Sunlight
5 maanden later
Dreamy en Sunshine zijn ondertussen al 5 maanden oud. Dreamy heeft een eigenwijs, zelfzeker karakter maar ze is ook een doorzetter. Ze kan heel lief zijn maar ook boos uit de hoek komen, ze heeft nogal een wisselend humeur. Ik denk dat ze fysiek de sterkste van de twee zal zijn. Sunshine is bijna het tegenovergestelde. Ze is kalm e een beetje verlegen, ze heeft doorzettingsvermogen maar geeft het sneller op dan Dreamy. Ook al is ze verlegen ze komt wel uit voor haar mening en is sterk. Ze is altijd rustig en vriendelijk en zelden boos.
Ik train ze beiden fysiek zodat ze later sterke merries worden. Silver, m'n moeder traint ze mentaal want ze heeft meer ervaring dan mij. Happy is ondertussen helemaal hersteld van de zwangerschap en is actief bezig in het bewaken van het kamp. Je kan haar zowat altijd bij de veulens vinden, maar als ze trainen houdt ze zich dus bezig met het kamp en de andere paarden. Ze lat de veulens het bos zien en neemt ze mee naar verschillende paarden. Ik heb de veulens al eens meegenomen naar het strand maar heb ze toch liever in het bos waar ze veilig zijn.
Ik ben steeds vaker te vinden op het strand, de mensen heb ik niet meer gezien maar mijn gevoel zegt me dat ik ze weldra zal zien.
Ik sta op het strand en twijfel welke kant ik uit zou gaan. Het is lang geleden dat ik de kant van de wezens nog ben uitgegaan maar al mijn cellen zeggen dat ik naar daar moet gaan. Ik geeft toe aan m'n lichaam en galoppeer die richting uit. Het gevoel van vrijheid stroomt weer door mijn aderen. Ik voel m'n energie stijgen en ga nog sneller lopen. Mijn benen dragen me weg van het water de duinen in en voor ik het weet sta ik op het pad dat naar de wezens en de paarden lijdt. Ik stop en stap op mijn hoede verder. In de verte hoor ik paarden hinniken. Ik zie het wezen van de vorige keren op haar paard rijden in een piste. Ik ga wat meer tussen de stuiken staan en kijk. Haar paard merkt mijn aanwezigheid en het wezen kijkt mijn kant op. Ik verplaats e zenuwachtig een beetje waardoor de struiken waarin ik me verberg ritselen. Het wezen kijkt nu naar me en ik denk dat ze me ziet. Haar gezichtsuitdrukking verandert en er komt een glimlach op. Ik kijk naar opzij om te kijken of er geen andere wezens zijn. Dan stap ik voorzichtig naar voren waardoor ik nog maar deels in de struiken zit. Het wezen stapt af en komt mijn kant uit. Bij elke stap die ze zet wordt ik zenuwachtiger. Mijn hele lichaam schreeuwt om ervandoor te gaan. Dan houd ik het niet meer en galoppeer ervandoor. Als ik achter me kijk zie ik wezen naar me staren terwijl ik in de verte verdwijn. Als ik terug voor me kijk schrik ik. Er komt een groep wezens met paarden op me af. Ze zien me en sporen hun paarden aan. Ik ga snel de struiken in en galoppeer weg richting het strand. Ik hoor ze achter me en wordt angstig. Ik zie het einde van het bos al en schiet eruit het strand op. Ze volgen me nog altijd. Ik kan niet naar het kamp terug en zal ze moeten zien kwijt te raken. Ik ben in de buurt van het kamp en laat een hoog gehinnik horen. Meteen stormen een paar paarden uit het bos en komen me helpen. We zijn nog steeds met de minderheid maar het maakt ons sterker. We versnellen maar de groep versnelt ook. We verdelen ons in twee groepen. De ene groep blijft over het strand galopperen en de andere groep keert richting het volgende bos. De groep wezens splitst ook en blijven ons volgen
Ik begin uitgeput te raken van het galopperen. We zijn nog een paar keer gesplitst en nu ben ik weer alleen. De hele groep wezens volgt me terug en ik weet niet wat ik moet doen. Achter me zie ik dat ze me steeds meer inhalen. De zon begint onder te gaan en ik wordt steeds moeier. De groep haalt me in en proberen me te vangen. Ik steiger en probeer ze weg te krijgen. Er worden touwen naar me gegooid. Ik probeer ze te ontwijken maar raak dan toch vast te zitten. Ik trek met al mijn kracht aan het touw om los te raken maar het wezen is sterker. Ik ben gevangen genomen. Het wezen neemt me met moeite mee. De andere wezens lopen rond me en drijven me vooruit. We passeren ons bos en ik zie in de duinen Happy staan. Ze hinnikt bang naar me. Ik kom terug, beloofd! Hinnik ik naar haar. Ik kijk diep in haar ogen en wordt dan weer vooruit getrokken.
Als we aankomen bij de gebouwen van de wezens ben ik uitgeput. Ik herken de plek. Het was hier dat ik het wezen met haar paard zag rijden. Het wezen neemt me mee naar een kleine stal. hij zet me erin en doet het touw weg. De stal is gemaakt van hout en ijzer. De wanden zijn van stevig, dik hout gemaakt. De achterkant is gemaakt van stenen en er zit een gat in. Ik denk dat je er normaal uit kan kijken maar nu is er een luik overgedaan. Aan de voorkant is het onderste deel van hout en daarboven zit een tralies. Ook aan de zijkanten zit er aan de bovenkant een tralies. Ik zie dat er aan de overkant een paard staat die me nieuwsgierig aankijkt. Ik negeer hem en kijk of ik eruit kan geraken. Ik bok en sla met m'n achterhoeven tegen het hout, maar het gaf geen kik. Ik probeerde nog eens en nog eens maar er gebeurde niks. Doe eens rustig! Hoor ik opeens. Het komt van het paard aan de overkant. Ik kijk hem nieuwsgierig aan. Wie ben jij? Vraag ik op een dominante toon. Hé rustig, ik ben Moon, een ruin en jij? Een ruin? Hij zucht, ken je dat niet dan? Ik schud m'n hoofd. Ik was een hengst maar door de dierenarts kan ik geen veulens meer maken. Ik kijk hem ongelovig aan. Hoe durven ze! En wat is een dierenarts? Ik zit vol vragen. Het is normaal hoor, er zijn hier bijna alleen ruinen. We zijn rustiger dan hengsten om op te rijden. En een dierenarts is een dokter voor dieren. Ik snap hem nog steeds niet helemaal maar knik. En jij bent? Sunlight, de leider van een groep mustangs. Normaal zou ik trots zijn maar nu voel ik me gevangen en geen leider. Jij bent een wild paard?! Moon kijkt me ongelovig aan. Ik knik en bekijk hem eens goed. Hij is kleiner dan mij en heeft een witte vacht met donker bruine vlekjes op. Zijn manen en staart zijn ook donkerbruin met een beetje wit doorheen.
Hoe kom ik hieruit? Niet zegt hij. Maar... Je zit in een stal en de mensen beslissen wanneer je eruit mag en wanneer niet. Mensen? Diegene die je hier hebben ingestoken. De wezens concludeer ik in mezelf. Ik voel opeens dat ik honger en dorst heb. Ik zie wat water staan en begin er gulzig aan te drinken. Ik heb nog steeds honger maar kan geen gras vinden. Ik kijk vragend naar Moon. Waar is het gras? Hij kijkt me lachend aan. Je eet hier haver, ze komen het straks wel brengen. Ik besef dat ik zal moeten achten en hier nog wel even blijf. Ik sluit m'n ogen en probeer wat te rusten.
Na een hele tijd hoor ik paarden hinniken. Ik open hoopvol mijn ogen maar het zijn de andere paarden van hier. Ik kijk naar Moon. Ons eten komt eraan zegt hij simpel. Ik steek m'n hoofd door de tralies en kijk de gang in. Er komt een mens aanlopen en ze geeft van alles aan de paarden. Eten dus. Het duurt even voor ze bij ons is. Ze geeft Moon zijn haver en wilt doorgaan. Boos stamp ik met m'n hoef tegen de deur. Ik heb honger en wil wel iets. Verbaasd kijkt ze mijn kant op. Ze komt m'n kant op met eten en ik stap gelijk naar achteren met m'n oren plat in m'n nek. Als ze het eten in een bak gooit ontbloot ik m'n tanden als teken dat ze weg moet gaan nu. Ze kijkt me angstig aan en loopt snel verder. Als ze weg is ga ik naar voren en ruik aan het eten. Het ruikt vreemd. Moon kijkt me aan. Doe nu maar. Ik knik en neem wantrouwend een hap. Het smaakt vresselijk maar ik heb zo'n honger dus eet ik het maar.
Als alles op is sluit ik m'n ogen en probeer te slapen. Ik ben doodop en val al snel in slaap.
Happy
Ik zie hem meegesleurd worden door de wezens. Ik hinnik naar hem en hij naar mij. Ik zie de angst in zijn ogen staan. Het wezen trekt aan het touw en sleurt hem mee. Ik zie hem verdwijnen en begin te huilen. Alice m'n moeder stond de hele tijd achter me en komt naast me staan. Kom mee lieverd, hij is sterk en komt wel terug. Ik knik en laat me naar huis begeleiden. Dreamy en Sunshine zijn bij Silver, zijn moeder. Als ze me ziet kijkt ze me angstig en tegelijkertijd hoopvol aan. Als ze me ziet huilen begint ze zelf ook te huilen. Bliksem en Prince gaan naar haar toe. Bliksem neemt de veulens mee terwijl Prince Silver probeert te kalmeren. Ik kan het niet geloven zeg ik tegen Alice. Hij is weg!
Ik blijf de rest van de avond huilen en huil me in slaap. M'n ouders zijn de hele tijd bij me gebleven en proberen me te troosten. Maar ik ben ontroostbaar. Dreamy en Sunshine komen bij me liggen, net zoals mijn ouders. En zo heel ik me in slaap, zonder mijn Sunlight.
Lekker lang hoofdstuk. Ik heb er nog eens wat spanning in gestoken. Ik hoop dat jullie het leuk vonden. Ik denk niet dat er nog veel van zo'n lange hoofdstukken gaan komen. Graag votes en comments en als je leuke namen hebt voor paarden mag je die ook in de comments zetten. Ik heb ontdekt dat de moeder van Happy eerst Ace heette maar dat ik haar Alice begin te noemen. Ik ga proberen de Ace's te veranderen naar Alice maar als je dus nog een Ace tegenkomt dat moet dus Alice zijn.
xxYasmine

JE LEEST
Mustangs
RandomSunlight is de zoon van Prince, de leider van de kudde. Als Sunlight oud genoeg is volgt hij zijn vader op als leider van de kudde. Happy is bang dat hun leven samen zal veranderen nu hij leider is. Maar buiten dat wacht hem een enorme taak. De stri...