#23

24 3 0
                                    

Het voelt alsof ik dagen heb gerend, maar moe ben ik niet. Het bos heb ik nooit verlaten. Ik maak me zorgen om Wolfje en Mason. Ik heb hun verlaten. Ik mis hun. Ik stop en kijk goed om me heen. Niks. Geen teken van leven. Helemaal niks. 'Teleporteer naar Wolfje.' fluister ik zacht en dan flitst het voor mijn ogen.

Even later sta ik weer naast het huisje. Is Wolfje dan nog hier? Kijk gewoon. zegt Nial gefrustreerd. Ik ga al, ik ga al. Ik transformeer me in mezelf en loop de deur binnen. Meteen word ik getakkeld, maar ik ontwijk degene net en takkel het silhouet. Ik lig op hem, hij stribbelend en soms iets mompelend, en onze ogen ontmoeten elkaar. Het stopt in een keer. Ik ken zijn ogen, de ogen die ik altijd heb moeten missen. Hij knuffelt me stevig en ik knuffel hem stevig terug. 'Ik neem alles terug wat ik over je zei.' zegt hij zacht. 'Maakt niet uit. Ik had het verdiend.' zeg ik. 'Waarom was je dan weg?' vraagt hij. 'Hij.' zeg ik. 'Ik weet genoeg.' hoor ik hem grommend. We staan langzaam op en we lopen hand in hand naar de woonkamer.

Mason zit gefrustreerd op de bank en ik ren naar hem toe. Ik knuffel hem stevig. Hij schrikt ervan, maar knuffelt me stevig terug als hij ziet dat ik het ben. 'Je hebt je belofte gebroken.' zegt hij zacht. 'Omdat hij er was.' zeg ik met de nadruk op "hij". 'Als hij weer komt, is hij er geweest.' sist hij zacht. 'Rustig maar. Het komt goed.' zeg ik sussend.

Na even wat gepraat te hebben, schreeuw ik: 'Ik ga zwemmen!!' 'En wij gaan mee!!' roepen Mason en Wolfje in koor. Ik grinnik even en loop naar boven. Ik bekijk me snel in de spiegel en ren terug naar de jongens. 'Zullen we naar het meertje gaan?' vraag ik. 'Zeker.' zegt Wolfje. 'Uhm, tuurlijk.' zegt Mason twijfelend. Ik lach kort en verander in mijn wolf. Nu ben ik bruin met groen, best mooi, en ren ik met de jongens achter me naar het meertje.

We hebben lekker gerend en zitten nu in onze zwemkleren voor het meertje. 'Oké, op drie.' zeg ik en we gaan staan. 'Een.' zegt Wolfje. 'Twee.' zegt Mason en we gaan beter staan. 'Drie!' roep ik. Ik doe alsof ik spring en de andere twee springen in het water. Ik begin hard te lachen en daarna spring ik ook het water in. De jongens zijn al boven, maar ik voel me even raar. Ik kijk naar mijn benen en zie dat ik weer mijn staart heb. Ik kijk naar Wolfje, maar hij heeft dat niet. Ik zwem weer naar boven en doe alsof ik het nog niet heb gemerkt. 'Hahaha.' begin ik en de jongens kijken mijn kant op. 'Zila? Heb je altijd een staart gehad met zwemmen?' vraagt Mason bezorgd. 'Ja, maar ik ben heel lang niet meer gaan zwemmen sinds kort maar hee, gaan we nog zwemmen of niet?' vraag ik en sla beide armen om Wolfje en Mason heen. Ik krijg tintelingen en laat meteen los. Ik kijk naar de jongens en zien dat hun nu ook een staart hebben. 'Nu is het eerlijk... Wedstrijdje!!' roep ik en duik naar beneden. Als ik diep genoeg ben, zwem ik zo snel als ik kan naar de zee.

Daar aangekomen is het zo mooi. Alle kleuren die je kunt bedenken zijn er te zien. Allerlei soorten vissen, koraal, zeedieren en van alles en nog wat. 'Wauw.' zeg ik zacht en dan komen de jongens langs me voorbij. Ze kijken goed om zich heen en ik zwem ook even. Ik blijf maar om me heen kijken, totdat ik ook een staart zag verdwijnen. Ik zwem er geluidloos naartoe en pak de staart. 'Godverdomme laat me los mormel!' roept een jongensstem. Ik zeg niks, maar houd hem stevig vast met een hand. 'Ik ben geen mormel.' zeg ik zacht en de jongen stopt meteen. 'Dat zei ik toch net?' zegt hij en draait zijn gezicht naar mij toe. Ik ken hem niet, maar hij is wel mooi maar niet mooier dan Wolfje *wink wink*. Hij onderzoekt mij en ik onderzoek hem. Hij heeft zwart haar, blauwe ogen, een sixpack, best gespierde biceps en een mooie marineblauw met cyaan getinte staart. 'Wat een aparte staart heb jij, normaal krijg je 2 kleuren, bijna niemand heeft er 3.' zegt hij. 'Ik ben ook niet normaal.' zeg ik en laat hem los. Hij blijft daar en zwemt dichter naar me toe. 'Wat wil je?' vraag ik kil en zwem even terug. 'Je bent best wel mooi, wist je dat?' zegt hij hees en grijnst erbij. Ik huil (huil van een wolf) even naar boven en kijk dan boos naar de jongen. Hij kijkt me verbaasd aan en ik grijns terug.

Wat ben ik?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu