20

193 5 1
                                        

Na de Burger King gingen we naar huis. Mijn ouders hadden Martijn thuis afgezet en nu zijn we net thuis.

Eindelijk.

"Wil je misschien even slapen?" Vroeg mijn vader.

"Nee. Ik wil liever gewoon even zitten." Zei ik.

"Is goed. Ik help je even." Zei mijn vader. Hij hielp me uit mijn rolstoel en hielp me de bank in. Oftewel, hij tilde uit mijn rolstoel en tilde me de bank in.

☆☆☆

"Didi, weet jij wat we vanavond moeten gaan eten?" Vroeg mijn moeder.

"Pizza." Zei ik.

"Komt ze weer met de vette hap..." Mompelde mijn moeder hoofdschuddend.

Pizza is lekker.

"Pap, wil je mee Teen Wolf gaan kijken?" Vroeg ik.

"Natuurlijk." Zei hij. Ik en mijn vader kijken samen vaak Teen Wolf. Hij vind een tiener serie leuk. Hij is volwassen.

Geen logica.

"Welke pizza wil je, Didi?" Vroeg mijn moeder.

"Magaritha." Antwoordde ik terug. Ik zag haar knikken en daarna liep ze terug naar de keuken.

●○●○

"Didi, je pizza. En Martijn komt straks even langs." Zei mijn moeder en ze gaf mijn bord aan.

"Dankje en oke. Hoelaat?" Vroeg ik.

"Half acht." Zei ze. Ik knikte en zag dat het zeven uur was.

Even snel door eten.

"Didi doe is even rustig eten." Zei mijn moeder lachend. Ik slikte mijn hap door en zei een zachte sorry.
Toen ik net klaar was met eten, stond Martijn voor de deur. Mijn moeder deed open en mijn vader tilde mij naar boven.

Zal ik straks zeggen dat ik hem leuk vind? Nee. Toch maar niet.

"Hey Didi." Zei Martijn die in het begin van mijn deur stond.

"Ik ben even beneden. Roep maar als je me nodig hebt." Zei mijn vader. Ik knikte en hij stond op om weg te lopen.

"Hey." Zei ik.

"Wanneer kom je weer naar school?" Vroeg hij.

"Als het goed is, dan morgen." Zei ik.

"Mis je school een beetje?" Vroeg ik.

"Ik mis die misvormde aardappel die in onze groente mandje meer." Zei ik. Hij lachte.

"Dat beschouw ik als een nee." Zei hij.

Ik weet wel een voordeel aan school; ik zie Martijn.

"Mag ik iets vragen?" Vroeg hij en hij kwam iets beter zitten, want hij viel bijna van mijn bed af.

"Ja hoor." Zei ik.

"Wie vind je leuk?" Vroeg hij.

"Iemand." Zei ik.

"Weet ik. Maar wie?" Vroeg hij.

Ik ga niet zeggen dat ik hem leuk vind...

"Mag ik dat een andere keer zeggen?" Vroeg ik.

"Ja. Maar je moet hem morgen wel kussen." Zei ik.

"Maar straks vind hij mij niet leuk." Zei ik.

"Ik durf te wedden van wel." Zei hij.

"Hoe weet je dat?" Vroeg ik.

"De halve school wilt je kussen." Zei hij.

De halve?

"Wat als hij bij het andere helft hoort?" Vroeg ik.

"De andere helft van de school kent je niet." Zei hij.

"Dus jij wilt dat ook?" Vroeg ik. Hij werd rood.

Ja dus.

"Maar dat heb ik al gedaan?" Zei hij.

"Dus je zou het nog een keer willen?" Vroeg ik. Hij werd roder.

Dat is ook een ja.

"Mag ik jou iets vragen?" Vroeg hij.

"Ja, tuurlijk." Zei ik.

"Vind je iemand van school leuk?" Vroeg hij. Ik knikte en voelde me een beetje rood worden.

"Mag ik iets in de oor fluisteren? Voor het geval mijn ouders stiekem mee luisten?" Vroeg ik.

"Oke." Zei hij en hij kwam dichterbij.

"Geflasht." Zei ik. Ik draaide zijn hoofd een kwartslag en drukte mijn lippen op de mijne.

I Don't Love HimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu