hoofdstuk 1

97 8 0
                                    

Sunlight

Ik word wakker. De zon schijnt al en m'n rug. Naast me ligt mijn moeder, ze heft haar hoofd op als ze ziet als ik wakker ben. Goeiemorgen Sunlight, Hoe was je nacht? Zalig, antwoord ik. Ik kijk eens rond een eindje verder staan de andere merries te grazen. Eentje is zwanger heeft m'n moeder me verteld, ze zal binnenkort haar veulen krijgen. Ik kijk ernaar uit. Als enige veulen is het maar niks. De andere paarden willen niet spelen. Dus ik speel altijd alleen. M'n moeder heeft me wel al gewaarschuwd dat het veulen eerst ouder zal moeten worden voor ik ermee kan gaan spelen. De hengsten staan verspreid tussen de merries te grazen. Ik zoek naar m'n vader. Hij loopt tussen de paarden door naar ons. Vlug sta ik op. Ik zie dat je eindelijk wakker bent Sun, zegt hij met een speelse blik in z'n ogen. M'n vader noemt me altijd Sun, hij vin het makkelijker om me te kunnen roepen. Dag Prince, antwoord ik. Wat gaan we vandaag doen? vraag ik gierig. M'n vader leert me dingen zoals hoe ik later een kudde moet leiden en hoe je paarden herkent en nog veel meer. M'n moeder zorgt voor me en leert me de basis van paard zijn. Niks zegt hij. Verbaasd kijk ik naar Prince. Hoezo niks? Wel Sun vandaag gaan we er op uit met de kudden. Meteen ben ik enthousiast. En waar gaan we heen? Ik hoor m'n moeder zachtjes hinniken om mijn enthousiasme. Dat zal je nog wel zien Sun. En met die woorden draait hij zich om. Silver is ondertussen ook recht gaan staan. Eet nog wat Sunlight, het wordt een zware dag. Ik loop naar m'n moeder en begin dus wat melk te drinken. Ik heb al eens geproefd van het gras, want m'n moeder zei altijd dat het gras zo sappig was. Maar dat was dus toch maar niks. M'n moeder probeert me wel aan te moedigen om zo af e toe gras te eten en van het water te drinken. Maar leuk is het toch niet.

Prince roept de paarden bijeen en vertelt dat ze naar de waterval zullen trekken. Er klinkt een ongerust gehinnik tussen de paarden. Eentje vraagt: Waarom, is het niet meer veilig hier? Ik kijk in de richting van het geluid en zie dat het Moon moet zijn geweest. Moon is een prachtige, zwart gevlekte merrie. Ze is een al wat oudere merrie en snel bezorgt. Naast har staat haar zoon Bliksem. Een stevig gebouwde hengst. Zijn vacht is pikzwart en glanst altijd van top tot teen. Er is geen enkel plekje wit op zijn lichaam te bespeuren. Bliksem is een snel, behendig paard dat al veel aanvallen heeft weten af te weren met een paar andere hengsten. Hij beschermt zijn moeder goed. Hij staat altijd in haar buurt. Rustig maar Moon, antwoord Prince. We zijn hier al een tijdje en de roofdieren zullen ons wel al opgemerkt hebben. Sunlight is oud genoeg om de afstand af te leggen en als we nog langer wachten zal Ace niet meer meekunnen. Ace is de zwangere merrie, ze is een albino maar meer weet ik ook niet echt over haar. Ze staat altijd aan de andere kant van de kudde. Silver heeft me al gezegd dat ze weldra bij ons zal blijven. Het is makkelijker om 2 veulens en hun moeders te beschermen als ze dicht bijeen zijn. Nu wordt Ace vergezeld en beschermt door Bliksem. Ace staat aan de andere kant van Bliksem zie ik nu pas. Bliksem is de vader van haar toekomstige veulen. De helft van wat m'n vader zegt mis ik. En ik kom pas uit m'n gedachten als Silver me een duw met haar neus geeft. Jij zat weer eens op een andere planeet met je gedachten hé. Ik draai beschaamd m'n hoofd weg. Prince probeert me al een hele tijd bewust te maken dat een leider er moet bijzijn met z'n gedachten. Ik draaf achter m'n moeder aan en we sluiten ons aan bij de kudde. We vertrekken in een rustige draf. Vooraan loopt Prince om de groep naar de waterval te leiden. M'n moeder spoort me aan zodat we bij hem kunnen lopen. M'n vader en moeder brengen zoveel mogelijk tijd door met elkaar. Ik draaf achter ze aan terwijl m'n moeder met Prince praat. Achter en naast me lopen de andere merries. En helemaal aan de buitenkant lopen de hengsten. Zodat ze de kudde kunnen beschermen. Na een tijdje komen we op een open vlakte en gaan we over naar draf. We lopen in de buurt van water en ik dwaal ernaar af. M'n moeder houdt me in de gaten en roept me wat later terug.

De zon begint al weer te zakken en ik begin moe te raken. We zijn weer over gegaan naar galop maar ik kan niet meer. We naderen de rand van de vlakte en dus gaan we weer draven. Ik ga naast m'n vader lopen. Prince, zijn we er al bijna? Geduld Sun, nog even en we zijn er. Ik laat een zucht horen. Kunnen we dan niet even stoppen? Ik kan niet meer. Kijk eens naar de zon Sun, zie je hoe laag de zon staat? Nog even en het wordt donker. We hebben geen tijd om te rusten. Met deze woorden versneld hij zijn pas en ik laat weer een zucht horen.

Eindelijk zijn we er. De zon is nog net niet onder als ik het ruisen van water hoor. Ik spits m'n oren en krijg weer energie. Is dat de waterval vraag ik aan m'n moeder? Inderdaad Sunlight. Ze heeft het nog maar gezegd of voor ons verschijnt er een opening tussen de bomen. Ik kijk m'n ogen uit. Recht voor me staat een rots waaruit water naar beneden raast. Waar het water beneden komt is een meer. Aan de ene kant van de rots loopt een pad naar de bovenkant. Waarschijnlijk zal Prince daar op wacht staan. Rond het meer is een open vlakte met gras. Er is massa's ruimte tussen de bomen en het meer. Hier zouden we weer een tijd leven. Prince roept de kudden bijeen als we aan het water komen. Jullie kunnen allemaal een plekje opzoeken om te rusten. De hengsten aan de buitenkant en de merries in het midden, zoals altijd. De oudere en zwakkere merries verzamelen in het midden. Een paar oude hengsten die niet meer zo goed kunnen beschermen en 2 gewonde paarden sluiten zich daarbij aan. De andere merries verzamelen errond met daarrond de hengsten. Prince wekt ons bij zich en leidt ons naar de top. Vandaag slapen jullie hier bij mij, zegt hij. Dit was de eerste keer en ik kijk hem verbaasd aan. Mijn moeder daarentegen hinnikt verrukt en nestelt zich naast Prince. Ik kijk nog even naar beneden en ga dan ook slapen.

MustangsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu