Hoofdstuk 14'

154 9 5
                                    

Als Jade thuis komt voelt ze alleen maar woede en een soort van verdriet. Als ze de woonkamer binnenkomt ziet ze dat haar moeder al thuis is. “He lieverd” zegt haar moeder maar Jade hoort het niet eens. Ze denkt aan haar gesprek met Thomas. Het kan gewoon niet, haar zus was gewoon geen persoon die slechte dingen doet. “Hallo, Jade, gaat het?” vraagt haar moeder die nog steeds wacht op een antwoord. Jade kijkt op. “Uhm, ja, het gaat.” Zegt Jade en ploft neer op de bank.  Ze krijgt koppijn van al dat gepieker. Kan ze niet gewoon één keer terug komen van school met een beetje rust daar binnen. “Je ziet er anders niet zo best uit meis” zegt haar moeder die met een kop thee naast Jade komt zitten. Jade voelt zich heel ongelukkig door alles wat er is gebeurd en is gezegd. Ze staat eigenlijk op het punt om in te storten. Ze wil gewoon kunnen huilen, kunnen schreeuwen en stampen zonder  dat iemand zich afvraagt wat er aan de hand is. Gewoon even onzichtbaar en onhoorbaar zijn. Dan zou ze alles er uit gooien. “Het gaat mam..” zucht Jade. Ze haalt diep adem om weer een beetje rustig te worden van binnen. De moeder van Jade legt haar hand op de rug van Jade. “Oké lieverd” fluistert ze. Jade voelt de hand op haar rug, het heeft haar vertrouwen. Alsof het zegt huil maar jade, het mag. Jade kan het niet meer inhouden en de tranen rollen over haar gezicht. Ze verschuilt haar gezicht op de schouder van haar moeder. “Shhttt maar” zegt haar moeder. “Wat is er meis?” vraagt haar moeder. “Jade voelt de tranen over haar wangen lopen. Het zijn warme tranen. Het huilen maakt Jade rustig. Maar ze is niet van plan te vertellen wat de reden is dat ze zich zo rot voelt. “Ik voel gewoon zo veel stres van school” Liegt ze. Ze veegt haar tanen af. Het voelde goed om even te kunnen huilen en getroost te worden. Anders had ze vannacht waarschijnlijk gehuild, alleen in bed.  Dan is dit fijner. Het maakt Jade even niet uit dat ze loog over de reden, dat doet er niet toe.  “Wil je ook een kopje thee?” vraagt haar moeder zorgzaam. “Graag” zegt Jade. Ze wil even niet denken aan vandaag en aan gister. Ze wil gewoon even ontspannen.

Ze neemt een hete kop thee aan van haar moeder. “Wat is er dan op school dat je zo veel stres voelt?” vraagt haar moeder. Shit, denkt Jade. Ze wil eigenlijk niet dat haar moeder zich zorgen gaat maken over hoe het gaat op school. Want eigenlijk gaat het super op school met Jade. “Ik vind het soms gewoon zo veel en dan ben ik bang dat ik het niet haal, wat eigenlijk wel altijd zo is..” zegt Jade. “Ik ben gewoon bang dat ik het fout doe” voegt ze er nog aan toe.  “Maar je doet het niet fout, je haalt geweldige cijfers.” Zegt haar moeder. “Ja.. dat weet ik, maar toch ben ik soms bang” liegt Jade.  “Het geeft niet” zegt haar moeder. Jade knikt en neemt een slokje van haar thee die inmiddels een stuk is afgekoeld.

Als ze haar thee op heeft besluit Jade maar even te rusten. “Mam, ik ga even proberen wat te slapen, ik ben dood op” zegt Jade terwijl ze haar mok naar de keuken brengt. Haar moeder leest een boek en knikt alleen maar. Jade loopt de keuken uit, naar de gang. Ze gaat de trap op naar haar kamer. Ze hoort muziek vanuit de kamer van haar broer als ze er langs loopt. Jade loopt haar kamer in en doet de deur achter haar dicht. Ze wil net in bed gaan liggen als haar telefoon gaat. Ze kijkt op het schermpje en ziet dat Thomas haar belt. Ze heeft geen zin om weer een heel gesprek te hebben over haar zus en het gedoe met Beverly. Jade laat de telefoon gewoon overgaan. Uiteindelijk hoort ze dat hij een Voicemail inspreekt.

“Hoi, Jade. Ik zat nog even te denken over waarom het ze het verdiende om naja, vermoord te worden.. Het wil niet zeggen dat zie iets slechts gedaan heeft. Misschien had ze wel gewoon een soort ruzie met iemand die Beverly goed kende ofzo. Het spijt me dat ik gelijk dacht dat je zus iets ergs had gedaan. Naja, doei, groetjes Thomas.”

Thomas hangt op en Jade zucht. Ze hield echt niet van zat slappe geslijm. Hij kon de pot op.

Jade probeerde in slaap te vallen. Maar blijkbaar had de voicemail van Thomas haar aan het denken gezet. ‘Fijn Thomas, dankjewel’ denkt Jade als ze voor de tiende keer om rolde in haar bed. Jade dacht na aan de weken voor de dood van haar zus. Of haar zus toen verdacht bezig was. Jade kan niks bedenken. Jade wist dat haar zus hard werkte voor haar toekomst en dat ze altijd eerlijk en lief was. Tuurlijk was ze soms een kreng. Maar ja, dat zijn zussen altijd wel eens. Zou ze ruzie hebben gehad met iemand? Maar met wie dan? En hoe erg moet die ruzie wel niet geweest zijn dat Beverly vind dat ze het verdiende om te sterven?

Jade kijkt op de klok en ziet dat het bijna 6 uur is. Ze ruikt de geur van heerlijke worstjes en gebakken aardappelen. Ze besluit maar gewoon naar beneden te gaan om haar moeder te helpen met het eten. Als ze naar beneden loopt komt ze langs de kamer die van haar zus. Jade is daar na de dood van haar zus niet meer naar binnen geweest. Puur omdat ze dan aan te veel dingen werd herinnert en ze haar zus dan weer zou gaan missen. Jade legt haar hand op de klink van de deur en duwt hem voorzichtig naar beneden.  Ze doet de deur van de kamer open en kijkt naar binnen. De meeste dingen zijn weg. Maar sommige dingen staan er nog. Zoals haar bed. Er ligt geen matras meer op of zo. Voor de rest staat haar bureau er ook nog. Alleen ligt er nu niks op. Het hele bureau is kaal. Haar kast en haar kleine sofa staan niet meer in de kamer. Die hebben Jades ouders weten te verkopen. Het bed en het bureau staan nog op marktplaats. Er hangen geen gordijnen voor de ruiten dus het is vrij licht in de kamer. Jade sluit de deur achter haar en loopt langzaam naar binnen. Het voelt raar om in de kamer te zijn zonder dat haar zus er is. Het voelt alsof ze ergens inbreekt. De geur van haar zus, die ze normaal rook als ze deze kamer binnen kwam, was totaal verdwenen. Jade loopt naar het bureau en legt haar hand er op. Als ze haar hand er af haalt zie je duidelijk een handafdruk vanwege ze stoffigheid.  Vroeger lag dit bureau vol met papier en boeken.

Jade loopt naar het midden van de kamer en gaat op de grond zitten. Ze kijkt een beetje om zich heen. Het voelt aan de ene kant heel vertrouwd om hier binnen te zijn en aan de andere kant voelt het niet goed. Ze kijkt naar het bureau. Ineens ziet ze iets onder het bureau. Er is iets tegen de onderkant van haar bureau blad aangeplakt. Jade kruipt er geruisloos naartoe. Ze duikt met haar hoofd onder het bureau en ziet dat het een hele dikke envelop is. Ze kijkt of er iets op staat. Maar nee, het is helemaal leeg. De envelop is met flink wat plakbant aan de onderkant van het bureau blad geplakt. Maar waarom?? Jade pulkt aan het plakband om het los te krijgen maar dan hoort ze haar moeder roepen. “BEN, JADE, ETENN!!” Roept ze. Jade schrikt er van en schiet overeind. Helaas was ze even vergeten dat ze onder een bureau zit en stoot ze haar hoofd. “AUUW” sist ze. Ze staat op en loopt naar de deur. Ze wacht even tot ze haar broer van de trap af hoort gaan. Dan gaat ze de kamer uit, sluit de deur weer goed en loopt de trap af. 

Beneden gaat ze aan tafel zitten. Haar hoofd doet pijn van de klap tegen het bureau blad. Ze hoopt dat er geen bult komt. Ze schept wat eten voor zichzelf  op maar heeft totaal geen honger. Ze wil weten wat die envelop was, wat er in zat, waarom het daar zo verstopt zat en waarom het er nog steeds zat.

___________

Hell YEah ik had inspriratie. 

Ik hoop dat jullie het een leuk hoofdstuk vinden :D

ik schrijf pas weer veder na een paar VOTES / COMMENTS <3

xxx

Secret Story {On hold}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu