Hoofdstuk 23

265 20 6
                                    

Grindvacht werd wakker met een hongerig gevoel. Het krijgershol was bijna leeg. Alleen Zilversteen en Witbloem lagen nog te slapen. Grindvacht glipte het krijgershol uit en trippelde naar de hoop verse prooi. De hoop verse prooi was erg groot. Grindvacht pakte er een groot, dik konijn vanaf. Daarna keek hij om zich heen om te kijken waar hij kon zitten. Ijstand en Grasvoet zaten naast elkaar te eten. Grindvacht besloot de twee krijgers alleen te laten. Uilklauw zat alleen aan de rand van de open plek. Grindvacht liep met het konijn in zijn bek naar de oudere krijger toe.

Uilklauw begroette hem met een knikje. Grindvacht ging naast hem zitten. "Het is bijna volle maan" miauwde Uilklauw. "Ik heb zin om Appelvacht weer te zien." Appelvacht was Uilklauw's zus. Ze heeft zich bij de Schaduwclan aangesloten omdat ze kittens met een Schaduwclan krijger had. "Ik vraag me af of de Windclan komt" miauwde Grindvacht. "Laat alle katten die oud genoeg zijn om hun eigen prooi te vangen zich verzamelen onder de Hoge Richel!" riep Mosster opeens. Verward keek Uilklauw naar Mosster. Daarna stond hij op en liep naar de Hoge Richel. Grindvacht volgde hem.

"Zoals jullie weten is het bijna volle maan. Ik wil Snorster aanvallen voor de Grote Vergadering" miauwde Mosster. "De Grote Vergadering is over twee nachten!" riep Uilklauw. "Daarom gaan we vanavond aanvallen" miauwde Mosster. "Zijn we daar wel klaar voor?" Vroeg iemand. "Mijn kittens zijn nog niet klaar om te vechten!" Riep Ijstand. "Briespoot, Kerspoot, Doornpoot, Witbloem, Ijstand, Eikenhart en Maanregen blijven in het kamp om het te bewaken. De rest van de krijgers gaat met mij mee" miauwde Mosster. Gelukkig neemt ze de leerlingen niet mee dacht Grindvacht opgelucht. Hij had nog niet heel veel vechttraining met Briespoot gedaan. "De bedoeling is niet dat we Windclankrijgers ernstig verwonden. We willen alleen Snorster wegjagen. Probeer andere Windclankrijgers zo veel mogelijk te vermijden. We willen ze geen pijn doen" miauwde Mosster. Iedereen knikte. Snorster moest zo snel mogelijk weggejaagd worden. Mosster sprong van de Hoge Richel af. "Grindvacht!" Riep Nachtpels. Snel liep Grindvacht naar zijn vriend toe. "Ga je Briespoot trainen? Als je dat gaat doen kunnen ik en Bliksempoot misschien mee doen" miauwde Nachtpels. Grindvacht knikte en riep zijn leerling. Terwijl Briespoot naar Grindvacht toe liep, miauwde hij: "Waarom mag ik niet naar het gevecht?" "Je hebt nog niet genoeg ervaring" miauwde Grindvacht. Briespoot zei niks. Hij staarde alleen in de verte. "We gaan vechttraining doen, maar niet al te lang. Ik moet uitrusten voor het gevecht" vertelde Grindvacht aan zijn leerling. Briespoot haalde zijn schouders op. "Ik vind het prima" miauwde hij. Grindvacht knikte. "We gaan" miauwde Nachtpels en samen met Grindvacht, Bliksempoot en Briespoot liep hij de doorntunnel door.

Na een tijdje kwamen ze bij de zandkuil. Bliksempoot had er duidelijk zin in. Hij sprong op en neer in het midden van de kuil. Briespoot sleep zijn nagels aan een boom. "Briespoot, kom hier" miauwde Grindvacht. Briespoot sprong op zijn mentor af. "Ik ben een hele grote krijger. Wat moet je doen?" Vroeg Grindvacht. Briespoot twijfelde. Hij staarde opeens naar iets dat achter Grindvacht stond. Grindvacht draaide zich om. Hij zag niks. "Wat zie je?" Vroeg hij. Briespoot schudde zijn kop. "Niks" mompelde hij. "Ik moet op je rug springen" voegde hij eraan toe. Grindvacht draaide zijn kop teruf naar zijn leerling. Hij had niet verwacht dat Briespoot het antwoord wist. "Helemaal goed! Probeer het maar" moedigde Grindvacht zijn leerling aan. Briespoot zakte ineen en bestudeerde Grindvacht. Briespoot had dit nog niet eerder gedaan. Hij deed er lang over om in te schatten hoe hard hij moest afzetten. Uiteindelijk lanceerde Briespoot zich in de lucht. Hij landde omhandig op Grindvacht's rug en viel er vanaf. "Gaat het?" Vroeg Grindvacht. Briespoot krabbelde overeind en schudde de aarde van zijn vacht. "Ja" verzekerde hij zijn mentor. Grindvacht knikte instemmend. "We proberen het nog eens" miauwde hij. Briespoot ging weer voor Grindvacht staan. Hij deed er iets minder lang over om in te schatten hoe hard hij moest afzetten. Hij belandde nog steeds onhandig op Grindvacht's rug maar hij bleef er wel op staan. "Heel goed! Als ik een vijand was zou je nu mijn rug open moeten krabben. Doe maar alsof je mijn rug open krab, hou je klauwen wel ingetrokken!" Miauwde Grindvacht. Briespoot haalde zijn poten wild over Grindvacht rug. "Heel goed!" Miauwde Grindvaht. Briespoot sprong van Grindvacht's rug af. Trots zette hij zijn borst op. "Briespoot! Zullen we een schijngevecht houden?" Vroeg Bliksempoot. Briespoot keek naar zijn mentor. "Wil je dat?" Vroeg Grindvacht. Briespoot knikte. "Oke ga maar" miauwde Grindvacht. Briespoot stormde op Bliksempoot af. "Bliksempoot, maak het niet tè moeilijk voor Briespoot. Hij is nog maar net een leerling" miauwde Nachtpels streng tegen zijn zoon. Bliksempoot knikte. "Oke, begin maar"

Na het schijngevecht begon het te regenen. Grindvacht, Bliksempoot, Briespoot en Nachtpels waren terug naar het kamp gegaan. Het was inmiddels als avond geworden. Het stopte met regenen. "We gaan!" Riep Mosster vanaf de Hoge Richel. Grindvacht sprong overeind. Alle krijgers van de Donderclan verzamelde zich om Streepvacht heen. "We gaan" miauwde Mosster nog een keer. Ze liep het kamp uit. Alle krijgers volgde haar.

Warrior Cats Bruine Ogen (#4)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu