~19~

7 0 0
                                    

'Lena' hoor ik in de verte. Ik kijk om me heen. Ik sta in een soort weiland met randen bos. 'Lena?' hoor ik weer. Ik draai me om en loop op het geluid af. Die stem herkende ik uit duizenden. Ik rende door het bos achter een schim aan die ook rende en mij tegelijkertijd riep. Ik struikelde onderweg en viel met mijn gezicht in een berg met bladeren. 'He! Wacht op mij!' Ik klom weer overeind en klopte mezelf af. De schim stopte met rennen, keek om en riep me weer. Na een paar meter rennen kwam ik weer in een weiland terecht met allemaal gele bloemen. De schim bleef staan in het midden van het veld. Ik pakte haar beet bij haar schouder en draaide haar om. 'Mam?' 'Lena. Word wakker.' Ik frons en schiet wakker. 

'Lena! Hallo. Ik roep je al 5 keer ofzo!' Ik snak naar adem en voel mijn hartslag te keer gaan. 'Wat is er?' vraagt Deborah die op het randje van mijn bed gaat zitten. Ik schud mijn hoofd en glimlach. 'Niks. Gewoon een rare droom.' Ze knikt en glimlacht ook. Ze streelt met haar duim over mijn wang. 'Gelukkig was het maar een droom.' Ik knik. 'Ga je je aankleden nu? Vandaag is de grote dag. Dan maak ik je lievelings ontbijtje klaar. Goed?' Ik knik maar bedenk me toch snel dat ik niet begrijp waar Deborah het over heeft. 'Deborah?" Ze draait zich vragend om in de deuropening. 'De grote dag voor wat?' 'Je examens schat. Je hebt examens vandaag.' Ik knik begrijpend.

Ik loop naar de douche en draai hem alvast aan terwijl ik mezelf uit kleed. Zo is die alvast opgewarmd als ik eronder wil stappen. Als ik ergens een hekel aan heb is het een koude douche. Ik neem een lange uitgebreide douche en geef toe dat ik het echt gemist heb. Ik voel me al een stuk beter. Razendsnel kleed ik mezelf aan. Ik trek voor een keer een leuk jurkje aan dat ik al heel lang heb liggen omdat het zo mooi weer is buiten. Ik snel de trap af en ga zitten aan de keukentafel. 'Kijk eens aan mevrouw.' Ik glimlach en bedank Martijn. Yoghurt met fruit. Inderdaad mijn lievelings. We lachen en we praten met elkaar. 'Je ziet er erg gelukkig uit Leen. Ik vind je er een stuk gelukkiger uit zien dan een paar dagen geleden.' Ik knik. 'Ik weet het. Zo voel ik me ook. Ik voel me gewoon goed.' 'Daar ben ik blij mee zus. Kom. Pak je spullen. Ik breng je naar school' zegt Joris die de autosleutels om zijn vinger laat draaien. 'Wat ben je precies van plan? We gaan helemaal niemand brengen.' Martijn houd zijn hand op voor de sleutels. 'Het is maar een klein stukje.' 'Joris. Sleutels. Nu.' Joris levert de sleutels met veel gemopper in. 'Jongen. Als jij dat roze pasje hebt mag je rijden in mijn auto waar en wanneer je maar wilt. Maar voor die tijd stap je niet in mijn auto. Oke?' Martijn geeft Joris een aai over zijn hoofd die zijn armen over elkaar slaat. Martijn gebaart naar mij dat ik mee moet komen. 'Wat gaan we doen?' 'Volgens mij moest jij naar school. Toch?' Ik knik en glimlach. 'Pak je spullen. Ik breng je wel.'

Ik ren snel naar boven en pak alles wat ik nodig heb. Ik ga weer terug naar beneden en stap de auto in bij Martijn die wel erg warm geworden is door de zon. Martijn zet meteen de airco aan. We staan binnen 5 minuten al bij school. 'Succes he Leen! Zet 'm op. Je kan het.' Ik glimlach en knik. 'Bedankt voor het brengen Martijn!' Ik gooi de deur dicht en loop het schoolplein op. Ik kijk rond en het is echt veel te stil. Er is niemand te bekennen. Dat heb ik echt nog nooit mee gemaakt op deze school. Er zitten altijd wel mensen op het plein. Ik keek op mijn telefoon naar de tijd. Ik was niet te laat. Ik was gewoon prima op tijd. In de school was het ook stil. Uit een zij lokaal op de eerste etage waar ik ook moest zijn kwam geroezemoes. Ik stapte binnen en dumpte mijn tas met mijn telefoon in een locker. Ik keek rond en zag Sophie zitten. 

'Jongedame. Weet je wat jouw studentennummer is?' '10004407.' De man kijkt door de lijst. 'Lena?' Ik knik. 'Je zit achter computer 22. Veel succes.' Ik knik en bedank de man. Ik heb die man echt nog nooit eerder gezien. Ik loop langs Sophie en doe net alsof ik het juiste nummer aan het zoeken ben. 'Hey Sooph.' 'Hey Leen. Ik..' 'Dames. Liever geen gepraat. Naar je computer alsjeblieft.' 'We zijn nog niet eens begonnen met het examen!' antwoord Sophie tegen de vrouw. 'Sorry. Maar dat zijn de regels van het schoolinstituut. Ik kan er niks anders van maken. Ik heb het ook niet bedacht.' De vrouw kijkt op het nummer dat ik vast heb. 'Je moet daarheen. Daar is jouw computer.' Ik kijk naar de computer aan de andere kant van het lokaal. Natuurlijk zat ik weer in een verlaten hoekje in m'n eentje terwijl al mijn klasgenoten voorin zaten. Ik zuchtte en neem plaats. 'Wat is er Leen?' vraagt de stagiaire van mijn wiskundeleraar. 'Waarom zit ik hier helemaal alleen terwijl al mijn klasgenoten daar zitten?' Hij haalt zijn schouders op. 'Die indeling word willekeurig gemaakt door het examenbureau. Daar hebben wij geen enkele zeggenschap in.' 'Ik vind het maar een stomme indeling.' 'Komt goed Lena. Je kan het ook positief bekijken. Het is maar voor een uurtje en dan mag je weer weg. Dan kan je je klasgenoten zoveel zien als je wilt.' Ik knik.

I need youWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu