~13~

15 0 0
                                    

Deborah komt gelijk op me afgelopen zodra ze me ziet. Ze vliegt me om de hals en drukt me stevig tegen zich aan. 'Lena. Lieverd. Is alles goed met je?' Ik knik maar zeg verder niet zoveel. Over de schouder van Deborah kijk ik naar Dennis die met zijn handen in elkaar gevouwen achter zijn rug staat. Hij kijkt me aan. Die blik zag ik net ook. Dit was zijn zorgzame en bezorgde blik. Deborah laat me los en streelt met haar hand over mijn gezicht. Meneer Golf gaat in gesprek met mijn pleegouders. Als ik de aula in kijk zie ik Jessica staan. Ze kijkt heel arrogant, lacht en loopt weg. Ze is iets van plan. Dat voel ik gewoon. 'Ik ga nog even iets uit mijn kluisje pakken.' 'Is goed schat.' Ik loop richting mijn kluisje waar Jessica ook komt staan met haar groepje. 'Heb ik iets van je aan ofzo?' Ik geef er geen antwoord op. Ze duwt me opzij aan mijn schouder en loopt door. Haar groepje lopen als honden achter haar aan. Stom wijf. Ik kijk haar nog na hoe zij en haar hondjes verdwijnen in de gangen. Ik loop terug naar Deborah, Martijn en Dennis die keurig in een rijtje op mij staan te wachten. 'Ga je mee naar huis?' Ik schud mijn hoofd. 'Sophie appte net dat ze me op komt halen.' 'Oke. Dan zien we je vanzelf wel. Als er iets is moet je ons bellen.' Ik knik.

Ik kijk Martijn en Deborah na hoe ze naar buiten lopen. Dennis staat naast me en kijkt er ook naar. Hij geeft me een stomp tegen mijn schouder. 'Als er iets is weet je mijn lokaal te vinden. Oke?' Ik knik en begin te lachen. 'Oke.' Hij verdwijnt naar boven. Een kwartier later krijg ik een appje van Sophie dat ze er bijna is.

Ik loop naar buiten en loop richting de parkeerplaats. Ik ga zitten op een paaltje voor de school. Even later komt Dennis langs rijden met zijn auto. Een kleine zwarte auto met een grote witte stip op het dak. Hij toetert en zwaait vriendelijk naar me. Ik zwaai terug en kijk toe hoe hij weg rijd. In de verte zie ik Sophie aan komen rijden. 'Hoe vaak moet ik nog tegen jou zeggen dat je niet moet appen terwijl je op de fiets zit?' 'Ja ma.' Sophie rolt met haar ogen waardoor ik moet lachen. 'Blijf je bij mij slapen vanavond?' Ik knik. 'Lijkt me gezellig.' We fietsen naar mijn huis om wat spullen te halen. Ik stap naar binnen en kijk in het vragende gezicht van Martijn. 'Ik blijf bij Sophie slapen.' 'Is goed Leen.' We rennen door naar boven en zoeken alle spullen bij elkaar. We rennen weer naar beneden. 'Doei!' roep ik nog vanuit de deur. Ik wacht niet op een antwoord en trek de deur dicht. Ik spring achterop bij Sophie. We zijn net 1 minuut onderweg en mijn telefoon gaat. Als ik kijk zie ik Finn in het scherm staan. Ik dacht het niet. Daar heb ik helemaal geen zin in. Ik druk hem weg en doe mijn telefoon weer in mijn jaszak. 'Wie was dat?' vraagt Sophie nieuwsgierig. 'Finn.' Sophie stopt meteen met fietsen en remt heel hard af waardoor ik bijna van haar fiets af vlieg. 'Gek! Ik viel bijna van je fiets.' 'Geef je telefoon is.' 'Waarom?' 'Vertrouw me. Geef hem nou maar.' Ik doe wat ze zegt en overhandig mijn telefoon. Het verbaasd me dat ze gewoon weet wat mijn code is van mijn telefoon. Dat kan echt niet. Het word eens tijd dat ik mijn code aan ga passen. 'Hallo Finnie. Je spreekt met Sophie. Hoe haal je het in je hoofd om Lena te bellen na die scene die je vanmorgen hebt gemaakt op school?' Ik probeer de telefoon uit haar handen te grissen wat duidelijk niet lukt. 'Finn. Je bent de grootste idioot die er bestaat. Dat zweer ik je. Bel niet meer terug naar dit telefoonnummer. Niet bellen, niet appen, niet niks niet. Heb je dat begrepen? Heel fijn Finn. Totziens.' Inmiddels ben ik naast haar fiets gaan staan en kijk haar met open mond aan. 'Bedankt voor het lenen.' Ze pakt mijn hand beet en legt mijn telefoon in mijn hand. Ik begin te lachen. Is dit nou echt gebeurt? 'Sooph. Je spoort niet.' 'Weet ik. Ik ben ook geen trein. Nou hup hup. Ga zitten.' Ik moet weer lachen om haar reactie en doe wat ze zegt.

Even later zit ik aan de keuken bar bij Sophie thuis. 'Oke. We hebben een dilemma Leen.' 'Wat voor dilemma?' 'Welke gaan we maken?' Sophie houd me 2 pakken met cupcake mix voor. 'Hmm. Lastige keuze.' Ik kijk bedenkelijk naar de pakken. Ik kijk van de 1 naar de ander. Keuzes maken is lastig. 'Weetje wat. Ik heb een idee waardoor we het dilemma in 1 keer oplossen.' 'Hoe wil je dat gaan doen dan?' 'We maken ze gewoon lekker allebei.' Sophie gaat enthousiast door de kastjes en de lades om alle ingrediënten en benodigdheden te verzamelen. Als we eenmaal bezig zijn krijg ik een tik op mijn vingers met een lepel. 'Au. Sooph. Dat deed zeer.' 'Eet niet alle mix op. Er moet nog iets over zijn voor de cupcakes.' Ik lach onschuldig. 'Je hebt gelijk. Sorry.' 'Weet ik. Ik heb altijd gelijk.' 'Ik kan het niet helpen. Het is te lekker.' 'Uhuh. Maar als ze in de oven zijn geweest is het ook erg lekker.' 'Wil je proeven?' Ik doe een klein kloddertje op mijn vinger en druk het op Sophie der neus. 'Leen!' Ik begin te lachen. 'Oke. Wacht jij maar!' We lachen en eindigen in een voedselgevecht. Gelukkig hebben we nog genoeg over voor de cupcakes. Ik doe de oven even open en ruik eraan. 'Sooph. Het ruikt zo lekker. Ik wil ze eten.' 'Nog heel eventjes Leen. Geduld is een schone zaak.'

'Wat gaan we nu doen in de tussentijd dat we moeten wachten?' 'Serie kijken?' Ik knik en plof met haar op de bank. Na een tijdje schiet me ineens iets te binnen. 'Sooph. De cupcakes!' 'Oh ja!' We rennen naar de keuken en kijken in de oven. Sophie doet de oven open en haalt de cakejes eruit. 'Zijn ze nog goed?' Sophie knikt en drukt voorzichtig op 1 van de cupcakes. 'Ze zijn nog goed. Geen stress.' 'Zullen we dan eerst de serie eerst even afkijken zodat ze even af kunnen koelen?' Sophie knikt en loopt met mij naar de bank waar we weer neerploffen op de bank.

'Waar zijn je ouders eigenlijk?' vraag ik na een tijdje stilte. 'Werken. Zoals altijd.' 'Vind je dat eigenlijk niet eenzaam?' 'Soms wel. Maar ik ben vaak alleen. Daar wen je aan. Het heeft ook weleens z'n voordelen hoor. Je kan doen wat je wilt. Je hebt de televisie altijd voor jezelf. Je hoeft niks te vragen. Je kan pakken en eten wat je wilt. Je kan in alle lades en kastjes kijken. Je went eraan hoor Leen.' Ik knik en kijk weer naar de serie die zich afspeelt op de televisie. Ongeveer 3 seizoenen verder zie ik de cupcakes nog op de keukentafel staan. Sophie volgt mijn blik en begrijpt meteen waar ik naar kijk. Ze staat op en loopt naar de keuken. Ik doe hetzelfde en ga zitten op 1 van de stoelen. Sophie pakt glazuur en versiersels. 'Waarom hebben jullie dit eigenlijk in huis als je toch altijd alleen bent?' 'Dan ga ik dit doen als ik me verveel. Ik ben er wel heel goed in geworden hoor.' We maken de mooiste creaties en zijn heel geconcentreerd bezig met het versieren van de cupcakes. In de tussen tijd hebben we het over van alles en nog wat. 

'Heb jij een crush op iemand?' Ik kijk meteen op en kijk naar Sophie. 'Wat bedoel je?' 'Wie vind je leuk? Ik merk het aan je. Je doet anders de laatste tijd. Jij bent verliefd lieve Lena.' Ik lach onschuldig en kijk weer naar de cupcakes. 'Vertel. Wie is het?' Ik vind Dennis leuk. Maar ik denk niet dat zij dat zou begrijpen. 'Ik ben niet verliefd Sooph.' 'Ik merk het aan je. Maar is goed. Als jij het niet wilt vertellen dan niet. Ik kom er nog wel achter op wie jij stiekem verliefd bent en van wie jouw hartje harder gaat kloppen.' 'Succes daarmee.' 'Ik ben beter dan de FBI. Let op mijn woorden. Ik kom erachter. Met of zonder jouw hulp.' 

Op dat moment komt de moeder van Sophie binnen gelopen die haar jas op de bank neerlegt. Safed by the bell. 'Hallo lieverds. Mag ik er ook bij komen zitten?' Sophie en ik knikken. 'Ze zien er verrukkelijk uit.' Tevreden kijken Sophie en ik naar het resultaat van de cupcakes. De vader van Sophie komt ook binnen en komt er ook bij zitten. Hij geeft ons een aai over onze hoofden en begint te lachen. Ik weet niet hoe ik het voor elkaar krijg maar toch krijg ik het voor elkaar. Ik pak een cupcake en ruik eraan. 'Ze ruiken ook zo lekker.' 'Mag ik ook eens ruiken?' Ik knik en houd de cupcake wat dichterbij. Ik krijg een schok door mijn arm waardoor ik de cupcake tegen zijn neus aandruk. Zijn neus zit onder het glazuur en ik sla een hand voor mijn mond. 'Het spijt me zo ontzettend erg' probeer ik nog. 'Dat krijg je terug Lena!' Even later beland er een cupcake in mijn gezicht. We moeten er allemaal om lachen. Na veel cupcakes te hebben gegeten en onder het glazuur te zitten ga ik snel even douchen bij Sophie. Sophie heeft een eigen badkamer op haar slaapkamer waar ik gebruik van mag maken. We lopen samen naar boven en gaan in de kamer van Sophie zitten. 'Sooph. Mag ik eh?' 'Je weet de weg. Doe alsof je thuis bent.' Ik glimlach. Nadat we allebei weer fris en fruitig zijn gaan we op het belachelijk grote bed van Sophie zitten. We praten nog wat bij. Als het inmiddels al half 3 in de nacht is vallen we eindelijk in slaap.

I need youWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu