Hoofdstuk 3

681 38 1
                                    

Dadin

Ik kijk voor me uit, over de grote oppervlaktes gras die zich hier bevinden. Ik zit alleen in het deels natte gras door de ochtenddauw. Al een paar weken voel ik me raar, een verlangend gevoel naar iemand die me begrijpt. Dat gebeurd hier niet, ik woon samen met mijn vader die alleen oog heeft voor prestaties, en een broer die mij de grond in trapt. Sinds een paar weken kom ik steeds vaker op aarde; iets dat eigenlijk niet mag. Daardoor heb ik een meisje van aarde ontmoet. Nou ja, niet letterlijk ontmoet. Ik zie steeds een meisje voor me, en het voelt raar. Maar elke keer als ik weer contact met haar probeer te leggen, verdwijnt het, en voel ik me weer lusteloos en leeg. 

Van uit de verte zie ik een jongen aan komen rennen, het is Linque, mijn beste vriend. ''Dadin! Ciáran wilt dat je bij hem komt. Hij leek boos..'' Ik zucht diep, en laat mijn hoofd naar achteren hangen. 

''Hij hoeft echt niet te denken dat ik zijn slaaf ben ofzo.'' Gefrustreerd laat ik me nu helemaal naar achteren in het gras vallen. Tot er een donkere wolk voorbij vliegt, en boven me blijft hangen. 

''Ik denk niet dat je van hem af komt.'' Grinnikt Linque. ''Dan moet het maar.'' Kreun ik, terwijl ik mezelf omhoog hijs. Linque kijkt me lachend aan. Eigenlijk lacht hij altijd, het is een vrolijk mannetje. Een van de liefste elven die ik ken. Een blonde jongeman, net als ik 19 jaar en grote punt oren die door zijn omhoog staande krullende haar steken. Hoe dan ook, de donkere wolk komt van Ciáran, hij is erg ongeduldig. Samen met Linque loop ik naar het kasteel. De deuren worden meteen open gedaan door onze huishoudster, Laafen, maar eigenlijk hoort ze tegenwoordig een beetje bij de familie. Ik loop het grote kasteel binnen, waar voor het raam een lange jongen staat, met lang, zwart haar, dat in een staart op langs zijn rug hangt. Ik zucht, rol met mijn ogen en loop op hem af, met een ruk draait de jongen zich om, en ik voel me gelijk weer minder waard dan hem. En dat terwijl we een tweeling zijn. 

''Dadin, waarom luister je verdomme niet even naar mij en je vader?'' Zijn stem klinkt hard en streng. ''Je had gezegd je niet meer te bemoeien met de mensen op aarde. En toch krijg ik steeds meldingen dat je wél op aarde komt.'' Ik wil net mijn mond open doen om een weerwoord te geven, als mijn vader de trap af komt gelopen. ''Je broer heeft gelijk Dadin, het kan niet langer zo. Als je moeder zou weten dat je zo ongehoorzaam bent..'' Mijn maag keert zich om. ''Laat haar hier buiten .'' Sis ik hem toe, waardoor ik een lichte schok in mijn buik krijg, die van hem af komt. ''Zo praat je niet tegen mij. Ciáran en ik hebben besloten je hier binnen te houden, zodat je niet steeds gaat en staat waar je wilt.''  Mijn mond valt open. ''En Keelia en Linque dan? Hun mag ik zeker ook niet meer zien? '' 

''Dadin, we willen niet dat je je leven gaat verspillen. Wat wel gebeurd als je je blijft gedragen als.. als een klein kind. Word alsjeblieft eens volwassen.'' Tranen springen in mijn ogen. ''Mama had het goed gevonden dat ik mijn eigen leven zou leiden.'' De ogen man mijn vader lijken bliksem te schieten, letterlijk, maar dan komt het van zijn handen af. ''Doe dan. Schok me maar, het kan me niks meer schelen.'' Schreeuw ik, niet eens wetend wát ik precies zeg, ik gooi het er gewoon uit. Mijn vader heeft controle over bliksem. De meeste engelen en elven hebben een speciale kracht, die ze krijgen bij hun geboorte. Zo kreeg mijn broer de macht de tijd te beheersen, maar na een hele boel fouten in het verleden heeft hij geleerd dat het gevaarlijker is dan hij dacht dat het was. En ik? Ik kan mezelf onzichtbaar laten worden. Heel indrukwekkend als je het vergelijkt met mijn vader en broer. Mijn moeder was anders, die had geen kracht waarmee ze macht kon krijgen over andere, zij had genezende krachten. Het was een mooi mens, wat ik heb gehoord van verhalen van andere. Ik heb haar nooit leren kennen, ze is gestorven op onze geboortedag na een aanval van Usmork. Je kunt Usmork zien als de hel, het is een donkere plek, waar het vrijwel altijd sneeuwt. Het ligt ver weg van Zárácin, en het is niet bereikbaar voor hen die geen vleugels hebben. 

Onmacht {Het Oog der Engelen}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu