Een brandende stroman

44 5 1
                                    

Rusland, 2017
De toendra

Het deed Ronald denken aan de films over de tweede wereldoorlog die hij vroeger wel eens keek. Samen met Yuri haalde hij balkjes hout uit de spoorrails. Hij stopte ze in een jutenzak en sleepte ze mee terug naar het tentenkamp. Myriam zat op een steen te wachten, haar handen over haar zwangere buik geslagen. 'Hij schopt.' Zei ze met een glimlach. Ronald wist niet hoe hij moest reageren. Hij wist alleen dat een baby veel problemen zou leveren als ze wouden blijven leven. Die idiote Yuri ook. Kon ook nooit z'n pik in zijn broek houden. 'Ah, Schatje.' Klonk het achter hem. Als je het over de duivel hebt, dacht Ronald bij zichzelf. Yuri kwam tevoorschijn achter hem. Hij liep naar Myriam en ze zoende haar innig. 'Pas op voor de baby.' Giechelde ze. Yuri maakte zich los uit de omhelzing en draaide zich om. 'Eric!!' Schreeuwde hij. Haastig kwam er een man uit een tentje gerend. Hij was achterin de 10, had een scheef brilletje op, en warrig haar. Hij was Amerikaans en sprak geen woord Russisch. 'We zijn dichtbij waar we moeten zijn.' Zei Yuri triomfantelijk. Eric keek naar Ronald. 'Wat zegt hij?' Vroeg hij, met een lichte zweem van angst in zijn ogen.
'Hij zegt dat we dichtbij de veilige plek zijn.' Vertaalde Ronald. Hij richtte zich weer op Yuri. 'Hoe weet je dat zo zeker?' Vroeg hij.
Yuri grijnsde en haalde nog iets uit zijn jutenzak. Het was een beker. Met een merk erop. Ronald herkende het meteen. 'Is dat waar we heen gaan?' Vroeg hij ongelovig. Yuri knikte. Ronald bleef even stil en begon toen te lachen. 'Yuri, je bent geniaal.'

Peking, 2021
Jians loods

Jin wreef over de buil in haar achterhoofd terwijl ze door de enorme loods liep. Er stonden drones in alle soorten en maten, kleine quadcopters tot witte dunne vliegtuigjes. Aan elke drone werd gesleuteld en het geluid van gehamer en lasmachines echoden door de gigantische ruimte. Helemaal achterin de loods stonden een paar rijtjes televisieschermen opgesteld, waar rijen tekst en codes op te zien waren. Ze liep naar een kleine man met een bril. 'Adam.' Zei ze, en hij draaide zich om. 'Hoelang nog voordat de drones klaar zijn voor gebruik?' Vroeg ze. Adam schraapte zijn keel even. 'Hoogstens 2 dagen.' Zei hij. Jin sloeg met haar hand op het toetsenbord wat op het bureau stond. Het werd even stil in de loods, en iedereen keek in haar richting. Jin maakte een handgebaar naar ze toe en iedereen ging weer verder waar ze mee bezig waren. '2 dagen is te lang, Adam. We hebben die drones NU nodig. Werk harder.' Zei ze. Adam pakte een opgevouwen zakdoek uit zijn labjas en depte ermee op zijn bezwete voorhoofd. 'Uiteraard. Geef ons nog 1 dag, dan zijn we klaar.' Jin kneep haar ogen even samen. 'Één dag is wat je krijgt. Geen minuut meer. Als ze dan nog niet klaar zijn, staat je hoofd op een spiets op de muur.' Adam trok wit weg. Jin draaide haar om en liep de loods weer uit, terwijl tientallen gezichten haar achterna keken. 'Jullie hebben haar gehoord!' Riep Adam. 'Aan het werk!' En het geluid van lasmachines en hamers vulde de loods weer.

'Ik heb ongeveer 20% van jullie verhaal begrepen.' Zei Husk, terwijl ze richting het grote tempelplein van de Yins liepen. 'Maar er is dus iemand die alle voorzieningen van Peking in zijn bezit had, maar nooit de moeite heeft gedaan om de verboden stad te openen. Dat is voor mij genoeg reden om jullie te helpen.' Ronald knikte tevreden. 'Mooi.' Zei hij. In de verte kwam Mingzhi van de trap van het tempelplein naar beneden gelopen. 'Wie is die ouwe sok dan?' Vroeg Husk. Ronald onderdrukte een lachje, terwijl Takari geïrriteerd naar hem keek. 'Dat is Minghzi. De leider van de rebellen. Hij verdiend respect.' Husk zei niks. Mingzhi kwam met zijn wandelstok naar ze toe gelopen. 'Ronald, je bent terug!' Stamelde hij. 'Iedereen dacht dat je dood was!' Er verzamelden zich intussen meer mensen op het plein er er klonk overal gemompel. 'En...Takari?' Vroeg Mingzhi vol ongeloof. Er ging een golf van opgewonden gemompel door de massa mensen die zich intussen om het viertal verzameld had. Vanuit de tempel kwam iemand aangerend. Het was Chen, met zijn boog in zijn hand. De mensenmassa ging voor hem opzij. 'Ronald! Je bent terug! Waar is Caine? Wie zijn deze mensen?' Ratelde hij. Mingzhi hief zijn hand op om hem te laten zwijgen. 'Luister Ronald.' Zei hij. 'De mensen hier hebben veel vragen voor je, en ik al helemaal. Maar de tijd dringt, dus ik suggereer dat je een speech voor het volk geeft, waarin je alles uitlegt.' Ronald schudde zijn hoofd. 'Ik ben niet het type voor speeches.' Takari keek hem schuin aan. 'Hoor hem nou. Meneer de pessimist. Waar heb jij de afgelopen 5 jaar gezeten man?' Vroeg hij. Ronald schudde zijn hoofd weer, maar Mingzhi pakte hem bij zijn schouders beet. 'Dan wordt je maar zo'n type.' Zei hij. 'De mensen verwachten antwoorden. Je hoort ze te geven.' Ronald wreef even met zijn hand over zijn gezicht. 'Oke, wat wil je dat ik doe?' Vroeg hij zuchtend. Mingzhi keek achter zich, naar de tempel. 'Spreek ze toe vanaf het dak van de tempel.'

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Nov 11, 2017 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Road To VengeanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu