scherven

52 6 7
                                    

Na een overnachting in het stoffige verlaten huis ging de groep verder richting het oosten. Raja en Sunny liepen voorop, gevolgd door Jin en Bhadra, met daarachter Ronald en Caine. Het was de gekste optocht die Ronald ooit gezien had. Na een tijdje lopen verscheen er een glazen bolwerk in de verte. 'Wat is dat?' vroeg Ronald aan Jin. 'Het grootste tropisch zwembad ter wereld.' antwoordde Jin. Vol ontzag keken Ronald en Caine naar de enorme glazen koepel die het zonlicht weerkaatste. 'Als we er overheen klimmen, snijden we een stuk af.' zei Raja. 'We kunnen de houten balken tussen de glasplaten gebruiken om op te klimmen.' Jin keek hem aan alsof hij gek was geworden. 'Wil je ons dood hebben ofzo? Dat glas houd ons nooit.' Raja liep naar de rand van het gebouw toe. 'Het houd ons prima.' zei hij, en zonder verder een discussie aan te gaan klom hij via een paar scheuren in het gebouw naar boven, en bereikte daar de eerste glasplaat. Hij sloeg er even tegenaan. Er gebeurde niks. 'Zie je wel?' riep hij naar beneden met een vleugje triomfantelijkheid in zijn stem.
'Urgh.' gromde Jin kwaad. Ronald vond haar er nog steeds uit zien als ze boos was.
'Ben ik verliefd?' dacht hij bij zichzelf opeens, en hij schrok van de gedachten.
'Nee, ik ben niet verliefd.'
'Maar ik voel wel wat voor haar.'
'Zou ik Amy hiermee verraden?'
'Jin is toch niet mijn type, toch?'
Ronalds gedachtenstroom werd beïndigd door Bhadra, die behendig naar boven klom. Sunny volgde haar. 'Het nadeel van grote broers,' zei hij, 'ze krijgen altijd hun zin.'
Jin schudde haar hoofd. Chagrijnig kijkend klom ze ook naar boven, gevolgd door Ronald en Caine, die het iets minder elegant deden dan hun getrainde vrienden. Toen ze over het glas klommen, keek Ronald daar beneden. In het gebouw lag een enorm zwembad, omringt door palmbomen en kunstmatige kleine stranden. Het moest een toeristische trekpleister zijn geweest. Terwijl ze verder klommen, kreeg Ronald een licht gevoel van hoogtevrees. Ze waren nu op de bovenkant van de koepel, en hij kroop nu op handen en voeten over de glasplaten heen. Het was minstens 100 meter hoog. Hij keek door het glas naar beneden en zag beweging in het zwembad. Hij keek beter en vloekte geschrokken. Er zaten hordes zombies in het water. Jin zag het ook. 'Er kwamen hier dagelijks duizenden bezoekers.' zei ze met afgrijzen op haar gezicht. Ronald voelde angst opkomen, iets wat hij niet vaak voelde. Hij probeerde op normaal tempo te blijven ademen, maar dat lukt niet helemaal als je op handen en voeten op een glasplaat zit,  op 100 meter hoogte boven een zwembad met iets van duizend zombies. De angst beklemde Ronald, het kwam als een ijsklomp in zijn maag en beklemde zijn hart. 'Fuck, fuck.' hijgde hij. 'Gaat het wel goed, gast?' vroeg Caine die een paar meter naast hem over het glas klom. Ronald knikte. 'Het gaat best. Ik heb alleen...' hij werd onderbroken door een luid gekraak. 'Verspreiden, verspreid je over het glas!!' gilde Jin. Ronald keek naar beneden en zag scheuren in het glas op de plek waar zijn handen zaten. Geschrokken kroop hij opzij. De groep ging zo ver mogelijk uit elkaar. Het bleef even stil. Ronalds hart bonkte 100 slagen per minuut en de adrealine gierde door hem heen. Sunny deed zijn mond open om wat te zeggen, maar een luid gekraak klonk en het glas onder Sunny brak. Schreeuwend probeerde hij zich vast te houden aan de rand, terwijl hij met zijn lichaam 100 meter boven het zwembad bungelde. Raja schreeuwde en rende ondanks het gevaar naar zijn broer toe en greep zijn handen. Hij haalde zijn polsen open aan de glasscherven die uit de rand staken. Terwijl hij Sunny vasthield, begon het glas onder Raja's voeten waarschuwend te kraken. 'RAJA, JE MOET DAAR WEG!' gilde Bhadra. Sunny schopte met zijn benen en probeerde op de rand te klimmen. 'Laat me niet vallen!' riep hij smekend. 'RAJA, ALS JE DAAR NIET WEGGAAT STERVEN JULLIE ALLEBEI!!' schreeuwde Bhadra. Ronald voelde zich misselijk van machteloosheid. Hij kon er niet heen om ze te helpen, dan brak het glas sowieso. Raja schreeuwde uit radeloosheid, het lukte hem niet op Sunny op te hijsen. Het bloed gutste uit zijn polsen op de plekken waar de scherven hem hadden gesneden. 'Sorry, zei Raja huilend tegen Sunny.' Sunny keek hem lijkbleek aan, en zei iets onverstaanbaars. Toen liet Raja hem los en rolde meteen naar achter. Sunny's schreeuw terwijl hij naar beneden stortte weergalmde door de koepel heen. Het gegorgel en gebrul van de zombies onder hem ook. Er klonk een duidelijke plons, en tot zijn afgrijzen schreeuwde Sunny nog steeds nadat hij in het water was gevallen. Hij werd leven opengereten door de zombies. 'We moeten hier weg, NU!' riep Caine, en ze tijgerden naar de rand van de koepel. Daar lieten ze zichzelf zo goed en kwaad als het ging naar beneden gleiden. Ze grepen af en toe een houten balk vast zodat ze niet te pletter stortten. En uiteindelijk bereikten ze de grond. Raja viel op zijn knieën en schreeuwde. 'Stil, Raja, heel Peking kan ons horen!' zei Bhadra zorgelijk. Ze trok Raja omhoog. 'Het is mijn schuld!' huilde Raja. 'Mijn schuld, mijn schuld, mijn schuld!' Bhadra schudde haar hoofd. 'Het is niet jouw schuld, word nou even rustig!' Bhadra was ook geschrokken, maar wist dat ze geen tijd hadden om nu te rouwen.' Caine pakte een stuk steen en sloeg het raam van een winkel in. Het was een supermarkt. Ze gingen gauw naar binnen. Binnen stonden een paar zombies, maar Caine maakte ze zonder problemen af met zijn katana. Jin en Bhadra ondersteunden Raja en gingen met Raja de supermarkt in. Ze strompelden naar het achterste deel en legden Raja daar neer. Raja bloedde nog steeds als een rund. 'We moeten dat bloeden stelpen.' zei Caine. Hier was hij goed in. Als alles uit de hand liep, kwam de leider in hem naar boven. Hij pakte verband uit zijn rugzak en gaf het aan Jin. 'Afknellen.' zei hij. 'En waar de fuck is Ronald?' hij keek om zich heen en zag dat Ronald nog steeds buiten stond. Caine liep met grote stappen door de supermarkt en sprong door het kapotte raam naar buiten. 'Wat doe jij nou, gast?!' vroeg hij aan hem. Hij schrok van Ronalds gezichtsuitdrukking. Hij was lijkbleek en trilde. Ronald draaide zich om en gaf over op de straat. 'Hé!' zei Caine die geschrokken achteruit deinsde. Toen Ronald stopte met braken klopte hij hem even op de rug. 'Rustig maar, kerel.' zei Caine. Hij keek om zich heen. Wat een zootje. Sunny dood, Raja die aan het leegbloeden was en Ronald die in een of andere shock verkeerde.
Ze zaten in de problemen.

Ondertussen in oost-Peking

Jian keek in de verte. Hij hoorde geschreeuw door de stad weergalmen. Hij glimlachte en liep naar binnen. Binnen hing een Chinese jongen vastgebonden ondersteboven. 'Die zijn we kwijt, denk je ook niet?' vroeg hij aan de jongen. De jongen zweeg. 'Je zegt niet veel.' zei Jian, terwijl hij naar een kastje toeliep en een fles wijn en en glas pakte. 'Na al die tijd is het enige wat ik over je weet, je naam.' hij schonk zijn glas vol en draaide zich om. 'Ik heb wel meer manieren om je aan de praat te krijgen.' zei hij, een stuk minder vriendelijk nu. Hij nam een slok van zijn wijn en liep naar de deur. 'Tot morgen dan maar, Takari.'

Road To VengeanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu