turbulentie

65 8 1
                                    

'kijk daar, bergen.' zei Caine. in de verte doemden inderdaad de eerste bergen op. 'we zijn in Duitsland.' zei David door de headset. Ronald had al de hele reis naar beneden gekeken. hij had dorpen, kampen, en steden zien voorbijkomen. en op heel veel plekken was er in de grond 'S.O.S' of 'SEND HELP' geschreven in het groot, wat alleen vanaf de lucht te zien was. het vliegtuigje was op ongeveer een kilometer hoogte, net onder de het wolkendek. 'wat verwachten jullie in China aan te treffen?' vroeg David om de stilte te doorbreken. 'puin.' antwoordde Ronald kortaf. 'Takari.' was het antwoord van Caine. David zuchtte. 'gezellige passagiers zijn jullie.' het bleef even stil. 'wat wil je eigenlijk van Takari?' vroeg David aan Caine.
'is je ooit al wat opgevallen aan mijn gezicht?' vroeg Caine sarcastisch.
'ja.' antwoordde david. 'het is een grote brandwond en je mist een oog. heeft hij dat gedaan?'
'hij was de schuld van mijn brandwonden. ooit zat hij bij mij in de groep.'
'oh ja? wat is er gebeurd?' vroeg David geïntresseerd.
'hij besloot Ronald's groep te helpen, tegen ons. na een gevecht liet hij me achter in een brandend huis..' begon Caine, maar David onderbrak hem. 'wacht even. jij was TEGEN Ronalds groep? en Takari besloot Ronald te helpen? en nu gaan jullie allebei naar China om hem te vermoorden?' hij schudde zijn hoofd. Caine deed zijn mond open om iets te zeggen, maar David hief zijn hand op. 'probeer maar niks uit te leggen, ik zal het toch niet begrijpen.' Caine haalde zijn schouders op. 'zo ingewikkeld is het niet, toch Ronald?' vroeg hij. hij kreeg geen antwoord. 'Ronald?' vroeg hij weer, en hij keek achterom. Ronald zat met zijn ogen dicht en zijn hoofd tegen het raam te snurken. 'typisch.' zei Caine.

Ronald werd wakker van het gehobbel van het vlegtuig. 'we gaan zo landen.' zei David.
'waar zijn we nu uberhaupt?' zei Ronald gapend, en hij zag dat het donker was buiten. 'we komen zo bij de grens in Kazachstan.' antwoordde David. 'over een halfuurtje landen we op het vliegveld.'

na een halfuur begon het vliegtuigje inderdaad te dalen. 'kun je wel landen in het donker?' vroeg Ronald aan David. 'daar komen we zo achter.' zei David met een grijns. ze kwamen dicht bij de grond en het landingsgestel werd uitgeklapt. met een schok raakten ze het asfalt. ze reden even door, en remden toen af. toen ze stil stonden zei David: 'het is donker buiten. we kunnen beter blijven slapen tot het licht word, dan gaan we naar buiten om te kijken of het veilig is.' Ronald liet zijn hoofd weer zakken tegen het raampje. hij tuurde naar buiten en probeerde de contouren te onderscheiden die hij zag. Als hij goed keek zag hij dat ze op een enorme landingsbaan stonden, en verderop stond een groot gebouw. Hij tuurde in het donker, maar plotseling kwam er een klap tegen het raam en keek Ronald oog in oog met een bleek rot gezicht. Van schrik schoot Ronald achteruit tegen de bagage aan. De zombie klapte op het raampje van het vliegtuigje. 'Geen zorgen.' zei David. 'Het glas is dik genoeg. We doen morgen wel wat aan die zombie.' hij pakte een muts en trok hem over zijn oren. 'Weltrusten.' zei hij. Caine en Ronald keken elkaar even aan. 'Niks aan te doen.' zei Ronald, en hij draaide zich om en sloot zijn ogen. Hij probeerde in slaap te vallen, maar het gebonk van de zombie die op het raam sloeg en kreunde, hield hem uit zijn slaap. Dat werd een lange nacht...

De volgende ochtend werd Ronald wakker door het ochtenlicht wat in zijn ogen scheen. Hij had nauwelijks geslapen. De raampjes waren beslagen door hun warme adem, en de zombie kon ze blijkbaar niet meer zien door het beslagen raampje en was ervandoor. Ronald schudde David en Caine wakker. 'Laten we uitstappen.' zei hij, en hij deed voorzichtig het deurtje open. Caine deed zijn deur ook open en sprong naar buiten. Toen ze buiten waren voelden ze de frisse koude lucht in hun gezicht en rekten zich uit. Ronald pakte zijn shotgun. 'Laten we in de grote passagiershal gaan kijken.' zei hij. David kwam ook uit het vliegtuigje. 'Prima, ik zal intussen het vliegtuig bijtanken.' caine knikte en volgde Ronald naar het grote gebouw. In de verte stonden 2 zombies. Ze draaiden langzaam hun hoofden om en kwamen op Ronald en Caine af. Ronald legde zijn shotgun op zijn handen, richtte, en liep op de zombies af. Hij haalde de trekker over en de knal was oorverdovend. Een rookwolkje kwam uit de loop en de zombies spoten zowat uit elkaar. De shotgun klapte door de terugslag achteruit in Ronalds armen. 'Jezus.' zei Caine, en hij wreef over zijn oren. 'Goed gedaan man. Nu zijn alle zombies op het vliegveld onderweg naar ons.' Ronald herlaadde zijn shotgun en reageerde niet. Ze liepen de enorme hal binnen. Overal stonden bagage koffers en lag er opgedroogd bloed op de vloer. 'Waar zijn alle mensen? Het zou hier vol moeten zitten met zombies.' fluisterde Ronald.
'Ze zijn vast weggehaald door het leger ofzo.' fluisterde Caine. Ze keken alert om zich heen. Ronald pakte zijn mes en peuterde hem tussen de gleuf in een koffer. Met een klik drukte hij de koffer open. Hij haalde de kleding eruit en zocht naar iets nuttigs. 'Zoek naar toilettassen, daar zitten altijd handige dingen in.' zei hij tegen Caine, die ook koffers aan het openmaken was. Ronald viste een toilettas uit de bagage tevoorschijn en haalde er wat medicijnen uit. Hij stopte ze in zijn jaszak. 'Ik ga verderzoeken naar iets om te eten ofzo.' zei hij tegen Caine. 'Prima, ik zoek wel verder naar medicijnen.' zei Caine. Ronald pakte zijn geweer op en liep zo zachtjes mogelijk verder door de hal. Hij kwam bij een hoek aan. Doodstil bleef hij tegen de muur staan. Er klonk laag gekreun verderop. Ronald pakte voorzichtig een koffer uit die naast hem lag en zocht naar de toilettas. Hij pakte het spiegeltje wat erin zat en gebruikge hem om om de hoek te kijken. Er stond een zombie in bewakerskleding om de hoek. Ronalds oog viel op het pistool wat in de riem van de zombie stak. Dat kon nog van pas komen. Hij haalde zijn mes uit zijn eigen riem, haalde even diep adem en sprintte zo snel mogelijk om het hoekje op de zombie af. Voordat de zombie iets kon doen had hij een mes in zijn voorhoofd zitten. Ronald trok het mes met een zompig geluid terug en haalde het pistool uit de riem van de zombie. 'Dankje.' zei hij, en hij deed het pistool in zijn eigen riem.

Road To VengeanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu