Hoofdstuk 7

503 32 1
                                    

De hele rit naar huis ben ik stil geweest. Ook mijn ouders hebben niks tegen mij gezegd. We glimlacht mijn moeder soms door de spiegel naar achter, verder heb ik de rest van de tijd naar buiten gekeken. Zodra we de woonwijk in rijden, schiet me iets te binnen. ''Mam?' Begin ik, 'Heb je aan Kevin verteld wat er is gebeurd?'' Mijn moeder kijkt achterom. ''Ja dat heb ik, alleen zijn reactie was nogal kort af..'' Mijn vader gniffelt.

''Hoezo; Kortaf?''

''Hij ze 'oke, ik bel vanavond misschien even.' En hing toen op. Hij zal wel erg geschrokken zijn.'' Ik kan het niet geloven. Waarom doet hij zo raar?

''Sorry liefje..'' Ik voel mijn moeders hand op mijn been.

We rijden de oprit op, de auto komt stil te staan en mijn moeder doet de deur voor me open. Ze helpt mij de auto uit en geeft mij mijn krukken. Ik strompel achter haar aan het huis in. De deur valt achter me dicht en ik hinkel door de gang naar de woonkamer, waar ik me met een diepe zucht op de bank laat zakken.

Ineens schiet alles me te binnen van wat er de afgelopen dagen is gebeurd. De gedachten, de lichten in de kroeg, Rick, de aanrijding, Dadin, vader die me lijkt te haten, en dan ook nog Kevin die waarschijnlijk niks om me geeft. Ik voel me vreselijk. Ik laat me opzij vallen op de bank en begraaf mijn gezicht in de kussens.

Na een tijdje word ik wakker van een scherp gerinkel, waarna ik de voordeur open hoor klikken.

Ik hoor de vrolijke stem van mijn moeder. ''Hoi Rick! Wat een verrassing!''

''Ik hoorde over Serena, en maakte me ongerust. Kan ik binnenkomen?''

Ik hoor voetstappen op de gang. ''Serena? Rick voor je. Kan ik hem laten komen?''

Ik hef mijn hoofd op. ''Eh, ja natuurlijk.''

Mijn moeder loopt weer weg en ik wrijf onder mijn ogen, in de hoop de uitgelopen mascara onder mijn ogen weg te vegen. Ricks gezicht verschijnt om de hoek, en ik glimlach zwak als ik hem zie. Zijn gezicht staat inderdaad bezorgd. Ik sla mijn ogen neer.

''Oh Serena,'' hoor ik. Niet veel later voel ik iemand anders op de bank neerploffen. Ik kijk op. Dan laat ik mijn hoofd op zijn schoot vallen en begin te huilen. Hij pakt me stevig vast en streelt over mijn gezicht, wat ruw voelt van de schrammen. Ik blijf door huilen en probeer wat woorden uit te brengen. ''Rustig aan. Wacht, ik ben zo terug.''

Ik ga rechtop zitten en begraaf mijn gezicht in mijn handen. Na een tijdje komt Rick de kamer weer ingelopen, en gaat weer naast me zitten. ''Hier, drink even wat.''

Ik kijk hem aan en pak dan de beker aan. Met trillende handen neem ik wat slokjes van het koele, zuivere water. Ik begin rustiger te worden. Rick blijft over mijn rug wrijven en pakt de beker weer aan.

''Oh Rick, ik ben zo in de war. Alles wat er gebeurd is.. en niemand waar ik het er mee over kan hebben.'' Ik voel aan zijn houding dat hij zich ongemakkelijk voelt. ''Het spijt me, ik had dat niet moeten zeggen. Het is ook zo ingewikkeld.''

Rick strijkt een pluk haar uit mijn gezicht. ''Je kan met mij praten toch? Wij zijn toch beste vrienden?''

Ik knik. ''Maar dit is anders. Ik kán het niemand vertellen.'' Golven van tranen besluipen mijn ogen. ''Ik wil even naar buiten. Ga je mee?''

''Ik vraag het wel even aan je moeder.'' Rick staat weer op en loopt naar de keuken, maar blijft onderweg stilstaan. Ik zie het en sluit mijn ogen, mijn bijgeloof om dingen beter te kunnen horen. Wat Rick hoort hoor ik ook. Geschreeuw. Rick komt weer naar me toe. ''Ik denk niet dat ik ze nu wil storen.''

Onmacht {Het Oog der Engelen}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu