn naar het westen.' Haytham kwam erbij staan. 'Dat is onmogelijk. Dan kom je door de verboden stad.' Ronald keek hem even aan en dacht dat hij een grapje maakte. 'Wat?' Vroeg hij, toen Haytham serieus bleef kijken. 'De verboden stad is het oude centrum van Peking. Een groot plein met oude tempels en huizen, omringt door een muur met één poort. Het was een toeristische trekpleister.' Haytham knikte. 'Toen 6 jaar geleden het virus uitbrak, was het doel van de Chinese overheid om zoveel mogelijk mensen te doden, om de spreiding van het virus te stoppen.' Ronald schudde ongelovig zijn hoofd. 'Waarom zouden ze hun eigen burgers doden?'
'Het grotere goed, Ronald. Met de dood van miljoenen zouden de levens van miljarden gered kunnen worden. Helaas voor hun spreidde het virus zich alsnog uit. Niettemin, de soldaten liepen over de straten, schietend op alles wat bewoog...

Road To VengeanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu