knetterstoned

31 6 6
                                    

'4 keer een wachttoren. Op elke toren staat iemand', zei Bhadra, terwijl ze met een verrekijker de gigantische muur van golfplaten en houtblokken bestudeerde. Ze zat op haar hurken op het dak van een huis ongeveer 200 meter verderop. Achter haar stonden Raja, Jin en Caine. 'Uitschakelen is geen optie?' Vroeg Caine, die aan een sigaret tussen zijn vingers zoog. Bhadra schudde haar hoofd. 'Te riskant.' Zei ze. Geïrriteerd keek ze naar achter. 'Gooi die peuk weg, straks zien ze ons nog. Sinds wanneer rook jij uberhaüpt?' Caine haalde zijn schouders op. 'Ik vond gister een pakje. Het is best lekker.' Hij sloot zijn ogen en inhaleerde nog eens. Daarna liet hij de sigaret vallen en plette hem met zijn voet. 'Ronald had vast wel een plan bedacht.' Zei Raja. Jin keek hem aan. 'Ronald is dood.' Zei ze. 'We weten het niet zeker. Misschien is hij ontsnapt.' Bhadra schudde haar hoofd. 'Hij is dood, ik heb het zelf gezien.' Caine wreef even in zijn ogen. Zijn hele plan met Ronald was mislukt. Ronald was dood. Hij zou iets moeten doen, maar hij kon niet helder nadenken. 'Dood of niet, die muur is het enige wat de Yings en de Yangs van elkaar scheidt. En die muur word staande gehouden door 1 persoon: Jian. En we hebben 1 missie: Jian uitschakelen. Dus dat gaan we doen ook.' Zei Jin. Bhadra knikte. 'We kunnen proberen over de muur te klimmen. Daarna doen we ons voor als gewone Yangs. We zoeken rond naar Jian, snijden zijn keel door in zijn slaap, en verdwijnen dan weer.' Caine stak zijn vinger op. 'En Takari.' Zei hij. Bhadra knikte. 'Als we hem vinden gaat hij met ons mee. Hij zal als een held worden onthaald thuis.' Caine grinnikte even. Niet als het aan hem lag. 'Oke, we wachten tot het donker word,' zei Jin. De schaduwen van de steegjes werden steeds langer en smaller, de zon verdween langzaam achter de horizon.

De grijphaak maakte veel meel geluid dan de bedoeling was, toen hij over de muur vloog, en Bhadra knarste met haar tanden. Caine bekeek Bhadra even goed. Ze was klein, maar had genoeg pit in zich. Ze klom als eerste via het touw omhoog. Jin gooide haar lange zwarte haar naar achter en bond het in een staart. Raja klom als volgende het touw op en verdween achter de muur. Daarna Caine. Hij keek toen hij boven was naar de andere kant en hield zijn adem even in. Aan de andere kant van de muur waren huizen met verlichting, straten en tuinen. Er liepen een paar mensen over straat. Het viel Caine op dat ze hun hoofden naar beneden gericht hielden en haastig liepen. Angst. Dacht hij bij zichzelf. Hij sprong naar beneden en belandde in de bosjes, die zijn val braken. Hij sloop weg en hij hoorde een paar seconden later hoe Jin in de bosjes landde. 'Wat nu?' Vroeg Raja met zijn zware fluisterende basstem. 'We leggen onze wapens in de bosjes hier neer. Daarna lopen we gewoon door de straten alsof we Yangs zijn. Daarna-' Caine onderbrak haar. 'We kunnen ook even slapen. Zei hij loom, en hij deed geen moeite om een gaap te onderdrukken. Bhadra, Raja en Jin keken hem heel even stomverbaasd aan. Toen pakte Bhadra de sigaretten uit de jaszak van Caine, en haalde er eentje uit. 'He.' Zei Caine sloom. Het duizelde hem een beetje. Bhadra rook aan de sigaret. 'Dit is opium, idioot! Geen wonder dat je er bij loopt als een zombie.' Caine lachtte. 'Haha, een zombie, apocalyps! Snap je?' Bhadra schudde woedend haar hoofd. 'Geen tijd om te ontnuchteren. We lopen door de straat en zoeken een schuilplek. Ze stonden op en liepen zo nonchalant over de straat. 'Bhadra. Bhadra. Bhaaaadra.' Fluisterde Caine. 'Wat?!' Siste Bhadra. 'Snap je de ironie, Bhadra? Zombie, apocalyps! Hahaha!' Bhadra balde haar vuist en had heel, heel erg veel zin om Caine in zijn gezicht te stompen. Welke idioot herkent nou geen opium? Maar ze hield zichzelf in bedwang. Raja legde een hand op de schouder van Caine. 'Rustig maar.' Zei hij. Caine keek hem aan. 'Wat ben je toch ook een kast van een kerel.' Zei hij. Daarna grinnikte hij weer. 'Ik ben hiigh, hiiigh, hiiiiiiigh!' Zei hij zangerig. 'Volg mij, jongens.' Zei Jin, en ze liep een afslag af. Ze kwamen langs een bewaker en Bhadra en Raja hielden hun adem in, maar de bewaker knikte alleen maar even. 'Jin, waar ga je heen?' Vroeg Bhadra zacht, toen ze harder begon te lopen. 'Vertrouw me nou maar.' Zei Jin. Ze liepen nog een afslag door en er verscheen een schuurtje. 'Naar binnen!' Siste ze, en ze hield de deur open. Raja, Bhadra en Caine glipten naar binnen. Het was pikdonker in het schuurtje. De deur klapte dicht achter hun. 'Ik zie niks!' Fluisterde Raja. Hij verstijfde toen hij een veiligheidspal van een wapen hoorde klikken. 'Wat is...' begon hij. Het licht knipperde aan. Ze stonden in een krap schuurtje. Voor ze stonden 4 gewapende mannen met bepantsering. Achter ze stond Jin met een pistool. 'Wat..?!' Vroeg Bhadra ongelovig. Jin lachtte niet, en zei ook niks vernederends. 'Sorry, jongens. Ik heb nooit voor de Yings gewerkt. Jian is een echte leider, ondanks alle leugens die jullie over hem verspreiden.' Caine probeerde de situatie in hem op te nemen, naar zijn hoofd zat vol mist. Ergens kon hij zich wel herinneren dat Jin degene was die hem de sigaretten aanbood. 'Huh.' Zei hij. Raja stond dreigend overeind en zijn spieren balden, maar elk geweer werd nu op hem gericht. 'Verrader.' Zei hij. Ze schudde haar hoofd. 'We hadden een goede samenleving, totdat jullie idioten besloten om rebellen te worden! Ik ben niet de verrader! JULLIE ZIJN DE VERRADERS!' Haar stem galmde door het schuurtje, door de straten, en vervaagde in de wind.

Road To VengeanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu