Hoofdstuk 11

265 23 4
                                    

Iedereen in het kamp draaide zijn hoofd naar Eikenhart en zijn patrouille toen ze het kamp in kwamen. "Grindvacht, haal Mosster" miauwde Eikenhart streng. Het liefst zou Grindvacht naar Eikenhart roepen dat hij heen leerling meer was maar Grindvacht hield zijn mond en liep naar Mosster's hol. Voordat Grindvacht haar hol bereikte kwam Mosster zelf naar buiten. "Wat doet deze Windclan krijger hier?" Vroeg ze meteen verbaasd. "Hij was op ons territorium" miauwde Eikenhart. Mosster zwaaide boos met haar staart. Iedereen ging om Graantand heenstaan. Mosster liep op hem af. "Wat deed jij op ons territorium? Was je de weg kwijt? Wou je prooi stelen?" Miauwde Mosster boos. Graantand keek bang. "Het spijt me. Echt waar! Laat me alsjeblieft gaan" smeekte Graantand. "Dat was niet een antwoord op mijn vraag. Waarom. Ben. Je. Hier?" gromde Mosster. "Het moest van Snorster" jammerde Graantand bang. Graantand was veel groter dan Mosster maar hij was wel heel bang voor haar. "Snorster? Heeft de Sterrenclan hem 9 levens gegeven?" Vroeg Streepvacht verbaasd. Mosster zwiepte met haar staart om te zeggen dat Streepvacht stil moest zijn. "Snorster zegt dat hij 9 levens kreeg maar ik geloof hem niet" miauwde Graantand zacht. "Heeft hij plannen om de Donderclan aan te vallen?" vroeg Mosster. "Nee..." miauwde Graantand twijfelend. Mosster ontblootte haar klauwen. "Hij heeft wel plannen om de Rivierclan aan te vallen"  riep Graantand snel. "Oke. Streepvacht, Eikenhart en Pluisstreep, bewaak Graantand. Grasvoet, Silversteen, Vlamstaart en Nachtpels, maak een hol voor Graantand. Hij is onze gevangenen tot de volgende grote vergadering" miauwde Mosster. "Wat?! Moet ik hier een maan blijven?" Riep Graantand. "Je bent al twee keer op ons territorium gekomen en nu wil je opeens weg?" Mosster keek Graantand boos aan. Graantand zei niks meer. Nachtpels en Grasvoet gingen het bos in om takken te halen voor Graantands hol. "Ik ga mee" miauwde Grindvacht en voordat Streepvacht of Mosster kon zeggen dat hij op patrouille moest was Grindvacht het kamp uit. "Haankreet en Bliksempoot zijn niet veilig nu Snorpel- ehmm.... Snorster leider van de Windclan is!" Miauwde Nachtpels toen ze een eindje weg waren van het kamp. "Is hij wel leider? Ik dacht dat Hooipels leider zou worden..." Miauwde Grindvacht. "We kunnen Haankreet en Bliksempoot helaas niet helpen" miauwde Grasvoet. "Jawel! Haankreet of Bliksempoot gaan toch wel een keer op patrouille langs onze grens! We zeggen gewoon tegen een van de twee dat ze samen met de ander naar de Donderclan moeten gaan en dan zijn ze veilig en mogen ze bij ons blijven" Riep Nachtpels. Grasvoet dacht na. "Ik help je!" Riep Grindvacht meteen. Zijn beste vriend keek hem dankbaar aan. "Oke, ik help ook wel" miauwde Grasvoet ten slotte. Grindvacht knikte. "Deze takken zijn trouwens wel goed om een hol te maken" miauwde Grasvoet en hij pakkte een tak op. "Ik haal wat mos zodat Graantand niet op de grond hoeft te slapen" miauwde Grindvacht. "Verdient die haarbal dat wel?" Vroeg Grasvoet een beetje grommend. "Hij is vast door Snorster gedwongen om te jagen op ons territorium" miauwde Nachtpels. "Ja, dat denk ik ook" miauwde Grindvacht. "Ik had nooit verwacht dat Snorpels zo... slecht zou zijn. Hij was altijd al irritant maar dit had ik niet verwacht" miauwde Grasvoet. "Ik ook niet" miauwde Nachtpels en Grindvacht op hetzelfde moment. Grindvacht schraapte wat mos van een oude boom. "Zo, ik heb genoeg mos" miauwde hij toen hij klaar was. "Wij hebben we genoeg takken" miauwde Grasvoet en hij pakte zijn stapel takken op. Samen gingen de drie krijgers terug naar het kamp.

Warrior Cats Bruine Ogen (#4)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu