~14~

11 0 0
                                    

'Sooph!' 'Hmm?' 'Sooph. Wakker worden. Kom op! We zijn te laat!' 'Hmm?' 'We zijn door de wekker geslapen.' Sophie schiet wakker. 'We moeten gaan. Ga je douchen en aankleden. Ik pak onze tassen in.' 'We gaan in onze onesie vandaag Leen. Anders komen we nooit op tijd.' Ik spring snel achterop de fiets bij Sophie die al ongeduldig staat te wachten. Ik smeer snel onze lunch en pak alles mee. We racen naar school. Ik ben kapot. Zowel Sophie en ik hebben onze onesie nog aan. Met onze tassen zijn we naar school gegaan met de fiets. Ik zat achterop bij Sophie. De haast mocht helaas niet baten want het is ons niet gelukt om op tijd te komen. Versuft duw ik de klapdeuren open van de gang. 'Het heeft geen zin om nu nog te haasten Leen. We zijn toch al te laat.' Ik knik begrijpend. 'Daar heb je gelijk in.' Na een tijdje slenteren zie ik het lokaal. 'Ik heb zo geen zin he Sooph.' 'Ik ook niet.' We zien er echt verschrikkelijk uit. Ik wil de deur open doe maar krijg hem tegen mijn gezicht aan. Pijnlijk wrijf ik over mijn gezicht. 'Gaat het Leen?' vraagt Sophie die mij beetpakt. Ik knik. 'Je moet de deur niet open maken met je gezicht Lena. Je hebt een upgrade gehad zie ik?' Ze kijkt me arrogant en walgend aan van top tot teen. Iedereen begint te lachen en zelfs Dennis staat zachtjes mee te lachen op de achtergrond. Ik loop langs haar heen en blaas een plukje haar uit mijn gezicht. Ik geef mijn te laat briefje aan Dennis. Sophie doet hetzelfde. Hij knikt en geeft aan dat we mogen gaan zitten. 'Het stinkt hier naar zweet.' 'Dat kan er maar eentje zijn' voegt Jessica eraan toe. Iedereen kijkt mijn kant op. Iedereen lacht en ook Dennis lacht weer mee. 'Misschien kan je even naar het toilet gaan om je op te frissen. Alsjeblieft?' fluistert Dennis die voor me komt staan. 'Weetje wat? Ik ga naar huis.' Ik voel me boos en loop naar de deur. Ik gooi de deur met een harde klap dicht en hoor Dennis nog lachen om een opmerking die iemand maakt. Hoe kan hij het ene moment zo lief tegen me zijn en het andere moment zoals die nu is? Ik begrijp dat niet. Sophie loopt achter me aan. Ik loop stevig door in de gangen. 'Leen. Leen wacht. Lena!' Ik stop niet met lopen. Sophie pakt mijn arm vast. 'Leen. Wacht.' 'Wat?' 'Ga niet naar huis Leen. Laat je niet gek maken om die domme mensen.' Ze had een punt. Ik zuchtte en knikte. 'Goed dan.' We lopen weer terug naar het klaslokaal. 'Kunnen we niet wat langzamer lopen? Ik wil nog niet terug.' 'Leen. Of je nou langzaam loopt of niet. Uiteindelijk moet je toch dat lokaal weer binnen stappen. Of je dat nou leuk vind of niet.' Sophie geeft me haar hand. Ik pak haar hand aan. Ze trekt me naar het lokaal. 'Wacht. Sooph. Ik kan het niet.' 'Leen. Je kan het. Je moet wel. Het komt wel goed.' Ik loop weer weg maar Sophie pakt me weer vast. 'Wat als ze weer opmerkingen gaan maken?' 'Dan negeer je dat. Jij weet wel beter Lena.' Ik knik en adem goed in en uit. Sophie telt zachtjes af en klopt op de deur. Er word geen antwoord gegeven. Zodra ze de deur open doet zien we niemand. 'Leeg? Helemaal leeg?' Ik ga naast Sophie staan en kijk verbaasd rond. 'Waar is iedereen?' 'Geen idee.' Ik kijk rond of er ergens een notitie is achtergelaten voor ons waarop staat waar ze zijn. Helaas kan ik niks vinden. 'Leen. Kom is.' Ik ga naast Sophie staan en volg haar blik naar buiten. We kijken door de ramen op het schoolplein. 'We hebben onze klas gevonden.' Ik knik. Sophie en ik lopen ook naar buiten. 'Sophie! Kom je naast mij zitten? Wat heb je trouwens een leuke onesie aan!' Ik draai me om en ga met mijn rug naar Jessica staan. 'Dat ga je niet echt doen toch?' Ze kijkt twijfelend van Jessica naar mij en weer terug. Ik draai me om naar Jessica die vrolijk naar Sophie zwaait en gebaart dat ze naast haar moet komen zitten. Ik draai me weer terug naar Sophie. 'Sorry Leen. Zij is bevriend met Mick. Hij is de leukste jongen van de school. Dit is mijn ideale kans' fluistert ze. Ik knik. Voordat ik ook maar iets kan zeggen is ze al weg. Ik zie hoe ze naast Jessica gaat zitten en haar een knuffel geeft. Ik sla mijn armen over elkaar en ga op een kleine afstand staan. Chagrijnig kijk ik naar de grond. 'Jullie gaan allemaal in tweetallen werken.' Ik zie iedereen koppels maken met elkaar. Ik zucht en zie dat er niemand overblijft. Ik ga op een bankje zitten en begin te schrijven in een notitieboekje die ik in mijn tas heb zitten. Ik word op mijn schouder getikt en er valt een grote schaduw over me heen. Ik hou mijn hand boven mijn ogen en kijk omhoog naar Dennis. 'Euhm. Lena. Het lijkt me een beter idee als jij naar binnen gaat. Ga maar aan je huiswerk werken ofzo.' Ik knik, pak mijn spullen en loop naar binnen. Als ik bij de deuropening sta kijk ik nog 1 keer om. Ik zie hoe Sophie naar me kijkt. Als ze opmerkt dat ik naar haar kijk, kijkt ze snel weg. Jessica ziet mijn blik en fluistert wat in het oor van Sophie waardoor ze allebei hard moeten lachen. Nu kijken ze allebei mijn kant op. Ik ga snel naar binnen en loop de trappen op. In het lokaal gooi ik mijn spullen op een leeg tafeltje. Ik zucht, pak een stoel en loop naar het raam. Ik ga voor het raam zitten en leun met mijn gezicht op mijn handen die ik laat rusten op het raamkozijn. Ik kijk toe hoe mijn klasgenoten plezier hebben door foto's van elkaar te maken. Er word veel gelachen. Ook Dennis lijkt er veel plezier in te hebben. Even later zie ik al mijn klasgenoten van het schoolplein lopen. Sommige gaan richting de fietsenstalling. Sommige gaan gewoon weg.

'Had ik niet tegen jou gezegd dat je je huiswerk moest maken?' zegt Dennis als hij mij naar buiten ziet kijken. Ik kijk niet op of om. 'Lena? Ik vroeg je iets.' Ik kijk hem strak aan. 'Waarom doe je ineens zo afstandelijk tegen me?' vraag ik geïrriteerd. 'Ten eerste Lena is het u voor jou.' Hij verheft zijn stem. 'Ten tweede ben ik jou geen verklaring verschuldigd en ten derde ben je veel te veel bij mij in de buurt. Je moet eens meer omgaan met mensen van je eigen leeftijd Lena. Je plakt aan me. Wat is dat toch met jou? Ben je verliefd op me ofzo?' Ik kijk hem strak aan en geef geen antwoord. 'Ik ben je vriendje niet!' Ik knik. Ik voel een huilbui omhoog komen. Ik slik, pak mijn tas en doe de deur met een harde knal dicht. Ik storm boos van de trappen af. Ik ben erg verward van wat er gebeurt is. Als ik buiten ben, ga ik op zoek naar Sophie waar ik even mijn hart aan wil luchten. Ik kijk het schoolplein rond maar zie haar nergens. Ik ga kijken in de fietsenstalling of haar fiets er nog staat. Haar fiets staat er nog. Ik krabbel niet begrijpend aan mijn achterhoofd. Hoe kan dat nou? Als ik me omdraai zie ik Sophie achterop de fiets van Jessica zitten. Ze komen naar me toe. 'Wat ga je doen?' vraag ik verbaasd en verward aan Sophie. 'Ik ga bij Jessica slapen voor een keertje. Ik hoop dat je dat niet erg vind. Je bent niet boos op me toch?' Ik schud mijn hoofd. Ik was niet boos. Ik was wel teleurgesteld. Hoezo laat ze zich zo inpakken door Jessica? Ziet ze nou echt niet in dat zij Sophie alleen maar gebruikte om mij pijn te doen? 'Ik wist wel dat je het zou begrijpen. Fijn Leen. Ik hou van je. De sleutels liggen onder de mat. Pak je spullen en ga lekker weer naar huis. Dan zie ik je morgen goed?' 'Maar.' Ze fietsen van het schoolplein af. Ze laten mij verbaasd en verward achter op het lege schoolplein. Ik pak mijn eigen fiets. Ik wil de sleutel omdraaien maar het gaat niet. 'Stomme fiets!' Ik geef er een schop tegen. Op dat moment gaat die open. Geweld is dus wel nuttig af en toe. Staat genoteerd. Als ik op mijn fiets wil stappen begint het te regenen. Het zal ook weer eens niet zo zijn. Wat een pech dag! Ik fiets gehaast naar Sophie haar huis en zet onderweg alles nog een keer op een rijtje. Ik ben aangekomen bij het huis van Sophie en haar ouders. Ik doe mijn fiets op slot en kijk onder de mat. Ik pak de sleutel en haal de deur van het slot. Ik loop naar haar kamer en pak al mijn spullen bij elkaar. Als ik weg wil gaan valt mijn oog op een foto van mij en Sophie die ze op haar nachtkastje heeft staan. Ik glimlach en pak de foto beet. Het is 1 van mijn lievelings herinneringen met Sophie. Ik weet zelfs nog waar deze foto gemaakt is. Dit van op de camping in de zomer. Samen met mijn moeder. Ik zucht en zet de foto weer neer. Ik trek haar kamerdeur dicht en kom in de gang haar moeder tegen. 'Hey Lena. Ga je nu al weg?' Ik knik. 'Waar is Sophie? Is ze boven?' 'Sophie slaapt bij een ander klasgenootje vanavond. Ik kwam alleen maar mijn spullen ophalen. Sorry maar ik moet er echt vandoor nu.' Ik geef haar de sleutel die ik onder de mat heb gevonden en loop naar buiten. Ik stap op mijn fiets en race naar huis. Eenmaal thuis doe ik de deur open, ga gelijk naar mijn kamer en gooi mijn tas neer in een hoek. Wat een dag. Ik laat me neerploffen op het bed en staar naar het plafond. De hond komt naast me liggen en legt zijn kop op mijn buik. Hij kijkt me zielig aan en maakt piepgeluiden. 'Nu even niet Sam. Ik ben niet in de stemming nu.' Hij springt van het bed en loopt de kamer uit. Na een tijdje staren naar het plafond hoor ik ineens een stem. Word ik nou echt zo gek dat ik stemmen begin te horen? Het was niet zomaar een stem. Het was de stem van Dennis. Het herhaald zich in mijn hoofd. 'Ik ben je vriendje niet!'

Wat deed dat zeer toen hij dat zij. Ik weet niet waarom het zeer deed. Het was gewoon zo. Hij had me enorm gekwetst vandaag. De persoon die ik dacht te kunnen vertrouwen had mij pijn gedaan. Ik had me heel vies in Dennis vergist. Dat is niet zijn schuld. Dat is mijn eigen schuld. Ik vertrouwde hem. Dat is mijn fout. 

I need youWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu