~8~

18 0 0
                                    

Het ene station na het andere schiet voorbij. Nog 1 station en dan ben ik er. Als ik naar buiten kijk bij het station waar we nu zijn is het donker. Het licht knippert en gaat steeds aan en uit. Ik krijg er koutrillingen van. Ik kijk even goed en frons. Een klein meisje met een lijk wit gezicht staat voor de trein. Ze begint vals te lachen. Als ik een paar keer knipper met mijn ogen en me probeer te focussen, is het meisje verdwenen tussen de menigte mensen. Dat was echt heel vreemd. Als ik de trein rond kijk zie ik het meisje schuin tegenover mij zitten. Ik zit vastgenageld aan mijn stoel en mijn hart gaat als een gek te keer. Na een paar seconden staren is ze weg. Als de trein weer gaat rijden zie ik het meisje buiten staan. Ze glimlacht lief en zwaait de trein uit. Ik ben aan het hallucineren. Ik sla mezelf zachtjes in mijn gezicht. Het is niet echt. Het zal wel door de vermoeidheid komen. Even later sta ik op en zie ik het station ik zicht komen waar ik moet zijn. Ik ga voor de deuren staan. De trein stopt met piepende remmen. De deuren van de trein gaan open en ik stap uit. Ik kijk om me heen. We zien elkaar op hetzelfde moment. De laatste keer dat ik hun heb gezien was met de begrafenis van mijn moeder. Het voelt ergens zo raar om hun weer te zien. 'Lena!' Mijn oom en tante komen op me afgerend en omhelzen me alsof ze me al jaren niet gezien hebben. 'Lena. Wat zie je er goed uit. Hoe was je reis?' 'Goed hoor. Hoe was jullie reis?' Mijn tante knikt. 'Ook goed.' 'Wat begin je op je moeder te lijken Leen. Elke keer als ik je zie dan lijk je steeds een beetje meer op haar.'

Ik knik en glimlach triest. 'Ik ben blij om jullie weer te zien.' 'Wij ook.'

'Kom maar mee lieverd. We gaan naar huis. Ik neem je koffer wel.' Mijn oom pakt mijn koffer uit mijn handen en geeft me een arm. Mijn oom doet de deur van de auto open. 'Ga uw gang mevrouw.' 'Dankuwel meneer.' Ik glimlach en stap in terwijl mijn oom de deur weer achter me dicht doet. Na een lange rit zijn we aangekomen bij het huis. Als mijn oom de deur open doet zet ik gelijk mijn spullen neer in de logeerkamer. Ik grabbel in mijn koffer en haal een zwart boekje tevoorschijn. "Dear Diary" staat erop. Ik glimlach als ik het lees. Ik ga langzaam met mijn hand over de kaft en leg het vervolgens in het nachtkastje dat naast het bed staat. Ik loop naar de woonkamer waar mijn oom en tante op mij wachten. Ik plof neer op de bank. 'Thee Leen?' Ik knik.

Mijn tante staat op en pakt de kopjes uit de grote glazen kast die naast de televisie staat. Ze zet de glazen voor me neer en schenkt thee in. 'Goed blazen he Leen. Het is erg heet' zegt mijn oom die gebukt zit om onderin de kast fotoboeken te zoeken. Mijn tante loopt langs mijn oom en geeft hem een klap op zijn billen. Ik grinnik en mijn oom geeft me "De blik". Met andere woorden. Het is zijn "Ik doe je wat" blik. Als ik zo kijk naar mijn tante bedenk ik me ineens dat ze echt veel op mijn moeder lijkt. Ze schelen maar een jaar. Aan de ene kant is het heel fijn als ik haar zie. Ik voel me gelijk thuis. Net alsof er niks gebeurt is en we nog steeds een gelukkig gezin zijn. Diep van binnen weet ik ook wel dat het niet zo is. Als ik naar mijn oom en tante kijk doet het me denken aan de afwezigheid van mijn ouders. 'Waar denk je over na lieverd?' Ik haal mijn schouders op. 'Pap en mam' zeg ik na een korte stilte. Mijn tante knikt begrijpend. Dat vind ik zo fijn aan haar. Ze begrijpt het en stelt niet zoveel vragen. Mijn tante kan goed aanvoelen. 'Vertel eens over het gezin waar je nu in zit' vraagt mijn oom die gelijk een boze blik van mijn tante krijgt. 'Bram! Misschien wilt ze het daar helemaal niet over hebben' snauwt ze naar hem. 'Nee. Het is oke. Het geeft niet' zeg ik geruststellend.

'Het gezin is erg gastvrij en vriendelijk. Ze tonen veel begrip en geven me genoeg ruimte om even na te denken over dingen. Ik kan altijd bij ze terecht. Ik vind het fijn dat ze geen dingen van me eisen. Ik hoef ze geen pap en mam te noemen. Ik mag gewoon jij en je zeggen. Ik noem ze ook bij hun voornamen. De ouders heten Deborah en Martijn. Deborah is heel lief. Ze houd van shoppen. Zulke dingen. Martijn houd van grapjes maken en is ook ontzettend aardig. Ik vind ze erg begripvol. Ik heb een broer en een zusje. Joris en Nikki. Daar kan ik het goed mee vinden. Ze zijn allebei van mijn leeftijd. Ze zien mij ook echt als zus. Dus ik voel me wel erg thuis bij hun. We zijn laatst op vakantie geweest naar Frankrijk en toen hebben Nikki en ik Joris zijn haar blauw geverfd.' 'Die streken komen echt van jullie kant hoor' zegt mijn oom tegen mijn tante. Ik begin te lachen. 'Wat? Ik? Zoiets zou ik nooit doen.' 'Nee. Tuurlijk niet.'

'Ik mis mam en pap nog steeds. Iedere dag. Ik stond pas geleden voor het huis. Totaal uitgebrand. Dat was wel even slikken.' Mijn tante legt haar hand op mijn knie en knikt begrijpend. 'Dat is logisch schatje. Het zijn je ouders.' Ik knik.

'Zullen we even gezellig foto's bekijken?' Ik knik. Ome Bram pakt een fotoboek van tafel en slaat hem open. Mijn ogen worden groot als ik een foto zie. 'Dat ben ik met pap' zeg ik verbaasd. 'Ja. Dat is de enige foto die we van hem hebben toen hij nog gezond was' zegt mijn oom. 'Wat een prachtige foto' reageer ik gelijk. 'We maken dalijk wel kopieën van elke foto die je wilt hebben.' Ik knik. 'Graag.' 'Oh wauw. Is dat mam met pap?' vraag ik vol verbazing. Mijn tante knikt. 'Daar hadden ze net een maand een relatie met elkaar.' 'Wat zijn ze gelukkig daar en jong' voeg ik er aan toe. Mijn oom kijkt ook naar de foto. 'Je vader werkte als bijbaantje bij onze buren. Hij hielp in de tuin en elke keer als die had geholpen kreeg hij 20 euro van meneer van Dam.' 'Wat schattig. Hoe oud waren ze daar?' 'Ik denk een jaar of 18/19.' 'Je moeder had ook een bijbaantje op de Noletstraat. Wat was dat nou ook al weer Es?'

'Lena. Jouw moeder werkte in een klein winkeltje met allerlei kleine spulletjes. Alles was niet duurder dan een euro. Er kwamen heel vaak arme mensen heen om hun spullen daar te halen. 1 keer in de week kwam een heel, heel, heel arm gezin. Je moeder maakte altijd voor hun een klein pakketje. Met kleding, eten en kleinigheidjes. Dat deed ze stiekem. Want eigenlijk mocht dat helemaal niet. Maar van haar salaris kocht ze die dingen om die mensen eten te geven' verteld mijn tante.

'Wow. Dat is echt super lief! Wat is er met die mensen gebeurt?' 'Ze hadden 2 kinderen. 1 van die kinderen kreeg een ziekte waaraan die is gestorven. Die mensen zitten nu in een bejaardenhuis. Ik geloof hier in de stad en hun dochter is getrouwd met een hele rijke man. Ze werkt nu in de mode geloof ik.'

'Hoe weten jullie dit allemaal eigenlijk?' 'Ik ben haar zusje. We waren altijd beste vriendinnen. We vertelde alles aan elkaar ' zegt mijn tante. Ik zie dat ze het er moeilijk mee heeft. En zo gaan we nog door de vele foto's, vele verhalen en heel veel liefde.

Mijn oom doet het fotoboek met een lichte plof dicht. 'Het is al laat. We gaan lekker slapen' kondigt mijn oom aan. Ik knik, rek me uit en loop richting de deur. 'Welterusten Leentje.' 'Truste' zeg ik voordat ik de kamer uit loop. Als ik eenmaal op bed lig krijg ik een heel goed idee. ik glimlach. Dat ga ik morgen doen.


I need youWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu