5

301 9 5
                                    

"Ik ga wel even snel fietsen." Zei ik.

"Dankje wel." Zei mijn moeder.

Ik liep naar buiten, zette de fiets klaar en ging naar de winkel. Toen ik daar was hoorde ik een stem.

"Didi, jij ook hier?" Vroeg een stem.

Martijn.

"Nee, dit is haar tweelingzus."

☆☆☆

Het is zondag. Nog één dag voor de hel. Ik wil niet gaan. Ik moet gaan. Ik heb geen zin in Martijns hoofd de hele tijd. Hij gaat mij weer de hele tijd irriteren ofzo. Dan gaat die vrouw die niet Wijs is niks doen. Ik voel het aankomen. Rip Didi.

Ik zuchtte en liep naar de badkamer en weer terug naar mijn kamer.

"Ik heb ook niks te doen." Zuchtte ik. Normaal ben ik bezig met school op een zondag, maar omdat die verrekte schoolkamp morgen is, heb ik ook geen huiswerk en leerwerk. Waarom moet die schoolkamp komen? Zijn er al medicijnen?
Ik ging op bed liggen en staarde naar heb plafond.

Tik tik tik tik tik tik.

Rot klok.

KOEKOEK KOEKOEK.

Volgens de koekoek klok is het nu 2 uur. Uuurgh.

Ik verveel me echt te pletter.

Didi, ga een taart bakken.

Tegen die gedachte liep ik naar beneden. Ik pakte alle spullen die ik nodig had om taart mee te maken klaar. Nu heb ik het geluk dat mijn vader moest werken en mijn moeder bij een vriendin om bezoek is.
Ik mixte alle ingrediënten in een kom en deed het in de taart vorm. De over was al voorverwarmd op 200° en deed de taart in de oven voor twintig minuten. Op snap maakte ik een foto van de taart die in de oven staat.

Ik maakte er een foto van voor snapchat. 'Taart is onderweg' zette ik erbij. Ik kreeg een reactie van martijn.

'Ziet er lekker uit, ik kom straks een stukje proeven. Misschien wel van jou 😋😉' typte hij.

Uuurggh Martijn, ga een meid fixen, please.

Na twintig minuten ging het wekkertje en haalde ik de taart eruit. Net op dat moment kwam mijn vader binnen.

"Dat ruikt lekker. Waarom heb je taart gemaakt?" Vroeg hij.

"Ik verveelde me." Zei ik

"Mag ik een stukje?"

"Als mama thuis is."

"Mama neemt een vriendin mee."

"Dan krijgt zij ook een stuk."

"Maar dan hebben wij minder..."

"Dan eten wij allebei een halve taart." Zei ik en sneed hem in twee gelijke stukken. Ik gaf hem een bord met de halve taart en half kwijlend at hij hen op.

"Jij moet vaker taart maken." Zei hij.

"Is goed, maar dan eet ik hem alleen op." Zei ik.

●○●○

Ik zuchtte. Het was half 5 en ik moest mijn tas voor morgen nog inpakken.

Ikke nie willen.

Ik pakte mijn grote blauwe koffier en deed daar kleren, schoenen, schoon ondergoed, verzorgings spullen, de oplader voor mijn telefoon en eten om het stiekem in de nacht op te vreten voor het geval ik honger krijg.

Dit eten is voor mij. Als Martijn het aanraakt, dan krijgt hij klappen. Don't aanraak mijn food.
Ik kan goed engels, hè?

Ik pakte nog een klein tasje voor eten in de bus, geld en waar mijn telefoon inpast.

Martijn gaat ook niet mijn geld of telefoon pikken, want dan pik ik zijn condooms en kan die mij niet verkrachten.

I Don't Love HimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu