8

238 6 1
                                    


"Didi, wil je ons helpen?" Vroeg Justun.

"Neh." Zei ik.

"Jij gaat helpen." Zei Justun.

"Waarom?" Vroeg ik.

"Anders heb je een probleem vanavond." Zei Martijn.

Juist, nieuwe kans...

☆☆☆

Je moet het toch leuk vinden op kamp? Iedereen vind het altijd leuk op kamp. Tenminste, ik hoor leuke verhalen. Maar ik haat het hier. Het is de eerste dag, nu nog zeven dagen. Ik wil weg, nu. Beter krijg ik nu medicijnen, dan kan ik nog naar huis.

Ik liep naar de wc's en ging zuchtend tegen de muur staan.

Ik wil naar huis. Ik wil naar huis. Ik wil naar huis...

"Didi?" Riep een stem.

Martijn.

Ik reageerde niet en bleef staan.

"Didi, ik weet dat je hier bent." Zei hij. Ik bleef staan waar ik stond en hield mijn adem in.

Wat doet hij in een meiden wc? Is hij een meid? Trauma...

"Je zit in deze wc, ik ben niet dom." Zei hij en hij sloeg op de wc deur waar ik in zat. Ik moest schrikken, maar maakte geen geluid.

Didi, blijf hem negeren. Negeer. Wees een negeerbeer.

"Ga me niet negeren." Zei hij.

En anders?

"Geef alsjebliefd antwoord."

Ga weg, ik heb adem gebrek.

"Ik wil een vriendschap gaan opbouwen."

Didi, niet gaan lachen nu, niet lachen. Denk aan school, dan lach je ook niet.

"Als je nu niet antwoord, heb je een probleem vanavond in de tent."

En jij wilde een vriendschap beginnen?

"Martijn, wat doe jij nou weer in de meiden wc?" Vroeg een stem.

Godzijdank, Melissa.

"Is dit de meiden wc?" Vroeg hij.

Niet lachen, niet lachen, niet lachen...

"Er staat letterlijk heel groot meiden op de deur." Zei ze.

Fail. Fail. Fail...

"Ohw. Jaa... Sorry... Niemand heeft dit gehoord." Zei hij. Ik hoorde voetstappen naar de wc en als volgt een deur die openvliegt die daarna dicht word gegooid.

Martijn, je bent fack dap dom.

Toen ik zeker wist dat Martijn weg was zuchtte ik en liep de wc's uit.

Hopelijk zie ik Martijn niet weer, daar heb ik zo geen zin in.

"Didi."

Kut.

"Waar was jij?" Vroeg Martijn achter me.

"Ohw. Ik hoorde dat er een lopende tandenborstel rond liep en als je hem vind, mag je een gratis ijsje uitkiezen." Zei ik.

"Voor ons is alle eten hier gratis." Zei hij.

"Ja, maar als ik die lopende tandenborstel vind, mag ik een ijsje en jullie niet." Zei ik.

"En waar was je echt?" Vroeg hij.

Misschien is hij niet zo dom.

"Weg." Zei ik.

"Joh. Iets specefieker, alsjebliefd." Zuchtte hij.

"Plassen." Zei ik.

"Waarom gaf je geen antwoord?" Vroeg hij.

"Je was er niet." Zei ik.

"Ik stond tegen je te praten, maar je negeerde mij." Zei hij.

"Er zijn twee toilet gebouwen hier." Zei ik.

"Juist..."

Ik draaide me om en liep terug naar de tent.

Martijn stresst mij. Wanneer is het etenstijd?

Ik liep de tent weer terug uit en ging kijken of ik ergens een docent zag. Niemand.

Waar zijn hun als je hun nodig hebt? Ik wil gewoon naar huis.

"Hey Didi. Waar is je vriendje?" Vroeg Justun.

"Heb ik niet." Zei ik.

"Hij vind jou wel leuk." Zei hij. Ik keek hem raar aan.

Hij haat mij anders hoor, snotaap.

I Don't Love HimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu