Mustangs

hoofdstuk 9

Sunlight

Ik rek me uit en bots per ongeluk tegen Happy. Haar hoofd schiet direct de lucht in. Rustig! Ik botste tegen je aan. Ze kalmeert en kijkt me aan. Jij kan me ook goed laten schrikken hoor! Ze zegt het zo dat ik moet lachen. Zij staat op en ik volg haar voorbeeld. Ik kijk naar beneden en begin in stilte groepjes te vormen voor de patrouilles en de wacht vandaag. Bliksem kan samen met z'n groepje van gisteren terug naar de plaats gaan waar ze sporen gevonden hadden. M'n ouders zouden samen met Alice en Crush in de vlakte patrouilleren en dan nog een ander groepje dat het bos in gaat. De overgebleven hengsten konden dan de kudde bewaken. Vind je het goed als ik straks even met Bliksem en z'n patrouille meega? Ik wil de sporen zelf zien. Ga maar, ik let wel op de kudde. Ik knik en roep de paarden samen. Vanaf vandaag gaan er elke dag patrouilles worden gevormd en zal de kudde bewaakt worden. Er is namelijk vreemde activiteit in de bergen vast gesteld. Er gaat een schok door de kudde. Ik ga verder. Ik ga straks met de patrouille van Bliksem mee om zelf vast te stellen wat er aan de hand is. Happy zal ondertussen jullie aanspreekpunt zijn voor noodgevallen. Ik deel de patrouilles mee en ga dan naar Bliksem.  Oké, laat maar zien. Hij knikt en neemt zijn patrouille mee de bergen in. Ik volg hen.

Al snel komen we op de plaats waar ze gisteren de boomstronken gevonden hadden. Het zijn er meer merkt Bliksem op. Dus ze zijn hier recent nog geweest stel ik vast. Op de plaats van de stenen waar het vuur was geweest rook het naar as. Het vuur was nog maar net uit. Ik rook door de geur van as ook de geur van paarden en nog iets. Maar dat kon ik niet thuis brengen. Ik zie iets bewegen in de verte en neem de patrouille mee naar een beschutte verstopplek. Het komt dichterbij zie ik. De onbekende geur wordt steeds sterker. Ik kan zien waar het vandaan komt die vreemde wezens. We lopen stilletjes achteruit en galopperen dan snel weg. Ik hoop dat het ons niet heeft gezien zegt Goldino. Galant en Bliksem knikken instemmend. We galopperen in stilte verder. Als we een eind weg zijn van de plaat hou ik halt. De anderen stoppen ook. Ik wil dat jullie in de rest van de bergen gaan patrouilleren. Ze knikken. Zorg dat je niet wordt gezien. Na deze woorden draai ik me om en galoppeer terug naar de vlakte.

En? vraagt Happy. Er zijn daar wezens, we hebben ze gezien. Ruik eens aan m'n vacht. Ze ruikt er aan. Ieuw, wat is dat voor een geur?! De geur van de wezens, als je dit ooit ruikt maak dan dat je wegkomt. Oké, ik beloof het. Als de patrouille terug is hebben meteen alle paarden de geur geroken. Ik roep ze bijeen. Hebben jullie allemaal de geur geroken die rond de vacht van Bliksem, Galant en Goldino zit? De paarden knikken. Onthoud deze geur dan goed, als je het ooit ruikt, vlucht dan! De kudde is geschokt maar ik moet verder. In de bergen hebben we iets onbekends gezien. In de bergen niet erg hoog worden bomen afgehakt en ze maken vuur in een kring van stenen. Deze wezens lopen op hun achterpoten, ze lopen rechtop. Weer gaat er een schok door de paarden. En weer ga ik verder. Ik ga in de gaten houden of ze een bedreiging vormen. Indien ja, verhuizen we. Er gaat nogmaals een schok door de paarden maar deze keer gemengd met ongeloof en angst voor de wezens.  

De rest van de dag zijn de paarden stil en op hun hoede. Elk bewegend blaadje of elke muis wordt opgemerkt. De nacht valt en de paarden vallen in een onrustige slaap. Er blijven 5 hengsten wakker die de kudde moeten bewaken. Veel paarden slapen rechtop vanwege het dreigend gevaar. Happy heeft zich neergelegd maar ik kan nog niet gaan slapen. Ik bestudeer  de hele vlakte, de bomen en de bergen. Als je goed kijkt kan ik zelfs het vuur zien. Een dunnen rookpluim die opstijgt uit de bergen en een zwak, rood oranje licht. Uiteindelijk ga ik naast Happy liggen en val ook in een onrustige slaap.