Wat ben ik?

#16

'Wat vind je?' vraagt hij zacht maar gemeen. 'Waarom ben je hier?' vraag ik zacht en duw Lars en Dann naar achter. 'Dat weet je.' zegt hij zwaar en ik draai me om. 'Ga, ik regel wel met hem af. Ga maar.' zeg ik en draai me weer om. Ik loop op hem af en ik voel dat de anderen weg gaan. Ik stop 3 meter voor hem en we kijken elkaar diep aan. Hij loopt dichter naar me toe, maar ik strek mijn vleugels en ga in gevechtshouding staan waardoor hij meteen stopt.

Hij bekijkt voorzichtig mijn vleugels en van schrik gaat hij een paar stappen achteruit. 'Hoe?!' vraagt hij schreeuwend. Ik kijk hem grijnzend aan en ga steviger staan. 'Maar goed dat ik deze bij me heb.' zegt hij en knipt in zijn vingers. Ik zie een man met iemand aanlopen en ik probeer te voelen wie het is. 'Laat hem los!' schreeuw ik schril en transformeer in mijn demon, alweer. Wauw, gaat lekker hier... In ieder geval, ik zweef naar de man toe, pak de jongen en neem hem mee naar een stoel. Ik leg hem daarop en kijk hem zacht aan. 'Houd vol.' zeg ik schril en draai me om. Ik spuw zwart vuur naar hem. 'Waarom!' schreeuw ik schril naar hem. 'Omdat hij weg moet.' hoor ik hem kermend van de pijn en zweef snel naar hem toe. Ik pak hem stevig vast en kijk hem kil aan. 'De volgende keer ben je dood als je nu niet weg blijft.' zeg ik schril en probeer zijn ziel te breken. 'Stop! Ik ga al!' zegt hij een beetje bang en gooi hem tegen een boom aan. 'Verdwijn!' zeg ik met een schrille robotstem en ik zweef naar Lars toe.

Ik transformeer in mezelf en de anderen zijn weg. 'Lars?' vraag ik zachtjes en aai zijn wang. 'Lars.' zeg ik zacht en ik huil zachtjes. 'Z... Zila...' hoor ik hem zacht en ik probeer hem te helen. Het lukt en hij staat voorzichtig op. Ik help hem en probeer mijn tranen binnen te houden. 'Zila.' zegt hij zacht en ik knuffel hem zachtjes. 'Ik ben er.' zeg ik zachtjes terug. 'Zila, waar ben je?' zegt Lars en ik laat hem los. Ik begin geluidloos te huilen en Lars kijkt mijn kant op. 'Zila?' vraagt hij zacht en ik loop van hem weg. 'Sorry.' zeg ik huilend en transformeer in mijn wolf. Ik kijk hem nog aan en ren daarna de bossen in.

Het voelt alsof ik al uren aan het rennen ben dus vertraag ik mijn pas. Ik kijk rondom me heen, maar ik zie alleen maar bomen of bossen. Ik ga achter een boom staan, transformeer me in Cherr en ga weer op dezelfde plek staan waar ik net stond. Ik kijk rondom me heen, maar ik zie en voel niks. Ik maak wat takken bovenin de boom en spring er in een keer op. Ik kijk naar beneden en dan voel ik dat er mensen aankomen. Ik houd me stil en onopmerkbaar, maar ik blijf wel zichtbaar. Ik heb al legerkleding aan dus ik val minder snel op.

Ik zie mensen onder me lopen en houd me goed vast en bekijk hun goed en probeer hun af te luisteren. 'Dus wie moeten we zoeken?' zegt een van de mannen en ze staan alle 5 stil, onder mij, ofcourse. De rechter man draait zich om en kijkt naar de andere 4. 'We moeten van baas die chick vinden, ze heeft Dann al in haar bezit. Dat is een van onze sterksten.' zegt hij zacht, maar de anderen lijken erg bang voor hem, al zou ik niet weten waarom. 'Meneer, we kunnen haar niet vinden als we stil blijven staan.' zegt er een. 'Ik weet dat ze hier ergens moet zijn. Ga haar zoeken.' zegt de jongen bevelend en ik herken zijn stem, maar ik kan het niet plaatsen. De mannen splitsen zich op, maar de jongen blijft onder me. Ik maak me onzichtbaar en even daarna kijkt hij naar boven. We kijken elkaar diep aan. Nu herken ik hem, maar ik blijf kalm. 'Mannen.' zegt hij zacht en de mannen komen naar hem toe. 'Ga maar alvast, ik zoek verder.' zegt hij en wuift ze weg. Ze verdwijnen en wij blijven over. 'Laat je maar zien.' zegt hij en dan teleporteer ik me naar een andere boom. Hij kijkt nu overal rond, maar ik teleporteer me achter hem en houd hem in de houdgreep. Hij schrikt en stribbelt even tegen. Hij weet dat hij niet loskomt en stopt ermee.

'Wat kom jij hier doen Zila?' vraagt hij zacht. Ik maak me zichtbaar en zeg: 'Misschien mag ik op haar lijken, maar ik ben haar niet.' zeg ik met een hogere stem en hij kijkt me verbaasd aan. 'Cherr, he?' zegt hij en ik gooi hem tegen de boom aan waar ik net zat. Ik hoor wat kraken en vraag af of het hij of de boom was. 'Ik dacht dat je Zila was, dus dit moet me wel lukken.' zegt hij vastberaden en staat langzaam op. 'Je moet weten dat ik op mijn 4e in het leger zat, totdat ik 12 werd. Daarna ben ik naar deze school geplaatst.' zeg ik zacht en kijk hem kil aan. 'Jij of Zila?' vraagt hij gemeenlachend. 'Beide.' zeg ik en spring in de boom. 'Zila!' roep ik en transformeer me. Ik kijk naar beneden en zie hem overal kijken.