23:

29 2 0
                                    

Robin
Sofie knikte. Ik liep naar haar toe. En sloeg armen om haar heen. 'Ik ben er voor je, oké?' Sofie knikte met tranen in haar ogen. 'Komt goed, ik help je.' Ze knikte weer. 'Alsjeblieft, Soof, zeg wat.' 'Dankje.' Mompeld ze. Ik glimlach zachtjes en duw haar lichaan tegen de mijne, zo stonden we nog een paar minuten.

Dit hoord bij de volgende alinea:
'He knows, every secret that i keep, doesn't know it's killing me, he knows.'

Ik mis hem, ik kan het niet meer. Waar is hij. Waar is hij?! Ik ga nu naar Kaj, nu.

Ik start mijn auto en rijd huilend de straat uit. Klem mijn handen om het stuur. Kaj gaat niet dood, Robin. Hij gaat niet dood, Kaj hou vol.

'Ik word gek.' Mompel ik.

'Waarvan?' Ik schrik me de pleuris en val zowat van mijn stoel, ik ga snel rechtop zitten en probeer weer balans te krijgen over het stuur. 'Wie was dat? Wie ben jij?' 'Ik ben een stem.' 'Waar kom je vandaan?!' 'Jou ziel.' Dat klonk heel eng.. Ik zuchte trillend en probeerde me te concentreren op de weg. 'Samuel, 10028.' '10028?' 'Ja, dat is de coördinaat.' 'Ah, ge-wel-dig.' 'Ja.' 'Gaan we nu hoelahoepen?' Vroeg ik boos. 'Rijd jij nou maar door, chagerijn.' 'Ja, rustig.' Ik trapte op het gaspedaal. 'Eusj! Godver, rijd eens normaal!' 'Jaja..' Ik zucht diep. 'Waarom ben je hier?! En hoelang blijf je hier?' 'Ik ben hier al de hele tijd, maar dat heb je niet gemerkt.. Ik ben er alleen om je te helpen als je in paniek raakt!' 'Ik krijg juist stress van jou.' En ik zucht diep.

Als ik uit de auto stap loop ik door de schuifdeuren naar rechts. 'Naar links.' Zegt de stem in mijn hoofd. Ik zucht heel diep om weer te ontspannen. 'Ik ga weg als Samuel er weer is.' 'Oh nee..' Mompel ik. Ik loop de andere kant op en zoek de ronde balie. 'Hallo..' Zeg ik tegen de receptioniste. 'Haai! Voor wie kom je?' 'Kaj van der Voort.' 'Zijn bezoekersuur is bezig, kamer 32.' Ik knikte en liep naar links. 'Naar rechts.' Zei de stem, ik rolde met mijn ogen en draaide mezelf om. De receptioniste keek me vreemd aan. Ik glimlachte maar gewoon maar ze keek me nogsteeds vreemd aan. Ik haalde mijn schouders op en liep naar binnen.

Toen ik over de gele lelijke gangen liep viel ik opeens om. 'Auw!' Riep ik. 'Ja, sorry! Ik was bezig met mijn boekenkast, toen viel hij om.' Ik rolde met mijn ogen en stond weer met moeite op. 'Ik ga trouwens morgen even een paar daagjes weg, ik heb ook vakantie.' Zei de stem. Fijn, dacht ik. 'Jammer.' Zei ik. Ik zocht de kamer van Kaj en liep natuurlijk weer de verkeerde kant op. 'Naar links.' Zei de stem. Ik zuchte geërgerd.

Toen ik ( nogsteeds ) door de gangen liep, kwam ik een bekende kamer tegen. Ik klopte op de deur, en een meisjesstem zei:' Kom binnen.' Heel zacht. Ik opende de deur en zag een bekende liggen, Roan.

The Lost Boy || Ft. B-BraveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu