Wendigo's

64 6 1
                                    

'Spreek je Engels?' vroeg de onbekende man aan Ronald terwijl hij hem heen en weer schudde. Ronald deed zijn ogen open. Het was ochtend en hij had het stervenskoud. De dauw druppelde van de mos die tussen de stenen zat in het steegje en er hing een lage nevel. 'Laat me met rust.' mompelde Ronald in het Nederlands en sloeg zijn jas om zijn lichaam. 'Hij raaskalt.' zei de onbekende man. Ronald deed zijn ogen open en keek naar de man. Hij was oud, minstens 60. Hij was blank en had een bril op. Achter hem stond een klein vrouwtje in gele jurk en een knot in haar grijze haar bezorgd te kijken. 'Je moet meekomen.' zei ze. Ronald nam aan dat de 2 getrouwd waren. De man trok Ronald aan zijn schouders omhoog en strompelde met hem door het steegje. Ronald stribbelde niet tegen, het maakte hem niks uit. 'Je moet wel gek zijn om s'nachts buiten te overnachten.' zei de man. 'Je hebt ontzettend veel geluk gehad dat de Wendigo's je niet hebben gepakt.' Ronald kwam weer een beetje bij zinnen. Ze gingen een huis binnen. De man zette Ronald op een stoel en de vrouw sloot de gordijnen. Daarna pakte de vrouw wat lucifers en stak wat kaarsen en wierook aan. Ronald wist dat lucifers ontzettend schaars waren en ergens kon hij het gebaar wel waarderen. 'Wendigo's?' vroeg hij terwijl hij met zijn handen over zijn gezicht wreef. 'Wendigo's, jongen. Als een man het vlees van een ander iemand opeet, veranderd hij in een monster wat alleen nog maar naar mensenvlees hunkerd. Klinkt bekend toch?' vroeg de vrouw. Haar rimpels werden duidelijk afgetekend in het flakkerende kaarslicht. Ronald had geen zin om er tegenin te gaan. 'Hoe heet je?' vroeg de man aan Ronald. 'Ronald.' zei Ronald hees. 'Ik ben Haytham en dat is mijn vrouw Mei-ling. Ronald zei niks en leunde achterover op de stoel. 'Je bent niet van hier.' Zei Mei-Lin. 'Wat kom je hier doen? Je hebt niet het juiste moment uitgekozen om naar Peking te reizen.'
'We... ik ben hier om een vriend van me te zoeken. Takari.' Zei Ronald. 'De Yings hebben me over de situatie verteld.'
Haytham snoof. 'De Yins. Dat is hoe ze zichzelf noemen.' Ronald keek hem aan. 'De Yins strijden toch voor de goede zaak?' Vroeg hij verbaasd. Haytham en zijn vrouw wisselden even een onheilspellende blik uit. 'Het ligt niet zo zwart-wit, jongen. Er is geen duidelijke vijand in deze situatie.  De Yans, zoals jullie ze noemen, zijn niet bepaald onschuldig. Maar de Yins hebben ook genoeg op hun kerfstok...' hij zweeg even. Ronald leunde, nu geïntresseerd, naar voren. 'Zoals?' Vroeg hij. Haytham pakte zijn bril en poetste hem met zijn shirt. 'De Yins noemen zichzelf nobele rebellen. Maar er was een tijd dat ze door de straten zochten naar andere overlevers. Als ze andere overlevers vonden, kregen ze de keus om mee te vechten met de rebellen, of... pang.' Hij zette zijn bril weer op zijn gezicht. Ronald haalde zijn hand door zijn haar en zuchtte. 'Dat is niet zoals ze het mij vertelden.' Zei hij.
'De waarheid is een kwestie van perspectief, jongen. Er bestaat niet zoiets al Yin-Yang. We leven op een grijs vlak.' Mei-Lin stond op. 'Je ziet er vermoeid uit.' Zei ze tegen Ronald. 'Je mag hier wel slapen, op de bank. Haytham en ik zitten boven, de trap is achter de keuken als je ons zoekt.' Ronald knikte even dankbaar, en Haytham en Mei-Lin liepen naar de deur. 'Wacht.' Zei Ronald. Haytham draaide zich om. 'Waarom helpen jullie me?' Vroeg Ronald. Haytham krabte aan zijn haar. 'We kunnen onze menselijkheid niet verliezen. Wat is het nut om proberen te overleven van de Wendigo's als we ons gedragen als Wendigo's? Onze menselijkheid is wat ons als mens onderscheid van een beest.' Hij keek even naar de gordijnen met nauwgeknepen ogen. 'Sommigen daarbuiten, zijn hun menselijkheid al verloren. Er valt bij hun geen onderscheid meer te maken tussen mens of beest.' En met die woorden draaide hij zich weer om en liep de deur uit, gevolgd door Mei-Lin. Toen de deur dichtklikte werd het heel stil in de kamer. Ronald liep naar de bank en liet zich zakken. 'Weet je wel aan welke kant je nu staat?' Vroeg Amy, die aan tafel zat. Ronald trok zijn manteljas over zich heen als deken. 'Nee.' Zei hij.
'Weet je zeker dat je deze mensen kunt vertrouwen?' Vroeg Amy.
'Ja.' Zei Ronald.
'Hoe weet je dat zo zeker?'
'Ik weet het gewoon. Ze zijn onschuldig. Ik weet het zeker.'
Amy stond nu opeens achter de bank. 'Je dacht ook dat Samuel onschuldig was. Hij heeft me vermoord. Trouwens, niemand is onschuldig in deze wereld. Iedereen heeft wel iets vreselijks gedaan om te overleven.'
-'dat zal best.' Zei Ronald. 'Ik zie wel hoe het loopt.' En hij sloot zijn ogen.

'Weet je zeker dat dit een goed idee is, Haytham? Hoe weten we zeker dat hij te vertrouwen is?' Vroeg Mei-Lin aan Haytham. 'Ik kon hem niet laten doodvriezen is de steeg.' Zei Haytham. Aan de andere kant van de deur hoorden het gemompel van Ronald die tegen de lucht praatte. 'Die jongen praat tegen geesten. Hij heeft waanideeën. Hoe weten we dat hij vannacht niet onze kelen doorsnijd in bed?' Vroeg ze.
'Dat zal hij niet doen. Niet iedereen is slecht, ook niet in deze wereld.' Mei-Lin zuchtte en legde haar hand op Haytham's wang. 'Dat weet ik, lieverd. Dat weet ik.'

Die middag

Ronald werd wakker door de deur die openging. Uit reflex sprong hij overeind en tastte naar de shotgun die altijd om zijn schouder hing. Maar zijn machete en shotgun lagen op de tafel. 'Ik kom in vrede.' Zei Haytham met een lachje, en hief zijn handen op. Ronald ging weer zitten. Mei-Lin kwam achter Haytham aan en ze had een bakje rijst in haar handen. Ze gaf het aan Ronald. Uitgehongerd pakte Ronald de rijst aan en propte het met zijn blote handen naar binnen. Binnen een minuut was het bakje leeg. 'Er ligt bestek op tafel.' Grinnikte Haytham. Ronald stopte met kauwen en keek met een spoor van schuldbewustheid in zijn ogen naar de tafel. 'Owh.' Zei hij met volle mond. Haytham schudde zijn hoofd. 'In elk geval,' zei hij, en hij rolde een kaart uit over de tafel. 'We zijn nu hier.' Zei hij, en hij omcirkelde een plek op de kaart. 'Als je vriend waar je het over had bij de Yangs is, zit hij in dit gebied.' En hij omcirkelde een groot stuk van de kaart. 'Wat hebben de Yins je verteld over het gebied van de Yangs?' Vroeg hij aan Haytham.
'Ze hebben auto's, wapens, en veel voorzieningen.' Zei Ronald. Haytham knikte. 'Klopt. Maar ze Yangs hebben ook een muur van hout en golfplaten om hun gebied gebouwd. Elk stuk van de muur word bewaakt door een uitkijkpost. Er zijn zelfs geruchten dat er mijnen zijn neergelegd zodat niemand over de muur naar binnen kan komen. Of naar buiten.' Ronald wou een woordgrap maken over de Chineze muur, maar besloot zijn mond maar te houden. 'Hoe kom ik dan naar binnen?' Vroeg hij. Haytham omcirkelde een stukje in het gebied van de Yangs. 'Hier is de uitgang van de metro.' Zei hij. Hij omcirkelde ook een stukje op een andere plek, niet zo ver van de locatie waar ze nu waren. 'Hier is een treinstation. Je kunt daar heen om de spoorrails onder de grond te volgen. Als het goed is kun je dan bij de metro-halte in het Yang-gebied uit de metrobaan.' Ronald bekeek het plan. 'Zal die uitgang niet bewaakt worden dan?' Haytham schudde zijn hoofd. 'Hij word wel bewaakt. Maar minder dan de muur. Als je in Yang-gebied wilt komen, is dit de manier.' Ronald knikte. 'Dan doe ik het op die manier.' Haytham vouwde de kaart op. 'Ik ga met je mee naar het treinstation. Er valt op die plekken altijd wel voedsel of handige voorwerpen te vinden.' Ronald keek hem aan. 'Dankje.' Zei hij. Haytham klopte hem op de schouder en stond op. 'Nou, maak je klaar zou ik zeggen.' Zei hij. 'Wacht, gaan we nu meteen?' Vroeg Ronald.
'Natuurlijk, of wou je soms wachten tot morgen?' Vroeg hij. Hij schudde zijn hoofd. 'De jeugd van tegenwoordig. Altijd maar uitstellen.' Hij pakte zijn jas en kuste Mei-Lin op de wang. 'Voorzichtig lieverd.' Zei Mei-Lin. Haytham zette een bolhoed op. 'Ik ben terug voordat je het weet.' Zei hij tegen haar. 'Laten we gaan, Ronald!'

Road To VengeanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu