Hoofdstuk 34

182 14 8
                                    

"Meid, wat ben ik jaloers op jou." Gapend lopen Zanzu en ik door de gang. Nouja, ik gaap. Zanzu is zo hyper actief als wat. "Wat?" Mompel ik, ik heb veel te kort geslapen en kan nu echt geen moeilijke vragen hebben. ''Ik zag jullie wel knus liggen.'' Ik rol met mijn ogen. ''Zanzu, hoe kan je zo wakker zijn?'' Mompel ik. Vanuit mijn ooghoeken zie ik iemand op me af komen. Ik klem mijn boeken stevig onder mijn armen zodat ze niet vallen, en stop met lopen. ''Ojee, een helleveeg.'' Fluistert Zanzu, en ik doe een stapje naar haar toe. Het is Ster, Pegaeae dus. ''Ik moet je spreken.'' Haar zeurderige stem klinkt door mijn hoofd. Ik kijk haar strak aan in haar paars kleurige ogen. ''Nou?'' Snauwt ze naar me. ''Scheer je weg secreet.'' Snauwt Zanzu vanachter mij. Pegaeae kijkt langs me heen. ''Ssssgrrrrr'' verlaat haar mond, terwijl ze haar enorme tanden laat zien. Zanzu laat een piepje horen, en deinst achteruit.

''Oke. Waar spreken we af?'' Een sluw lachje komt op haar gezicht. ''Bij de grote dennenboom rechts van de rechter poort. Die bevind zich iets naast jullie kamer.'' Fijn, ze heeft alles uit gepluisd. Te moe om tegen haar in te gaan, evenals dat ik te moe ben om haar te vragen waarom ze me wil spreken, knik ik slaperig. Misschien wil ze me echt spreken, misschien loop ik nu rechtstreeks het hol der hellevegen in. Om vervolgens verdronken, verbrand en weet ik het allemaal te worden. Erg slim Serena. Erg slim.
"Na het avondeten. Zorg dat je er bent." En met die woorden loopt het toch wel knappe monster weg, en zie ik dat haar staart de schoolboeken draagt. Wie weet krijg ik er ook een. Als het gebeurd, mag het wel voor vanavond, dan heb ik iets om me mee te verdedigen als ik naar Pegaeae ga. "ik zeg het niet graag Serena, maar ik denk echt dat je een fout begaat. De 4-ling praat niet, die sissen. En verslinden. En verscheuren... moet ik nog door gaan?" Ik schud mijn hoofd. "Ik zal zien." Met een pril lachje voeg ik er nog aan toe; "mocht ik het niet overleven, mag jij Alaric hebben." Zanzu maakt een blij sprongetje in de lucht. Ik weet niet wat ik van ons 'gesprek' kan verwachten. Maar ergens vermoed ik dat het met Limnaden te maken heeft. Gelijk zie ik zijn bloeddorstige blik voor me, en ril. Als hij echt in de bloeddorst zit, wat ik vreemd vind omdat dat alleen gebeurd bij volwassen Andere, moet er iets zijn wat hem zo gemaakt heeft. Ik schud hem van me af, en haast me het lokaal in. Met een diepe zucht laat ik me naast Zanzu op een stoel zakken. Ik laat mijn boeken op de tafel ploffen en schuif alles aan de kant behalve geschiedenis. Zodra de klas vol is, komt meneer Aalmen binnen. ''Goedemorgen klas, vandaag gaan we doornemen welke stof volgende week maandag in jullie toets komt.'' Vermoeid laat ik mijn hoofd op de tafel neerzakken. Hier staat mijn hoofd dus echt niet naar. ''Mevrouw Gins, slapen had u vannacht moeten doen.'' Geschrokken til ik mijn hoofd op, en merk dat alle ogen op mij gericht zijn. ''S..Sorry meneer, ik let al op.'' Hij fronst met zijn wenkbrauwen. ''Dat hoop ik voor je. Nu verder. Buiten hoofdstuk 4 en 5, moeten jullie ook hoofdstuk 9 leren. Die gaan we even doornemen.'' Ik sla mijn boek open, maar het lukt niet om mijn ogen open te houden. Een enorm lang lijkende les van maar ander half uur gaan langzaam voorbij, en nog steeds weet ik niet precies wat ik allemaal moet leren. Hopelijk weet Keelia het, anders heb ik een probleem.

Zodra de bel gaat, pak ik op slakkengang mijn boeken bij elkaar, en sjok ik achter de nog altijd vrolijke Zanzu aan het lokaal uit. Hij praat, en praat, en praat, tot ik iets op vang wat mijn aandacht trekt. ''En Mandaz heeft het me geleerd. Echt, ik was er helemaal niet goed in ,maar toen hij op een dag achter me kwam staan en me begeleide, kreeg ik zo veel energie dat ik het in eens onder de knie kreeg. God, wat is het toch een stuk.'' Ik moet lachen. Hij heeft gelijk. Heel erg gelijk. ''Hij geeft alle lessen qua bewegen eigenlijk. Hij is ook zo getalenteerd en gespierd.'' Weer moet ik lachen. ''Oh Zanzu, hij is toch niks voor jou?'' Eigenlijk wel. Als ik er zo over na denk, ze zijn allebei schattig, sterk, en Zanzu is echt wel een meisjes jongen. ''Echt wel! Hij is zo lief. Heb je die kuiltjes gezien?'' ik rol met mijn ogen. Voor de kleedkamer slaat Zanzu af naar die voor de jongens. Ik stap de meisjeskleedkamer binnen, iedereen is druk bezig. Mijn blik valt op Keelia, die omgekleed en wel voor de spiegel staat. Winter en Raven staan bij elkaar, en zodra ze me zien komen ze vrolijk op me af. Alhoewel, Winter vrolijk. Raven is vrolijk op haar eigen manier. ''Zo uk, je bent laat.'' De twee staan in hun identieke tenuetjes naast elkaar. ''Ja klopt. Ik ben echt niet vooruit te branden vandaag.'' Winter staart me met haar ijs grijze ogen aan. Ook zij ziet er moe uit. Heeft zich waarschijnlijk de hele nacht op zitten fokken. Mijn ogen glijden langs de twee heen, naar het drietal die bij de deur staat. Ik bekijk ze, en merk dat Pegaeae naar me staart. Hoe lang al? Haar mondhoek krult een beetje op, maar dan word ze verstrengeld in een gesprek met haar zussen. ''Stelletje..'' Raven opent haar mond, maar Winter valt haar in de reden. ''Niet zo grof.'' Ik glimlach. Wat een stel is het toch. Ik laat de twee achter en kleed me snel om. Mijn melkwitte benen steken weer onder het zwarte broekje uit. Lekkere verschijning. Ik herken de tas van Winter, en grabbel er naar een borstel. Het ding door mijn haren heen halend loop ik naar Keelia toe, die stilletjes voor de spiegel staat.

Onmacht {Het Oog der Engelen}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu